Boerkini? Blootgewoon.

En opeens was zij er. De boerkini. Zij was er al een tijdje, maar door wat gedoe aan Franse stranden is het stukje stof opeens een ‘trending topic’. Nou, ja, stukje stof… een flinke lap textiel is een betere benaming.

Nu is het in een vrij democratisch land als het onze sowieso al gevaarlijk om hier een mening over te hebben, maar ja, ik heb die dingen dan ook niet bedacht.

Kijk, hoe iemand op een strand ligt en zwemt, moet hij of zij zelf weten. De een verbrandt poedelnaakt met de zandkorrels tussen de billen en de ander stoomt zichzelf als een broodje bapao gaar in een boerkini. Twee uitersten en beiden trekken bekijks op een strand.

In een discussieprogramma hoorde ik een fervent boerkini-draagster roepen dat ze zich nog nooit zo bekeken en onderdrukt had gevoeld als in een zwembad. Het verbaasde mij dat zij hierover geschokt was. Het is toch logisch? Wanneer ik op een strand in Iran in mijn speedo rondren, dan trek ik ook bekijks. Toch? ’s Lands wijs, ’s lands eer en wanneer ik het niet-goed-wijs vind, moet ik dat vooral vinden.

In het discussieprogramma ontstond er een welles-nietes spelletje over of het wel of niet de vrouw onderdrukte vanuit godsdienstig oogpunt. Nu heb ik niets met geloven. Mijn credo luidt: Des te fanatieker de roep naar een God, des de eerder gaat het land kapot. Praktijkvoorbeelden lijken mij in deze tijden overbodig.

Terug naar de boerkini. Als man zijnde zul je er niet opgewonden van worden, maar ja, als er een topless vrouw voorbij rent al struikelend over haar borsten, is dat ook niet echt een viagra. Flirten lukt ook niet zomaar in zo’n zwempak of je moet héél mooie ogen hebben. Ik vermoed dat er vanuit geloofstechnische redenen ook niet echt geflirt mág worden. Anders had men wel een doorzichtige boerkini uitgevonden.

Ik bedacht me tijdens het programma opeens hoe schijnheilig een democratie eigenlijk is. Een deel van Nederland wil niet dat de boerkini haar intrede maakt. Angstbeelden van stranden bedekt met grote lappen stof, angst voor het vreemde, maar eigenlijk angst voor het geloof dat langzaam aan wat dominanter wordt. Zoals een goede Nederlander betaamt, draait men om de hete brij heen. Want oh wee, als je het beestje bij de naam noemt. Ook wel weer te begrijpen want een fanatiek deel voorstanders zal nog net niet aan vlagverbranding doen.

De zogenaamd hoog opgeleide voor- en tegenstanders probeerden in het programma quasi intelligent elkaar de loef af te steken, waarom het al dan niet onderdrukkend en prehistorisch was. Vrouwen. Niet de mannen, maar de vrouw die hierover op TV strijdt. De man thuis heeft het kennelijk niet verboden.

Waar hebben we het over? Dacht ik. Natuurlijk bestaan er zeer explosieve mafketels die in de naam van hun God zichzelf opblazen, aanslagen plegen en andere chromosoomloze acties ondernemen. Zeker is dat het veelal de man is met een overschot aan bewijsdrang en kennelijk een overschot aan zichzelf. Hun hemel heeft zo langzamerhand een zwaar maagdentekort of wat er ook maar beloofd wordt.

De vrouw in burka of boerkini, of voor mijn part in een astronautenpak, zit thuis. Onderdrukt of niet. Wanneer zij vindt dat ze het uit vrije wil doet, dan is dat zo. Het ene geloof verbiedt haar onbedekt op het strand te liggen, het ander verbiedt het tegenovergestelde. Zij zit tussen twee vuren. Dubbel onderdrukt.

De volgende ochtend liep ik naar mijn werk. Twee schoolmeisjes passeerden mij op de fiets. Eentje met en eentje zonder hoofdtooi. Vrolijk lachend, pratend over Pokemon-go en jongens. Ik moest glimlachen en tegelijkertijd kreeg ik een wee gevoel. Het liefst had ik ze na willen roepen.

‘Laat je niet vormen door volwassenen en je cultuur, meiden! Anders kun je later nooit naast elkaar zonnebaden!’