Opnemen van onschuldige kinderen

Sarah (SarahMorton)

Uit eigen ervaring weet ik dat je niet gestoord hoeft te zijn, om in de psychiatrie te verdwijnen.
Mijn ouders hebben ooit overwogen om me uit huis te plaatsen. Mijn moeder kon me niet meer aan. We hadden veel ruzie, ik was vaak somber en lag dan als een zielig hoopje mens op de bank. Ook tussen mijn broertje en mij was veel ruzie. Mijn moeder heeft nooit echte ondersteuning gehad in de opvoeding, om met mij om te leren gaan en om als gezin dichter bij elkaar te komen. In plaats daarvan legden deskundigen alles neer bij mijn autisme, zodat mijn moeder ook alles somber inzag.
Het is niet altijd zo geweest. Tot tien jaar heb ik een vrij normale jeugd gehad en ging het thuis over het algemeen best wel goed. Maar na twee jaar gepest en buitengesloten worden op school, was de relatie tussen mij en mijn moeder ook vernietigd, omdat ik door de stress gedragsproblemen kreeg en zij dat niet trok. Mijn vader kon ons, door zijn werk maar eens in de twee weken een weekend in huis nemen (Ik had gescheiden ouders.)

Pas jaren later kwam ik erachter dat het om een psychiatrische inrichting ging. De beschrijving liegt er niet om: ‘Academisch centrum door kinder- en jeugdpsychiatrie’.
“Kinderen en jongeren met ernstige psychiatrische problemen kunnen bij Curium-LUMC terecht voor onderzoek en behandeling. Curium-LUMC is een academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie met vestigingen in Oegstgeest en Gouda.

De meest voorkomende problemen van kinderen en jongeren die bij Curium-LUMC worden behandeld zijn angststoornissen, depressieve stoornissen, ADHD, autismespectrumstoornissen, eetstoornissen, psychotische stoornissen en stoornissen in de ontwikkeling van de persoonlijkheid.

Ja, je leest het goed, o.a angst, depressiviteit, autisme en ADHD worden gerekend onder ernstige psychiatrische problemen. Het woord ‘behandelen’ maakt me ook misselijk. Autisme (in mijn geval) behandel je niet, je begeleidt het.

Wel was er uitgebreide informatie op de website over een indienen van een klacht.
De voorbeelden van klachten liegen er niet om:

-De beslissing om een patiënt voor wilsonbekwaam te houden (artikel 38 lid 5).
-Het toepassen van dwangbehandeling (artikel 38 lid 5).
-Het toepassen van middelen of maatregelen ter overbrugging van een noodsituatie (artikel 39).
- Het beperken van fundamentele rechten op grond van artikel 40, te weten:
- een beperking in het recht op het ontvangen van bezoek,
- het recht van beweging in en buiten het ziekenhuis en het recht op telefoonverkeer,
- het controleren van briefverkeer op meegezonden voorwerpen. 

Ze geven dus impliciet toe dat ze fundamentele rechten van kinderen schenden!
Van kinderen waarvan de meesten geen strafbaar feit hebben gepleegd, maar bijvoorbeeld psychische problemen hebben.

Ook ben ik te weten gekomen hoe kinderen in een isoleercel worden opgesloten als ze lastig zijn.
Verpleegkundigen van Curium in Oegstgeest isoleerden onlangs een jongen die steeds water naar personeel en medepatiënten gooide.”*

Ik weet (gelukkig) niet uit ervaring hoe het er daar aan toe gaat. Mijn ouders konden het bij nader inzien niet over hun hart verkrijgen om me daar heen te sturen.
Een meisje vertelde eens dat men haar in dekens wikkelde om haar rustig te krijgen.

Ik besef dat het heel anders met mij had kunnen aflopen: Ik woon nu op mezelf, heb zes boeken geschreven en studeer. Bij sommige zaken, als administratie, heb ik hulp nodig, maar de meeste dingen regel ik zelf. Ik heb kwaliteiten waar ik alle kanten mee op kan.
Dat zeg ik niet om mezelf een pluim te geven, maar om mensen met een zogenaamde stoornis te bemoedigen. Geef een kind die ‘anders’ is nooit het gevoel dat er iets mis met hem is. Als je dat wel doet, dan wordt het ook een last voor het kind en voelt het zich intens afgewezen. Benadruk juist de kwaliteiten! Laat het kind merken dat hij mag zijn zoals hij is.

Hier volgt een fragment uit mijn Boek: Afwijkend en toch zo gewoon, over de dreigende opname:

De plaatsing op de ZMOK-school ging door. Ik zou het beter
krijgen en ontegenzeggelijk gelukkiger worden, daar
was ik van overtuigd. Vlak bij het schoolgebouw
stond ook nog een ander gebouw; een instelling waar
kinderen en jongeren kunnen wonen als het thuis
niet goed ging. Ze gingen alleen de weekeinden naar
huis. De instelling heette Curium.
Mijn moeder meende haar problemen op te kunnen
lossen door het meteen rigoureus aan te pakken:
mij weg te doen. Ik voelde dat ze mij grotendeels de
schuld gaf van haar misère en de ruzies tussen mij en
David. Ze gaf mij al twee jaar het idee dat ze me uit
haar leven wilde hebben en nu bleek dat gevoel
bewaarheid te zijn. Ik wilde desondanks absoluut
thuis blijven wonen. Het was geen loyaliteit tegenover
mijn moeder dat ik thuis wilde blijven. Ik hield
in die periode helemaal niet meer van haar, kon zonder
reserves haar gedrag veroordelen. Eerder was ik
bang voor wat me te wachten zou staan, het Curium
klonk erg als een kostschool – streng en met regels
waar niet aan te tornen viel, ook al waren die regels
niet in het belang van het kind. Toch kwam er een
gesprek.
Met lood in mijn schoenen verscheen ik op dat
gesprek, samen met mijn moeder en vader. Ik voelde
me van te voren somber en geleefd. Het gesprek was
in een kantoorkamertje van mijn aanstaande school.
Een emotiearme man van ongeveer 55 jaar stond ons
te woord. Met een eentonige, levenloze stem begon
hij: “We gaan een intakegesprek voeren betreft de
overweging Sarah naar het Curium te laten gaan.”
Hij klonk alsof het al een uitgemaakte zaak was. De
woorden ’Sarah naar het Curium’, was het enige wat
ik eruit haalde. Zijn woorden ontmoedigden en deprimeerden
me nog meer.
Er waren ook nog twee tamme ratten waar ik verantwoordelijk
voor was. Ik was de enige die de moeite
zou nemen om ze elke dag los in mijn slaapkamer
te laten lopen en leek me heel belangrijk om zelf voor
ze te blijven zorgen. Als mijn moeder daarmee belast
zou zijn, zouden ze te eten krijgen, werd de kooi
verschoond maar het zouden de zoveelste
huisdieren zijn die als een last werden beschouwd. Ik
vroeg dan ook of ik er huisdieren mocht houden. De
man die het gesprek leidde antwoordde dat hij het
niet wist maar dat het, tot zover hem bekend was niet
was toegestaan.
“Vergeet huisdieren,” zei hij met een toon alsof het
belachelijk was om een paar ratten hierin mee te
wegen. Terwijl mijn ratten juist zo gewenst waren! Ze
waren de enigen thuis die van me hielden. Ze hadden
me nodig en ik hen. “Ja, vergeet huisdieren,” viel
mijn vader hem ook nog eens bij. Terwijl hij eerst
voor me op was gekomen toen het krijgen van ratjes
bijna niet doorging. Mijn ouders wilden me gelijk als
ze het door zouden zetten, voor twee jaar lang plaatsen.
De langste tijd die er mogelijk was. Ik werd er
door dit gesprek nauwelijks wijzer van hoe het nu
was om daar te wonen. Van de pedagogische visie
kreeg ik al helemaal geen notie. Sommige kinderen
hadden een eigen kamer, anderen deelden er een met
z’n tweeën of zelfs met z’n drieën. Je kon als cliënt
van te voren je voorkeur aangeven en dan was het
nog de vraag of je wens uitvoerbaar was.
Er was nog steeds geen definitieve beslissing
gevallen en toch was ik na afloop wanhopig en terneergeslagen.
Onderweg naar de bushalte liepen we
langs het gebouw dat wellicht mijn toekomstige thuis
zou zijn. “Het zou misschien wel goed voor je zijn om
daar te wonen,” merkte mijn vader ernstig op. Het
zag er netjes en sereen uit, kon ik niet ontkennen. Hij
had me geen groter plezier kunnen doen. Hij zou nauwelijks
minder met me te maken krijgen dan als ik
thuis zou blijven wonen. Misschien dacht hij ook dat
het beter voor mij zou zijn als mijn moeder en ik minder
met elkaar te maken zouden hebben. Zelf kon hij
me niet in huis hebben, want dan had hij minder
moeten gaan werken en hij kon nu al nauwelijks zijn
hoofd boven water houden. Toch vond ik dat hij me
niet steunde. Na het gesprek ging hij meteen door
naar zijn werk en liet mij alleen achter op dit moeilijke
moment in mijn leven – zijn verplichtingen daar
waren kennelijk belangrijker dan deze privézaken.
Toch knap hoe hij zo de knop om kon zetten. Ik ging
met mijn moeder mee naar huis.

*http://vorige.nrc.nl//binnenland/article2152328.ece/Honderden_kinderen_jaarlijks_de_separeercel_in