Een woord voor de prullenbak

Zaterdagmorgen krijgt Frits Spits op Radio 1 altijd mensen aan de telefoon die woorden voordragen welke niet vergeten zouden moeten worden. Natuurlijk bevinden die woorden zich vaak op het randje van de vergetelheid, per slot schuift onze taal op. Het is geen statisch verhaal, er zit echt beweging in, hoe graag we ook zouden willen dat bepaalde zaken zo blijven als ze waren. Als ouwe sok zou ik bijvoorbeeld graag zien dat we niet iedereen begroeten met 'hallo' of zelfs 'hoi', maar het aloude, vertrouwde begroeten en afscheid nemen met goedemorgen, goedendag weer in ere herstellen. En het consequent tutoyeren van iedereen, ik hoef het niet.

Aan de andere kant zijn er woorden die door heel veel mensen worden gebruikt, maar die gillen om een figuurlijke prullenbak. Het woord dat in mijn optiek het allermeest wordt misbruikt is het woord 'perfect'. Het synoniem ervan is het woord 'volmaakt', maar we zouden heel raar opkijken als iedereen in plaats van perfect opeens het woord volmaakt ging gebruiken. Als het echt synoniemen zijn, zou dat zonder meer moeten kunnen, maar dat is helemaal niet het geval. Het is blijkbaar weer een geval van uitbreiding van betekenis. In het belang van de efficiency, en om het steeds weer gebruiken van aanhalingstekens te vermijden, zullen we het woord in dit verhaal verder afkorten tot de hoofdletter P.

Allereerst is daar die chef (managers liggen bij mij allang in de prullenbak) die iedere mededeling van een medewerker beantwoordt met P. Kletspraat natuurlijk, af en toe een 'mooi, bedankt' zou ruimschoots volstaan en veel meer waarheidsgetrouw zijn. Het is meestal helemaal niet perfect, de medewerker heeft gewoon zijn werk gedaan, verder niks. Trouwens, een chef die dat woord altijd weer rondstrooit is heel gauw zijn geloofwaardigheid kwijt. Met name bij leiding geven is nuancering niet alleen op zijn plaats, het is een eerste vereiste. Boven perfect is er niks meer te halen, al hoorde ik laatst een idioot van een of ander reclamebureau zwammen over iets dat nog perfecter zou zijn. Nee, oelewapper, perfect is een optimum, dus het allerperfectst zou zijn dat jij een ander baantje zoekt, liefst eentje met weinig niveau.

En dan is er natuurlijk de mevrouw die alles in haar huis P voor elkaar heeft. Alles staat heel precies op zijn plek, alles is brandschoon, ze heeft het echt voor elkaar. Nou... de meeste van die spullen van haar zouden bij ons linea recta naar de kliko worden gebonjourd. En een deskundige op interieurgebied zou de inrichting veel beter en speelser maken met dezelfde spullen. Het is de perfectie van die mevrouw, misschien wel van haar alleen. In het verlengde hebben we de Dettolmevrouw, met haar spuitbus en doekje. Een P schoon tafelblad, borden zijn overbodig. Ik heb het idee dat die mevrouw de bussen Dettol per dozijn aanschaft en er iedere dag minstens een verbruikt. Gelukkig komen er nu berichten dat die bacterievrij-manie eerder ongezond dan gezond is, want het vermindert de weerstand van de mensen. Als ik dat mens zie poetsen zou ik haar wel eens willen vertellen dat vijf minuten na een wasbeurt met dat ontsmettingsmiddel er alweer zeker 20 verschillende bacteriën op de handen zitten. En dat onze natuurlijke afweer daar prima raad mee weet. En dat ze geen enkele invloed kan uitoefenen op de zaken die haar kinderen buiten haar invloedssfeer aanraken. Op school, op straat, tijdens het spelen. Alleen haar tafelblad en aanrecht zijn redelijk bacterievrij, maar ook niet meer dan dat. Zo'n mens zou geen minuut meer slapen als ze wist wat er allemaal op de trapleuning op school zit. En die wordt zelden gereinigd. En de toiletten? De deurknoppen, de kraangrepen, noem maar op, wees maar blij dat het kinderlichaam dat uit eigen beweging allemaal bestrijdt, haar dettoldoekje is een complete leugen. Ze beheerst misschien twee procent van haar leven, de rest is volkomen onbeheersbaar.

Ik keek net met een half oog naar Rob Geus die een studentenhuis inspecteert. Een onvoorstelbaar smerige rotbende. De gemiddelde rat zou er kokhalzend uit wegvluchten, maar de menselijke bewoners lopen vrolijk gezond te zijn. Sterker bewijs voor de resistentie van het menselijk gestel is niet denkbaar. En anders kunt u eens kijken bij die uitzendingen op TLC, waar zo'n dettolmiep wordt losgelaten in het verblijf van een hoarder. Ik moet toegeven: als er niet regelmatig wordt geventileerd, krijg je waarschijnlijk schimmels en daar kan men niet echt goed tegen, maar de bacteriën doen klaarblijkelijk geen kwaad. Zelf verbleef ik tijdens mijn jeugdjaren op een boerderij, met koeien, varkens, paarden en kippen. De hoeveelheid en diversiteit aan bacteriën is zelfs niet bij benadering te schatten, maar ik ben er nooit ziek van geworden.

En dan natuurlijk het beauty-wereldje. Als nuchtere vent ga ik van de bestaande toestand uit. En dat is een gezicht dat, vooropgesteld dat er geen dure ingrepen op chirurgisch gebied aan worden verricht, bepaalde eigenschappen vertoont. Een leuk bekkie, maar de ogen staan wat ver uit elkaar, de mond is wat breed, de neus heeft wat brede vleugels en is wat aan de korte kant, het haar is maar zozo. Er is een duidelijk onderkinnetje, de nek is niet slank genoeg voor het schoonheidsideaal, maar okay, het blijft een gezellig bekkie. De eigenares zou dat toch als eerste moeten weten, ze kijkt er iedere morgen en meerdere malen tijdens de dag tegenaan. Zonder heel diep in de buidel te tasten is het moeilijk te wijzigen. Maar dan komt de cosmetica-industrie en die brult over ik weet niet hoeveel producten dat het resultaat P zal zijn, natuurlijk na het aftikken van meestal heel forse bedragen. Kletspraat, van A tot Z, dat weet iedereen die ook maar twee seconden nadenkt. Je zou toch denken dat na heel veel desillusies de mensen gewapend worden tegen die perfide onzin, maar nee, het gaat gewoon door.

Ja, ik stink er ook wel eens in. Ik gebruikte al jaren dezelfde shampoo tegen roos. Maar heb al even lang een probleem met mijn hoofdhuid, weliswaar plaatselijk en onder mijn haar, maar toch. Het merk voert al jarenlang agressief reclame als DE bestrijder van roos. Tot ik laatst maar eens op internet een vergelijkingssite voor antiroosshampoos aanklikte. En ja hoor, er werden diverse merken genoemd die als goed werden beoordeeld, terwijl het merk dat ik al zo lang gebruik er als enige slecht afkwam. Ik wil niet zeggen dat ik die reclame geloofde, maar ik voelde me toch behoorlijk waardeloos. En die flacons die ik nog heb staan en die mijn vrouw een keer kocht uit de reclame, die mag iemand voor niks komen ophalen.

Voordat ik dit verhaal afsluit moet ik wel even iets duidelijk maken, en dat is het feit dat ik in een schoon huis woon, zelf regelmatig sta schoon te maken en een hekel heb aan vieze troep om me heen. Ik maak alleen bezwaar tegen de manie van het in stand kunnen houden van een bacterievrije omgeving. Dat is gewoon een schadelijke fantasie.

Voor mij is het resultaat van dat gescherm met het woord P, dat ik consequent niks koop dat als P wordt geafficheerd. En dat ik me liever richt op zaken die gewoon als goed worden aangemerkt. Kortom, als iemand, wie dan ook, zegt dat iets perfect is, gaat hij voor mij af als een leugenaar. Of in ieder geval als een kletsmajoor. Nee, dat woord mag van mij in de prullenbak.

We kunnen perfect zonder.