Magistrale manoeuvres in Moskou (5)

John Beringen is bekend geworden door o.a. zijn boek ''Het verschijnsel Bob Evers'', hetgeen inmiddels een veel gezocht collectors-item is geworden. Geïnspireerd door de unieke opzet van de Bob Evers- verhalen besloot hij een eigen serie op te zetten: de ''Fred Huizinga-serie'' ''Magistrale Manoeuvres in Moskou'' is het eerste deel uit een trilogie.

Hoofdpersonen zijn drie jongens uit Utrecht van begin twintig jaar oud, t.w.: Fred Huizinga, die bij zijn vader in de zaak (een metaalbedrijf) werkt op de afdeling verkoop, Peter Heygraaf, advocatenzoon en student rechten en Hans Verlinden, die werkzaam is op het administratieve vlak via uitzendbureaus. Het verhaal speelt zich af in 1992; ruim een half jaar na de val van het ijzeren gordijn. Met toestemming van zijn uitgever en John zelf mogen we dit boek als feuilleton hier plaatsen. Mocht je de eerdere delen gemist hebben, een link naar de eerdere delen staat onderaan.

En zo kon het gebeuren dat Peter, Fred en Hans inderdaad iets meer dan een week later naar Moskou vertrokken... per trein. Meteen na het onderhoud met pa Heygraaf was er tussen de drie vrienden het nodige geharrewar ontstaan over de vraag of ze nu met het vliegtuig zouden reizen of met de trein. Hans had de voorkeur voor het vliegtuig gehad omdat dat gewoon de snelste manier was. Peter had daar weer tegen geprotesteerd door op te merken dat de trein stukken goedkoper was.

"Bovendien is het ook nog eens een keer zo dat het vliegveld van Moskou zich enige tientallen kilometers buiten de stad bevindt. En dacht je dat de busdiensten daar net zo goed geregeld zijn als hier? Als we met de trein gaan, komen we in ieder geval in de stad zelf aan en dan kunnen we gewoon de metro nemen naar het centrum." Op dit punt had Peter bijval van Fred gekregen: "Geloof het nou, Hans; Peter heeft gelijk. In de trein hebben we tenminste de tijd om wat reisgidsen te bestuderen en een opzet voor te bereiden. Als we met het vliegtuig gaan, kunnen we dat wel vergeten en dan zijn we evengoed een volle dag kwijt om in ons hotel de hele zaak door te nemen. Bovendien wil ik iets van Polen zien." Hans was nuchter genoeg om de redelijkheid van de praktische argumenten in te zien. Na enig informeren waren de drie jongens te weten gekomen dat ze gewoon op het Centraal Station in Utrecht op de internationale trein "Hoek van Holland - Moskou" konden stappen.

Nu was het, in de tijd waarin dit verhaal zich afspeelt, per trein naar Rusland reizen een heel merkwaardige kwestie. In de internationale trein, die voor het grootste deel bestond uit Duitse rijtuigen, bevond zich één donkergroene wagon, van de Russische spoorwegmaatschappij, aan de zijkanten opgesierd met een grote plaquette met daarop de onvermijdelijke hamer en sikkel. En wie bijvoorbeeld naar Berlijn reisde en dacht te kunnen instappen in de Russische wagon, die kwam bedrogen uit. O nee! Voor beide ingangen van dit rijtuig stond een Russische conducteur (officiële naam: "provodnik") die uitsluitend mensen binnenliet die een kaartje naar Rusland konden tonen. Behalve dit kaartje diende men ook een reservering bij zich te hebben. Deze reservering kon voor de heenreis gewoon in Holland in orde worden gemaakt. Voor de terugreis diende men zich bij het station in Moskou te vervoegen. De provodnik had behalve de kaartjes en de reserveringen ook de paspoorten en de visa van de jongens ingenomen en in gebrekkig Engels laten weten dat zij deze papieren dertig minuten voor de aankomst in Moskou weer terug zouden krijgen. Met een potlood had hij het nummer van hun coupé op de paperassen geschreven en hen doorgelaten. Inwendig lachend had Peter gezien hoe Fred hoogst geïnteresseerd het uniform van de man had bekeken, alsmede het Russische rijtuig.

"Dit schaalmodelletje heb je zeker nog niet, hè Freddie?" had Peter gemompeld toen Fred in de trein klom. "Ach, jij altijd met je rare moppen," had Fred gereageerd. "Ha, de reis begint," liet Peter weten toen de trein in beweging kwam. Intussen had Fred de bank in de coupé onderzocht en uitgevonden dat er drie slaapplaatsen boven elkaar ontstonden als men de rugleuning van onderaf naar zich toe trok, tot deze horizontaal was en aan twee kettingen klikte die daarvoor waren aangebracht. "Dat is handig," zei Peter. Hans bekeek de constructie aandachtig. De zitting van de bank vormde het eerste bed, de rugleuning het tweede en de brede plank, die in eerste instantie op een kofferrek had geleken, was uiteraard het derde bed.

"Wie slaapt waar?" vroeg Hans. "Laat Peter maar het eerst kiezen," adviseerde Fred. "Anders kon hij het wel eens als een slecht voorteken zien dat hij een bed toegewezen krijgt." Nadat Peter had gesputterd over de grappen met betrekking tot zijn bijgeloof en hij zijn twee vrienden verzekerd had dat deze opmerking kant nog wal raakte, kwamen ze overeen dat Peter het onderste bed zou nemen, Fred het middelste en Hans het bovenste. "Het was niet sarcastisch bedoeld, Peter," verontschuldigde Fred zich. "Ik ben alleen machtig blij dat we niet van perron dertien zijn vertrokken, anders had je daar waarschijnlijk WEL mee gezeten." Triomfantelijk keek Peter hem aan: "perron dertien bestaat helemaal niet." "Hè?!"  Fred had net zijn koffer opgepakt om deze in het rek aan de andere wand van de coupé te deponeren. Verbaasd zette hij hem weer op de vloer: "meen je dat nou, of zit je me voor de gek te houden? Utrecht heeft toch zeker meer dan dertien perrons?" “Jazeker,” knikte Peter, “maar de sporen en de perrons hebben ieder een andere nummering. De sporen worden gewoon doorgeteld maar de perrons hebben hun nummer alleen toebedeeld gekregen aan de hand van het nummer van het spoor waar je ook daadwerkelijk kunt instappen. Maar nou komt het: tussen perron 12 en 14 liggen de sporen 12, 13 en 14. Spoor 13 is slechts een doorgangsspoor waar nooit treinen stoppen. Vandaar dus dat perron 13 helemaal niet bestaat. Dat zou jij als spoorwegfanaat toch moeten weten."

Wanhopig keek Fred naar Hans. Deze haalde zijn schouders op ten teken dat hij het niet wist. "Vraag het maar na als we weer terug zijn in Holland," ging Peter verder. Hij zei dit op enigszins belerende toon. "Hm." Fred pakte wederom zijn koffer en legde deze in het rek, onderwijl zichzelf nog steeds afvragend of dit verhaal inderdaad waar was.

Hoe dit verder gaat lees je volgende week. Liever morgen verder lezen? Het boek is ook gewoon te koop en kun je hier bestellen!