Oh Oh Rèthymnon (1)

Schatje, ben je thuis?’ Aloysius Kreukel kwam net thuis van een lucratieve verkoop. Hij had in 1999 een velletje huwelijkszegels voor veertig gulden op de kop getikt en dat had hij nu kunnen verkopen voor € 1.250,00. Teutje was net met het eten bezig en geloofde haar oren niet. Aloysius had haar schatje genoemd. Dat had hij voor het laatst gedaan toen ze het nieuwe bed hadden uitgeprobeerd en daarna toch weer een ander, wat steviger bed moesten gaan kopen. En dat was heel erg lang geleden, want het bed dat ze toen hadden gekocht was nu al bijna weer aan vervanging toe en dat kwam niet door het  veelvuldig testen van de veren. Teutje ging dus snel poolshoogte nemen.

Samen met mijn vakantiegeld kunnen we nu eindelijk die droomreis maken die we al zo lang wilden, Teutje’, zei hij trots. Teutje kreeg bijna tranen in haar ogen van blijdschap. Ze hadden in het begin van hun huwelijk eens een keertje vakantiefoto’s van Teutje’s ouders uit Kreta gezien en sindsdien was het hun droom om daar ook eens heen te kunnen gaan. Tot nu toe was het vakantiegeld van Aloysius echter net toereikend geweest voor een trekkershutje in Drenthe. Het laatste hutje dat ze hadden gehuurd, luisterde naar de naam Pijpenstrootje. Dat had Teutje wel een beetje gênant gevonden, want die naam wekte verwachtingen die Aloysius niet waar ging maken. Met zijn verlepte grassprietje was al jaren niets meer aan te vangen.

Maar nu konden ze dus eindelijk de gedroomde reis gaan maken. Hoe vaak had Teutje al niet van mooie Griekse mannen gedroomd die haar bewonderden terwijl ze op het spierwitte zand bij de azuurblauwe zee lag. Na zo’n droom had ze wel altijd het hoeslaken van het bed moeten verschonen. Op het laatst had ze maar een onderlegger gekocht. Die was tenminste afwasbaar.  

Dick Fallus, de psychotherapeut van Teutje, had een mooi gelegen appartementencomplex op zo’n vijf kilometer van het leuke stadje Rèthymnon voor de Kreukeltjes geboekt via internet. Hij had haar beloofd dat hij na een paar dagen ook zou komen met zijn nieuwe vriendin Cora. De vlucht was al erg vroeg, dus veel slaap hadden onze vrienden niet gehad. Ze waren netjes op tijd bij Schiphol. Dick had ze weggebracht, had ze geholpen met de koffers bij de balie en wees de weg naar de beveiliging. Verder kon hij niet met ze mee. Hij had samen met ze online ingecheckt. Dus dat hoefden ze niet meer te regelen.  Hij had ze ook verteld wat ze wel en niet mee mochten nemen en dat was maar goed ook, want de enorme pot antirimpelcrème van Teutje mocht echt niet in de handbagage. Teutje en Aloysius hadden nog nooit gevlogen, dus ze wisten niets over wat wel en wat niet mocht.

Ze naderden de beveiliging en vooral Teutje keek haar ogen uit toen ze de knappe beveiligers zag. Ze hoopte maar dat ze gefouilleerd werd. Onze vrienden wilden zo door de scan lopen met hun handbagage, maar dat bleek niet te mogen. Ze moesten die bagage in een bakje doen en ook de riem van de broek van Aloysius moest daarop. Dat was een probleem want zonder die riem zakte zijn broek beslist af. Hij moest dus zijn broek ophouden toen hij door de scan ging. Er volgde een pieptoon. Hij was zijn huissleutels vergeten. Wist hij veel. Hij was nog nooit op Schiphol geweest. Hij wilde zijn sleutels pakken, maar liet per ongeluk daardoor zijn broek los en stond even later in zijn onderbroekje. ‘U mag uw broek wel aanhouden, hoor meneer. Nu uw sleutels uit uw zak zijn piept het systeem niet meer. Dus er is geen wapen aanwezig’, zei de beveiliger. Teutje, die al door de scan was, moest lachen. ‘Er is daar al jaren niets meer aanwezig waarmee hij kan schieten’, zei ze. Aloysius kreeg een rode kop en liep snel door. Teutje was wel blij dat ze de elektrische Aloysius in de koffer had gedaan en niet in de handbagage.

Wat een leuke winkels allemaal, he Aloysius?’ Teutje wees naar de See Buy Fly winkels die zich achter de douane bevonden. Vooral de parfumerieën waren spek voor haar bek. Aloysius had meer oog voor de drankwinkels. ‘Wij mochten nog niet eens een frisdrankje meenemen door de douane en hier kan ik zoveel flessen drank kopen als ik maar wil’, zei hij tegen met verontwaardiging in zijn stem tegen Teutje.

Teutje bedacht dat ze eerst maar een kopje koffie moesten gaan drinken en een broodje gaan eten, want ze hadden nog geen ontbijt gehad op de vroege morgen. Dus streken ze neer bij een koffiehoek en Aloysius haalde wat te drinken en te eten. Toen ze het op hadden, zakten ze een beetje weg, want ze hadden maar kort geslapen. Plotseling schrok Teutje op en stootte haar man aan. ‘Aloysius, kom snel, we werden net omgeroepen. Ik denk dat we naar het vliegtuig moeten. Maar ik heb niet gehoord dat er nog andere mensen werden omgeroepen.’ Gelukkig was een oudere heer zo vriendelijk om ze de weg te wijzen toen ze hem vroegen wat er aan de hand was en zo kwamen ze toch nog op tijd in de boardingruimte en even later in het vliegtuig.

Teutje was toch wel wat gespannen. Zou alles wel goed gaan? Het vliegtuig ging taxiën en dat duurde best een tijd. Op een gegeven moment stond het stil en de motoren gingen loeien. Teutje vond het spannend. Even later ging het vliegtuig met een noodgang vooruit. Teutje zat bij het raampje en zag dat ze de lucht in gingen. De huizen van Amsterdam werden steeds kleiner. Toen het vliegtuig door de wolken vloog, voelde ze het trillen en ze was toch wel bang. Hun eerste bed was ook uit elkaar geklapt toen ze het hevig hadden doen trillen. Gelukkig bleef het vliegtuig heel en toen het op de juiste hoogte was werd de vlucht rustiger. Ze was pas gerustgesteld toen de piloot  vertelde wat ze allemaal gingen doen en de stewardess met haar karretje langskwam en ze een drankje en een broodje hadden gekregen. Daarna zakte Teutje weer een beetje weg.

Teutje lag op het strand. De zon stond hoog aan de hemel en ze voelde de warme stralen over haar lichaam aaien. Ze keek naar links. Daar lag Aloysius op zijn Donald Duck handdoekje. Snel keek ze maar naar rechts. Plotseling hoorde ze een zachte stem boven haar. ‘Do you want to drink something?’ Ze keek op en zag een slanke man met gitzwart haar dat over zijn schouder krulde. Hij lachte naar haar en ze zag een prachtig wit gebit. Hij had alleen een klein zwembroekje aan en dat stond een aardig eind naar voren. Boven het zwembroekje zag ze een lekkere sixpack. Hij stak zijn hand uit en toen ze die pakte hielp hij haar snel overeind en nam haar mee naar het barretje aan de rand van het strand. Aloysius sliep gewoon verder. In het barretje liep hij meteen met haar door naar het toilet. Ze wilde nog zeggen dat ze toch wat zouden gaan drinken, maar ze kon geen woord uitbrengen. In het toilet greep de man haar bij haar schouders, zette haar tegen de wastafel en scheurde haar badpak van haar lichaam. Hij liet zijn zwembroekje zakken, maar net toen het paaltje bij het puntje kwam, vervaagde het beeld.

‘Dames en heren, we gaan nu de landing  naar Heraklion inzetten.’ Klonk het.

Wordt vervolgd.