Hansie Hansie en de terugblik naar volwassenheid.

Ze viel me vanochtend al op. Je kent ze wel. Dat je denkt: 'Meid loop door, die chocoladeletters liggen er volgende maand nog steeds.' Alsof ze m'n gedachten kon lezen stapelde ze de letters op alfabet en op kleur. Puur, of ik er wel notie van wilde nemen. Qua inpeperen kon hier geen zwartkijkende, gekleurde Piet tegenop. Haar kraaienpoten langs de schichtige ogen trokken de blik boos. Ze had geen haast zo te zien. Ik zou hier niks in de melk te brokken krijgen. Ze hervatte haar duidelijk van tevoren uitgestippelde snoeproute.

Ik moest denken aan mijn eerste dag in het magazijn van De Basismarkt. Op het industrieterrein, schuin tegenover het distributiecentrum van de PTT. Het zal 1996 geweest zijn. Voordat ik mijn route als orderverzamelaar begon met het eerste orderbriefje, gekregen van Paul van Steenbergen uit een belendend dorp hier in de Bommelerwaard, kwam ik langs twee andere orderpickers die ik vaag van gezicht kende. De één vroeg, nogal luid: 'Bende gij nie van Nivo?' Ik schrok een beetje, was bijna geïntimideerd. Buiten dat-ie nogal hard praatte, had-ie een blik van: 'Durf eens ja te zegge, dan sla ik oe verrot.' Ik vroeg timide of-ie me wel eens had zien voetballen dan. 'Jazeker, mè munne neef, De Platte.' Bleek later dat Henkie Versfeld, daar heb ik het over, altijd zo praatte. Dat-ie het type ruwe bolster blanke pit is. Bleek-ie later idd een goeie gast te zijn. Je vergeeft zo iemand zelfs dat-ie supporter van Feyenoord is. De roependen in de Euromast, zijn ook maar gedwongen in het kraaiennest plaats te nemen.

Ik hervatte mijn tocht in de Albert Heijn. Ik volgde dezelfde weg als de, laat ik het netjes zeggen, vrouw die haar woorden niet op een schaaltje weegt, al heeft ze nog zoveel gesuikerde letters. Er is een tijd geweest dat je mij kon volgen gewoon door het zweetspoor op de grond. De broodkruimels die ik op mijn pad vond vanochtend waren onmiskenbaar van de onderweg snoepende voorgangster. Het was geen tuinpad van m'n vader. Eerder een slakkengangetje, als een hongerige John de Wolf met een steen op zijn maag, in de rij voor het jubilerende Bommelse twee-sterren restaurant La Provence. Dat bestaat inmiddels 30 jaar. Ooit, lang geleden, 's nachts om een uurtje of 3 samen met Eric van de Aa aangebeld. Of ze ook broodjes bal verkochten. Uit het vet graag.

Ik kon er dus niet langs. Het leek me niet echt een schappelijke dame, hoewel ze er wel in huis hield. Ik liet het maar op zijn beloop. Klinkt misschien vreemd, maar weer kwamen Henkie en De Basismarkt bij me in gedachten op. Het voelde bijna als een thuiswedstrijd. De basis was gelegd. Nu de bodem nog. Van de grootste FC Den Bosch fan van Nederland, tevens de gemeenste grensrechter in de Bommelerwaard, Paul van Steenbergen weer een orderbrief gekregen. Vol goede moed aan het verzamelen. Niet op de hoogte van de spelregels op de werkvloer passeerde ik Henk, alsof ie een trage linksachter van het zesde van SBS was. Toen hoorde ik plots met de meest lijzige stem, alsof Frans Bromet aan het filmen was onder zijn eigen commentaarstem: 'Gááááán we inhááááálen?' Ik werd even op z'n Henks en op z'n Bommels op m'n plaats gewezen.

Vanochtend eenmaal buiten, m'n boodschappen in de fietstas op de bagagedrager aan het laden. Staat de chocoladeletterkundige, spreekwoordelijk, pal naast me. Het was denk ik net even een stukje te ver lopen na alle inspanningen in de winkel. Ze gooide namelijk, met een ferme zwaai, haar halfje bruin in een rekje aan het stuur. 'U lijkt wel zo'n ouderwetse bakker, die deden dat vroeger ook.' Langzaam richtte ze haar hoofd op. Ze besnuffelde me, met een misprijzende blik, van top tot teen. Het dedain spatte onder haar zware wenkbrauwen me tegemoet. Ze gaf geen krimp. Haar houding zei genoeg. 'Het was maar een grapje mevrouw.' 'Dat zijn geen grapjes. Dat laat je maar. Daar ben ik niet van gediend.' 'Ik zei toch niks verkeerds mevrouw?'

Toen ze wegreed keek ik een andere klant aan. We hadden geen woorden nodig. We lachten beiden binnensmonds. Alsof we met een mond vol tanden stonden. Dan is het contrast met m'n oud-collega groot. Als Feyenoorder wist-ie 20 jaar geleden al van aanpakken. Had geen woorden nodig om tot daden te komen. Bij Henkie wist je al snel wat voor een vlees je in de Kuip had.

Zoals Hans Kraaij Jr. ooit één keer een knuffel kreeg van zijn vader, Hans Kraaij Sr. Ooit één keer hand in hand mocht lopen. Later, op diens laatste benen. Toen woorden niet meer werden gevraagd. Ook niet meer nodig. Het was begrip dat restte. Hand in hand, tegen de tranen. Zoals De Kromme afscheid nam van zijn leermeester, de "norse" Ernst Happel. Zo steek ik mijn hand in het vuur voor m'n oud-collega, wiens blikken kunnen doden. Die herinnering gun ik "Hansie Hansie" ook. Het aan één terugblik genoeg hebben, om de bal aan de voeten voor eeuwig te koesteren. 

 
:P