Alles lijkt kleiner

‘Wat lijkt alles toch klein hè? Zo vanuit het vliegtuig?’

Zwijgzaam kijken we door het kleine patrijspoortje. De wereld glijdt met haar mini-steden en landschappen onder ons door. Madurodam vanuit de lucht.

Vliegen is niet meer wat het geweest is. Tegenwoordig betaal je voor alles. Waar je vroeger weleens met een glimlach en een knipoog bij de dame van de incheckbalie gematst werd, worden er nu keiharde euro’s voor gerekend. Zelfs voor je koffers moet je betalen. Ooit mochten die gratis mee, maar dat is tegenwoordig raar. Betalen! Anders prop je je onderbroek en tandenborstel maar in je handbagage. En niet meer dan vijftien kilo anders …

Sta je dan thuis met je koffer op de weegschaal. Ik dacht nog wel dat het mee zou vallen. Helaas. Onberispelijk werd ik erop aangesproken dat ik een kilo teveel in mijn koffer had. Ik wilde het met mijn onbeholpen gezicht nog weglachen. Dat werkte niet. Pas toen ik dreigde er ter plekke maar een kilo aan smerige onderbroeken uit te trekken, mocht de koffer toch nog mee. Gelukkig maar.

Alles kost geld in het vliegtuig. Dat je ticket al een halve goudklomp waard is, maakt ze niets uit. Dat je duur betaalde extra beenruimte ook relatief is, merk je wanneer je buurman voor je de stoel naar achteren zwiepert.

Het liefst wil ik enorm klagen vergelijken met een vliegreis uit een derde wereld land. Ik besef echter dat dit louter een beklag vanuit welvaart is. Ik zit in een vliegtuig, vertrokken uit een mooi land. Ik mag niet zeuren.

Een beetje wezenloos roer ik de klonten weg uit mijn kartonnen bakje instant cappuccino, 2 euro 80. Ik bestudeer de foto op de menukaart van het saucijzenbroodje, 3 euro 80, daarna staar ik een beetje bedroefd naar de werkelijkheid. Dan naar mijn vriendin.

‘Wat lijkt alles toch klein, hè? Zo vanuit het vliegtuig?’