Geslacht? Zoek dat zelf maar uit

Esther (Estherschrijft)

Een alledaags, maar daarom niet minder vertederend tafereeltje. Een vrouw of een man, of beiden, achter een kinderwagen. De nieuwbakken ouder, bijna uit elkaar barstend van trots, rolt het babyvoertuig beheerst en veilig over een trottoir. Borst vooruit, hoofd omhoog en ogen op de teerbeminde nakomeling gericht. Daar komt een bekende aan. Ha fijn, publiek! Beiden houden de pas in en treffen elkaar in een moment van euforie. “Aaaah, wat lief!” teemt de kennis terwijl hij of zij het hoofd in de kinderwagen steekt. Om vervolgens te vragen: “Wat is het nou geworden, een jongen of een meisje?” Zo gaan dat soort dingen. Al eeuwenlang. Het wonder van de geboorte laat niemand onberoerd. Het is zo aanstekelijk, dat jonge oudergeluk. Maar we willen natuurlijk wel weten of de stad, het land, de wereld een lief prinsesje of een stoere ridder rijker is. Demografisch gezien een erg belangrijk gegeven. En je ziet het nooit aan zo’n pasgeboren larfje. Sommige ouders hinten er lustig op los met kleurtjes als roze en lila, voor decoraties als hartjes en strikjes, of ballen en autootjes in verschillende tinten blauw. Maar we vragen het voor de zekerheid toch maar, al was het maar om de volgende vraag juist te kunnen formuleren: “Hoe heet hij?” Of zij natuurlijk.

Hoezeer dit soort spontane belangstelling ons straatbeeld ook opfleurt, het moet afgelopen zijn. Althans volgens een Canadees echtpaar. Want door een kind jongen of meisje te noemen, zadelen wij het op met de terreur van de seksen. En dat is slecht, heel slecht. Een kind is een mens, een mensenkind, en wat de natuur tussen de beentjes van de dreumes heeft gecreëerd, heeft daar helemaal niets mee te maken. Sterker nog: door het kind als mannelijk of vrouwelijk te bestempelen, sjouwt het zijn leven lang rond met een rijke historie aan sociale conventies die het man of vrouw zijn met zich meebrengt.  En daar moeten we vanaf, vindt het stel. Hun kinderen moeten opgroeien in ultieme vrijheid. Gelukkig hebben ze een oplossing bedacht. Ze houden het geslacht van hun kind geheim. Totdat het zelf kan beslissen of het meisje of jongen wil zijn.

Nu klinkt het mij paradoxaal in de oren om vrijheid en geheim in één zin te noemen, maar het werkt wel. Hun oudste kind, dat recentelijk ontdekt heeft dat het de mannelijke geslachtskenmerken heeft, draagt zijn lange haar graag in vlechtjes, lakt regelmatig zijn nagels en heeft een lievelingskledingstuk: een lange roze jurk. Omdat die zo flatteus over zijn kont valt. Gefeliciteerd. Dus jongens mogen jurken dragen en meisjes mogen met auto’s spelen. Ik ben voor. Dit kind voelt zich vrij om dit soort keuzes te maken. En dat is een groot goed. Maar het lijkt me pas echt een bevrijding als zo’n vaststaand feit als het geslacht daar onderdeel van uitmaakt.

Intussen is heel Canada in rep en roer en spreekt iedereen schande van de twee progressieve ouders. Ze zouden hun kinderen opvoeden tot buitenbeentjes, maatschappijvreemde kneusjes, die mikpunt zullen worden van pesterijen. Het is slechts een kwestie van tijd. Maar wat weten zij nu helemaal, de critici, verpest als ze zijn door het keurslijf dat het verschil in geslacht hen aandoet.

En toch maak ik me ernstig zorgen. Behalve dat de geheimhouding me een lastige taak lijkt (wat als het kind eens gaat logeren of in het ziekenhuis belandt?) voorzie ik ook het een en ander aan problemen. Zo veel vrijheid, kan een kind dat wel aan? En wordt het daarmee niet vogelvrij? Een prooi voor pesterijen. En identiteitscrisissen. Wat als de kinderen van dit stel in de puberteit de verrassing van hun leven krijgen als hun lijf geslachtskenmerken ontwikkelt die lijnrecht tegenover de keuze staan die ze zelf gemaakt hebben? Moeten ze dan ook de vrijheid krijgen om een plastisch chirurg in te schakelen? Of moeten we gewoon nog even wennen aan mannen met een C-cup en vrouwen met borsthaar? Ik hoop maar dat de medische wetenschap tegen die tijd in staat is om hun kinderwens in alle vrijheid op te lossen.

Het jongste kind van deze idealistische mensen is geen hij, geen zij, maar een het. Totdat het zelf bepaalt of het zich man of vrouw voelt, onafhankelijk van dat piemeltje of dat gleufje. Want dat doet er niet toe. Zo voyeuristisch moeten we niet zijn. Het heeft wel een naam: Storm. En daar zetten ze me toch behoorlijk op het verkeerde been. Ik twijfel: is dit een duidelijke aanwijzing of een enorme dot zand in de ogen? Maar die vraag moet ik mezelf niet stellen. Storm is gewoon Storm. En ik hoop ook dat het dat is. Liefst in een glas water.