Dood aan het communisme

Vorige week schreef ik mijn column “Het socialisme is moreel verwerpelijk”. Ik betoogde hierin dat het socialisme diefstal is. Gisteren reageerde columnist Rein hierop. Hij denkt dat ik het socialisme verkeerd begrepen heb. Helaas beargumenteert hij dit niet, maar gaat zijn verdere column over het communisme. Echter, waar het socialisme nog enkel moreel verwerpelijk is, belichaamt het communisme het pure kwaad.

Als iemand kritiek heeft op het communisten, klinkt vaak het argument “het systeem is nooit correct doorgevoerd”. Dit komt door de verschillende definities van het communisme, die door voor- en tegenstanders gebruikt worden. In Nederland noemen wij immers de Sovjet-Unie communistisch, terwijl Sovjets zichzelf socialistisch noemden.

Marx zelf gebruikte de termen ook door elkaar, maar verduidelijkte later zijn idee door twee fases van het communisme te beschrijven. De eerste fase is het socialisme, waar nog een staat is om een goed verloop te geven naar de tweede fase. De tweede fase is immers het “echte” communisme. Er is geen staat meer en eenieder produceert naar zijn vermogen en neemt naar zijn behoefte. Als mensen het dus hebben over het incorrecte doorvoeren van het systeem, bedoelen ze dus dat de tweede fase nooit bestaan heeft.

Dat de tweede fase nooit zal bestaan is logisch. Marx’ toekomstvoorspellingen zijn immers nooit uitgekomen. Na 174 jaar is de middenstand nog niet weggeconcurreerd door het kapitaal en zijn er enkel grote opstanden geweest in landen waar er sowieso al amper een middenstand was. De eerste fase is zelfs maar in enkele landen doorgevoerd, van een tweede fase was helemaal geen sprake.

Daarnaast hangen er veel praktische problemen aan de tweede fase. Hoe kan je handelen met (mensen uit) andere staten zonder zelf een staat te hebben? Zijn er rechters? En zo nee, hoe voorkom of straf je moord? En zo ja, hoe balanceer je de macht? Dat zijn vragen waar het communisme slechts vage antwoorden op heeft.

Maar het echte kwaad zit in de kernwaarde van het communisme: Eenieder produceert naar zijn vermogen en neemt naar zijn behoefte. Dit is onwerkbaar. Mensen zijn geen puur goede wezens; ze zijn grijs. Al bij baby’s is te zien dat ze gemeen tegen anderen kunnen doen. Krijsen als ze minder aandacht krijgen dan gewenst, gillen als een ander die aandacht krijgt, hun tweelingbroertje of –zusje wegduwen als ze eten krijgen. Naarmate men opgroeit, wordt dit subtieler, maar niet minder. Pesten, afpakken, iemand een hak zetten. Dit betekent niet dat mensen in het algemeen slecht zijn, enkel dat ze gemene dingen kunnen doen.

Vrijwel niemand zal produceren naar zijn vermogen en vrijwel iedereen zal meer nemen dan zijn behoefte. Kijk naar jezelf, je collega’s of je buren. Vertrouw jij er echt op dat ze zullen produceren naar vermogen en nemen naar behoefte? In een staatloze maatschappij kan er geen orgaan zijn die dit controleert, zonder hierbij macht over anderen te krijgen.

Zonder zo’n macht valt de maatschappij in wetteloosheid. Er zal altijd wantrouwen zijn, waardoor mensen uiteindelijk het recht in eigen hand zullen nemen en er wat van zullen zeggen, of erger, daarbij geweld gaan gebruiken. Uiteindelijk zijn we weer terug naar het leven voor een fatsoenlijke maatschappij en geldt het recht van de sterkste. Diegene produceert niks meer en neemt alles, totdat hij een sterkere tegenstander tegen het lijf loopt.

Hoe is dit anders dan kapitalisme? Simpelweg niets. Daarom hebben wij staten en organen. Door middel van de wet en de uitvoering daarvan wordt het recht van de sterkste ingeperkt. Eigendomsrechten zorgen ervoor dat de sterkste simpelweg niet alles kan nemen en het kapitalisme zorgt ervoor dat iedereen wel moet produceren. Bij een geschil komt een rechter kijken, waardoor de sterkste simpelweg niet gelijk heeft omdat hij sterker is. Zolang er een goede controle is en er een goede balans is tussen de overheidsorganen, met daarbij een gezonde inspraak en macht van de burger, gaat dit meestal goed. Niet perfect, want dat bestaat niet, maar wel goed.

Het communisme is geen droom, maar een nachtmerrie. Dood aan het communisme!