Mijn God, Mijn God, waarom verlaat Gij Mij?

Bert (superworm)
Deze en bazbo's column zijn enkele weken geleden geschreven als deel van een Paas-special. Het plan was om het gehele paasverhaal in een continue columnrij te posten op Goede Vrijdag. Alleen bazbo en ik hebben er eentje geschreven, dus bij deze posten we ze.

N.B.: Dit verhaal is puur geschreven om de kruisiging, zoals christenen geloven dat ze gebeurd is en met de redenen daartoe, te portretteren.

Jezus hing er al een tijdje. Hij had wat bemoedigende woorden tot zijn moeder en beste vriend gesproken, had een misdadiger een plekje in de hemel beloofd en leed pijn. Ondraaglijke pijn. Zeventig of tachtig kilo vlees aan twee dikke spijkers in zijn polsen hangend, met als enige verlichting een nog grotere spijker door beide voeten; Hij had de keuze tussen hangen aan Zijn armen, of Zijn benen tegen de spijker duwen zodat Zijn armen even verlost waren van de tergende overspanning. Zijn pezen raakten langzaam verzuurd, het afzetten tegen de nagel in zijn voeten kon hij slechts enkele seconden volhouden om dan weer hard terug te zakken om weer aan zijn uitscheurende polsen te hangen.

En toen werd het donker. Het was twaalf uur 's middags en Jezus schreeuwde het uit. Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Zijn Vader gaf al sinds het begin van de kruisiging geen enkele vorm van verlichting. En nu deed Hij het licht uit. Letterlijk. Drie uren lang floten de vogeltjes niet, brak er paniek uit in de menigte onder het kruis en spotten ze met Zijn oud-Hebreeuws, dat niemand verstond: Eli, Eli, lama sebachtani. “Versta jij het?” “Nee, ik ook niet. Misschien roept-ie Elia aan, de grote profeet. Blijkbaar kan die zogenaamde Zoon van God zichzelf niet redden en heeft-ie Elia's hulp nodig. Haal jezelf van dat kruis af, dan, malloot!”

Mijn God, mijn God, waarom verlaat Gij mij,
En redt mij niet, terwijl ik zwoeg en strij',
En brullend klaag in d' angsten die ik lij'?
Dus fel geslagen?
't Zij ik, mijn God , bij dag moog' bitter klagen.
Gij antwoordt niet; 't Zij ik des nachts moog' kermen.
Ik heb geen rust, ook vind ik geen ontfermen,
In mijn verdriet.


Jezus hield het niet langer. Hij had naar Vader geschreeuwd en opnieuw geen enkele vorm van antwoord gekregen. God wilde graag met Zijn Zoon praten, maar begreep het hogere doel nu even iets beter dan Jezus, die vooral gewoon pijn leed. Jezus hing daar niet voor niks. Al sinds Eva ongehoorzaam was en de duivel boven God verkoos, moordden, verkrachtten, stalen, neukten en logen de mensen wat af. Zo had God ze niet geschapen. Hij is enkele malen heel erg boos geworden op Zijn creatie; de frustratie is eigenlijk heel menselijk. Je schaapt iemand naar je eigen beeld, zondeloos, lief, eerlijk, goed. Je hoopt dat ze zo blijven om jou te eren en in vrede te leven, maar neen.

Ze kiezen het hazenpad en gaan ervandoor met een gevallen engel die zijn eigen rijk gesticht heeft, en wiens enige doel is alles wat jíj gemaakt hebt verruïneren. Dat maakt chagrijnig. God heeft sindsdien de mensheid flink vaak gewaarschuwd en getracht ons weer op het rechte pad te brengen. Twee steden waar overspel, homofilie en gokken hoogtij vierden, maakte hij met de grond gelijk. Duizenden doden. Na ruim duizend jaar de mensheid te hebben aanschouwd riep Hij de zondvloed het leven in. Slechts acht mensen overleefden die ramp. En toch verneukten ze het weer. God gaf de mensheid toen nog de Tien Geboden. Werd absoluut niet naar geluisterd.

Ja, wat doe je dan? Ik zou het zelf wel geweten hebben. Laat ze lekker. Nieuw planeetje scheppen, nieuwe mensjes, engelen die wél luisteren, love, peace and understanding; maar nee. God gaf zich niet gewonnen. Wat Hij al een paar keer had geprobeerd, alle mensen uitroeien en opnieuw laten beginnen, werkte niet zo wonderwel als het idee wellicht doet lijken. God had echter een zoon, die tot die tijd nogal op de achtergrond gebleven was. Hij vroeg Zijn zoon om af te dalen naar de aarde, een menselijke vorm aan te nemen, een volledig zondeloos leven te leiden en daarna een verschrikkelijke marteldood te sterven; die dood en dat lijden stond dan symbool voor de 'afbetaling' van alle zonden van alle mensen die oprecht in Hem wilden geloven.

Een goed idee, vond God. Zo kregen de mensen die écht hun best deden een nieuwe kans, en kon Hij de rest alsnog afschepen naar de duivel en diens eeuwige rijk van verdoemenis. Eind goed, al goed, dacht God. Jezus deed het prima. Hij veranderde water in wijn, sprak de kerkoversten belerend toe en had nogal wat mooie vergelijkingen verteld. Maar toen de tijd kwam om te sterven, begon Hij er steeds meer tegenop te zien. Menselijke emoties, God had het wel door. Jezus zweette letterlijk bloed in de Tuin van Gethsémane in een wanhopige smeekbede die uren duurde. Het mocht niet baten; God herinnerde Jezus eraan dat Hij een klusje was begonnen, en dat Goden nu eenmaal netjes afmaken waar ze mee zijn begonnen.

En nu zei Hij weer niks. God hield Zijn mond. De hele kruisiging heeft Hij geen enkel woord van bemoediging of goedkeuring uitgesproken. Niks. Nada. Jezus, die altijd terug kon vallen op Paps gedurende Zijn aardse bestaan, voelde zich ontzettend alleen. Hij bleef, naast een God, bovenal ook mens. Hij voelde zich in de steek gelaten, verraden, bedrogen en teleurgesteld. Men had hem niet begrepen, God gaf niet thuis, en het deed zo ontzettend pijn. Om drie uur was de zonsverduistering over en scheen de felle middagzon op Zijn bloedende, verkrampte gestalte, hoog verheven boven de menigte.

Jezus schraapte Zijn schorre keel, probeerde te schreeuwen, maar er kwam geen geluid meer uit. Een soldaat snelde toe en vroeg in het Latijn wat er aan de hand was. Jezus antwoordde fluisterend “Mij dorst...” “Hij heeft dorst”, zei de soldaat. “Hebben we nog wat liggen?” “Ja”, zei een tweede, die een emmer pakte, een speer, en een spons. “Edik.” Edik, zuur bier gemaakt met azijn en gist, was een populair soldatendrankje. Jezus kreeg ruw de spons in Zijn gezicht geduwd en sabbelde eraan. Zijn gezicht vertrok van de zure smaak en hij kreunde van pijn en dorst; edik werkt ongeveer even dorstlessend als chocomel. En de soldaten brulden van het lachen. Rolden over de grond. Onder de tafel, als die er was. Ze kwamen niet meer bij.

Door het ontbreken van meer Paas-special-materiaal eindigt deze column op een cliffhanger. De rest is te lezen in de Bijbel, of vanavond te bekijken in het derde deel van de BBC-serie 'The Passion', BBC 1, 21:30.