MOB

Bixbix

MOB

Medisch Opvoedkundig Bureau.

Heel lang geleden toen ik een hummel van 4 jaren oud was gingen mijn ouders scheiden. De rechter die de uitspraak deed besloot in zijn oneindige wijsheid mijn broertje, dat 2 jaar jonger is en dus nog in de luiers, aan mijn moeder toe te wijzen. Ik moest met pa mee. Pa en ik gingen in de kost. Samen op één kamer. Pa werkte en er moest toch iemand op dat kind passen.

Na nog wat verhuizingen leerde mijn vader een vrouw kennen. Ze gingen samenwonen, ik was toen 7 of 8 jaar. Schijnbaar boterde het niet tussen mij en mijn stiefmoeder, want ik verhuisde naar mijn opa en oma. Na anderhalf jaar kwam mijn moeder daarachter en dus moest ik weer terug naar pa. Vanaf dat moment begon de ellende. Ma (zoals ik mijn stiefmoeder noemde) wilde mij niet om haar heen hebben. Een van haar probeersels om zo snel mogelijk weer van mij af te komen, was mij aan te melden bij het MOB. Want volgens haar was ik moeilijk opvoedbaar. En zo kwam het dat ik woensdagsmiddags naar het MOB ging. Ik herinner me dat ik daar een paar keer een gesprek had maar dat ik voornamelijk achter de typemachine zat. Omdat ik dat leuk vond en de tijd volgemaakt moest worden. Voor zover ik weet gebeurde er verder niets. Ik werd niet uit huis geplaatst, kreeg geen therapie, hoefde geen medicijnen.

Later, toen ik niet meer naar het MOB hoefde en we verhuisd waren naar een andere stad, probeerde ze het opnieuw. Ik was toen 11 jaar. Ze schakelde de plaatselijke jeugdhulpverlening in en op een dag kwam een man met mij praten. Thuis, dus dat was eigenlijk niet zo heel handig want ik kon niets zeggen. Ik buitte prompt de situatie uit door om een extra boterham te vragen en met veel gemopper ging mijn stiefmoeder richting keuken, want dat kon ze natuurlijk niet weigeren met die man in huis. En hij boog zich naar mij toe en vroeg: "Wil jij hier eigenlijk wel wonen?" Schokkend, niemand had dat ooit eerder gevraagd. Behalve weglopen had ik nooit bedacht om iemand om hulp te vragen. En weglopen had ik al eens geprobeerd maar dat was al snel gestrand omdat ik geen idee had waar ik naartoe moest gaan. En ik zei: "Nee." Vanaf dat moment ging het snel. Ik mocht kiezen waar ik naartoe wilde verhuizen en ik koos voor het Noorden. Dicht bij oma (opa was inmiddels overleden). Ik kreeg een paar folders van kindertehuizen en ik koos voor een gezinsvervangend tehuis.

Maar toen ik groter was en 'gesetteld' begon ik me toch wat dingen af te vragen. Was ik echt moeilijk opvoedbaar? Was het dan niet raar dat alle kinderen die in het kindertehuis geplaatst werden geestelijk (en fysiek) onderzocht werden en dat ik dat niet hoefde? En wat was er met die typemachine? Onderdeel van de een of ander therapie waar ik me niets van kon herinneren? En waarom moest ik met pa mee terwijl het in die tijd gebruikelijk was dat kinderen bij hun moeder bleven?

Stiefmoeder was overleden die kon ik niets meer vragen. Ik heb wel een rondje langs oma, pa en moeder gemaakt. Oma wist te vertellen dat mijn moeder toentertijd een nieuwe vriend had en had geëist dat pa bij de scheiding de kinderen mee zou nemen. Daar was de rechter dus niet helemaal in mee gegaan. Voor pa was het allemaal nieuws. Hij beweerde er niets van gemerkt te hebben, nooit geweten dat ik naar het MOB moest, nooit geweten waarom ik naar een kindertehuis ging. En mijn moeder... het was allemaal haar schuld niet. Zij kon er niets aan doen maar was in haar ogen ook slachtoffer. En alhoewel ik wat bewijzen had bleef ze ontkennen.

Uiteindelijk heb ik het MOB gebeld, of in ieder geval de instantie waar de archieven lagen opgeslagen. Toen ik summier uitlegde wat er gebeurd was en dat ik wat vragen had verleenden ze alle medewerking. Ik was niet moeilijk opvoedbaar, er was niets met mij aan de hand. Vandaar dat er maar een paar gesprekken met mij hadden plaatsgevonden. Er was ook een gesprek met mijn stiefmoeder geweest waarin haar werd uitgelegd dat ze me niet zomaar uit huis konden plaatsen zonder gegronde redenen. Dat zal een flinke tegenvaller voor haar zijn geweest.

En ik was opgelucht: dat knagende gevoel dat het misschien toch allemaal aan mijzelf had gelegen, kon ik van me afschudden.