Meat Loafs vaarwel

Bert (superworm)

In 1999 trouwde voor het eerst één van mijn broers. Hij was destijds 22, ik tien, mijn broertje vijf jaar oud. We waren bruidsjongetjes en beleefden de hele dag van dichtbij mee, tot aan het enorme feest toe. Daar speelde een coverband de hele avond de zaal plat, waar honderden gasten zich laafden aan de open bar en naarmate de tijd vorderde, steeds wilder dansten. Twee liedjes kan ik me nog voor de geest halen: met tientallen jongeren tegelijk höken op Oerend Hard, en het met een gros kelen meeblèren van Paradise By the Dashboard Light. 

Ook bij de tweede bruiloft van een broer, wiens vrouw bijzonder veel hield van Paradise, werd het nummer gedraaid. Ook hier werd door de hele familie en alle vrienden eromheen, keihard meegezongen. Sinds die vroege herinneringen is Meat Loaf verankerd geraakt in onze familiegeschiedenis, op video en al. En wij zijn niet de enigen. Vrijwel elke kroeg heeft Paradise in de afspeellijst staan en Nederland is zelfs het enige land ter wereld waar het nummer een enorme hit werd. Hier kwam het stuk Wagneriaanse rock eind 1978 op één, terwijl het in de VS niet verder schopte dan een miserabele 39e plek en in Engeland niet eens de hitlijsten wist binnen te dringen.

Het was dan ook niet moeilijk om te beslissen of mijn jongere broer Joost en ik elk zestig euro (en twintig treinkosten) stuk zouden slaan op Meat Loafs allerlaatste concert in Nederland. Hij heeft aangekondigd dat zijn “Last at Bat”-tour, met concerten in zeventien zalen in het VK, Ierland, Duitsland en Nederland, zijn allerlaatste is. Hoewel oude rockers vaak terugkomen op die belofte, zou het bij Meat weleens waar kunnen zijn: het is alweer tien jaar geleden dat-ie zichzelf een hartaanval aan rockte en sindsdien is hij geplaagd door velerlei lichamelijke en vocale klachten.

In de IJsselhallen in Zwolle stond het te gebeuren, zaterdag 11 mei om 20:30 's avonds. Het toegestroomde publiek is het meest gevarieerde dat ik ooit zag bij een concert: van huisvaders tot Hell's Angels, van kleine kinderen tot hoogbejaarden. Precies op tijd zochten we een plekje zo dichtbij als we konden komen. The Beatles' “When I'm 64” begint te spelen, de zaal zingt het mee, de bandleden komen het podium op. De spotlights gaan aan, de rookmachine doet zijn werk. Daar is-ie dan, voor het eerst in ons leven en van zeker vijftig meter afstand: de levende legende van de theatrale rock. In de eerste helft zingt hij een selectie aan nummers van latere albums en spaart hij heel duidelijk zijn krachten.

Hij moet wel, zoals hij zelf ook zegt, “45 kilo zwaarder zijn dan Mick Jagger eist zijn tol”. Hij vertelt dat de show eigenlijk bijna vijf uur zou hebben geduurd, als ze er niet drastisch in hadden geknipt – nu is er nog ruim tweeënhalf uur van over, een hele klus voor welke 65-jarige dan ook. Na één van de nummers begint hij met het aanwijzen van mensen in het publiek, bij elk woord weer een ander. Met een geëmotioneerde stem zegt hij: “If it weren't for each – and – every – one – of – you here in this room tonight, there would be no me.”

Bat Out of Hell ging wereldwijd ruim 40 miljoen keer over de toonbank. Al Meats andere platen bij elkaar komen op 30 miljoen uit. Je kunt dus veilig stellen dat zijn eerste album zijn hele carrière gemaakt heeft, en dat zegt hij dan ook expliciet. Hij vertelt dat hij begrijpt dat hij na dertig jaar zijn keel kapot schreeuwen, nooit meer zal klinken als bij de studio-opnames in 1976. “Toch zal ik het deze avond proberen, het nog één keer alles geven, als ode aan jullie, de fans.” En hoe. Het hele concert werkt, zoals elk Meat Loaf-nummer, naar de climax toe. In dit geval is het een integrale versie van het album, in dezelfde volgorde en met dezelfde instrumentale solo's.

Een ode aan zijn eerste album als vaarwel, beter kon het werkelijk niet. Natuurlijk heeft hij zijn beperkingen, maar sinds hij enkele jaren op zangles zat om zijn twintig jaar compleet verkeerd gebruikte zangstem weer een beetje op peil te krijgen, is zijn live zang ten opzichte van vijftien jaar geleden, naar verluidt flink verbeterd. Al doet het er hier in Zwolle niet toe. Iedereen zingt Bat Out of Hell mee, Heaven Can Wait, 2 Out of Three Ain't Bad. De gezichten stuk voor stuk gelukkig, trots, weemoedig en met non-stop bewegende monden. Bij de intro van “You Took the Words Right Out of My Mouth” schreeuwen alle aanwezigen keer op keer “YES!”. En meer dan alle andere nummers, wordt Paradise woord voor woord meegezongen.

Elk nummer wordt afgewisseld met interviewclipjes op de grote schermen, duidelijk bedoeld om Meat wat adempauze te geven. In de clipjes vertellen Meat, Karla DeVito, Ellen Foley, Patti Russo en Jim Steinman over de totstandkoming van diverse nummers, Meat Loafs podiumkunsten en nog veel meer. Zo wordt verteld dat “2 Out of 3 Ain't Bad” bedoeld was als een ode aan Elvis. Iemand zei ooit tegen Jim Steinman: “Jij zult nooit een liedje kunnen schrijven als Elvis' “I Want You, I Need You, I Love You”. Even later zei Steinman: “Inderdaad kan ik dat niet, maar wel dit – de laatste zin had hij veranderd in “But there ain't no way I'm ever gonna love you.”

Steinman vertelt dat hij Meat Loaf meer ziet als een operazanger, dan een 'gewone' rockartiest. “Hij zou met zijn lijf, stijl van zingen en totale performance hooguit één of twee keer per week kunnen optreden, maar deed er in de eerste jaren zes per week.” Later: “Je zou kunnen zeggen dat zijn muziek hem uiteindelijk zal vermoorden.” Inderdaad zal Meat Loaf eerder dood neervallen, dan zich maar halfhartig inzetten. Hij mist een 50%-knopje. Ook qua show: bij “Bat Out of Hell” komt een enorme opblaasbare vleermuis vanuit het podium omhoog, met felrode ogen. Bij “Paradise” zijn het twee opblaasbare mensen in ondergoed, die elkaar onzedelijk betasten.

Tegen het eind van de plaat wordt Meat emotioneel. Met een brekende stem praat hij over zijn 65-zijn, de begrenzingen die drie decennia rocken met zich mee brengen, hoe alles begon dankzij de warme ontvangst die zijn eerste album kreeg. Hoe hij en Jim nooit hadden verwacht dat er uiteindelijk zoveel van zouden worden verkocht. “Het is een album dat je moet snappen, elk lied een soort mini-opera, en tegen alle verwachtingen in bleek dat enorm aan te slaan.” Duizend maal bedankte hij de fans.

“Wat ik heel graag zou willen, is dat jullie allemaal bij thuiskomst alle posters, t-shirts, LP's en cd's verzamelen die jullie hebben met de cover van Bat Out of Hell erop, om mijn naam met tape te beplakken en jullie eigen naam erop te schrijven. Dit is nu jullie album.” Hij huilt nu zichtbaar, grote tranen, overslaande stem. Hij haalt zijn iconische rode zakdoek tevoorschijn en veegt de zoute massa zweet en tranen van zijn gezicht. Tot slot draagt hij het nummer “For Crying Out Loud (You Know I Love You)” aan de fans op.

Het is onbegrijpelijk dat Nu.nl een zo verzuurd stuk schreef over Meats vaarwel. Het is als bij het afscheid van een kantoorarbeider die er veertig jaar trouwe dienst op heeft zitten, een speech houden met de nadruk op zijn achteruitgang in productiviteit. Natuurlijk is Meat niet meer de Meat van 1976. Wie dat verlangt, kan beter een teletijdmachine uit proberen te vinden in de tijd die men steekt in het schrijven van een volslagen nodeloze steek onder de gordel. De aanwezige fans zijn het ongetwijfeld stuk voor stuk compleet oneens met deze doofstomme en ziende blinde hater.

De Britten en Duitsers doen het qua vaarwelrecensies een stuk beter: Guardian, Independent, Telegraph, Berliner Zeitung en Morgenpost blazen stuk voor stuk de (verdiende) loftrompet. Wat je ook van de man of zijn muziek vindt: het is iemand die, zoals zijn schrijver Steinman zo treffend zei, letterlijk zijn gezondheid, stem en leven zal geven voor zijn muziek en zijn fans, en dat doen niet veel muzikanten hem na.

---

Een selectie aan video-opnames die ik maakte tijdens het concert kunt u hier bekijken. Zet wel het geluid op hooguit 30 procent, voor u begint met kijken, dit vanwege de ongelukkige combinatie van luide boxen en een inadequaat opname-apparaat.