[Tour] Sprinten!

Groenewegen weet nu wel
Dat sprinten best wel moeilijk is
Want hij zag alleen ver voor zich uit
De kleine kont van Cavendish

De mensen die achter de eindstreep stonden, moesten wel denken dat er een kudde losgeslagen bizons op ze afkwam. Het was dat er geen stof lag, anders had de sprint veel stof hebben doen opwaaien zonder dat er iets onrechtmatigs gebeurde. Ook nu weer bleek dat een massasprint heel mooi kan zijn om naar te kijken. Jammer dat hij zo kort duurde.

Twee koplopers waren er toen de uitzending begon en een peloton dat ze in het oog hield. Een rit voor de sprinters. Dan weer je wat je te wachten staat als kijker. Drie uur lang niets anders dan de ruggen van Arashiro en Barta, helpers van de sprinters op kop van het peloton, asfalt, kerken, kastelen, bomen, struiken, gekke huisvlijt en toeschouwers al dan niet raar uitgedost. Ik hoopte dat ik niet in slaap zou sukkelen. Valpartijen zijn er ook bijna niet. Wanneer was het zo dat na vijf koersdagen nog niet één renner was uitgevallen?

Er was weer een tussensprintje en op dat moment was ik nog wakker. Het werd dan wel een sprint voor de derde plek. Die gekke Barta ging er nog voor sprinten ook. Hij dacht zeker dat hij de groene trui nog wel eens zou kunnen pakken. Greipel deed nu helemaal niet mee bij de tussensprint. Ook vandaag won Coquard.

Waarom wil Herbert Dijkstra toch steeds dat ik het gras ga maaien tijdens de etappe? Ten eerste kan er zomaar wat gebeuren als ik er net niet ben en ten tweede heb ik geen gras in mijn tuin, maar planten, bloemen, struiken en een vijver met goudvissen en padden. Ik zou natuurlijk kunnen gaan schoffelen, maar daar was mijn vrouw al mee bezig.

Herbert vond het ook nodig om ons te informeren dat Van Avermaet een rondje door het peloton maakte en dacht dat het kwam omdat hij trots was op de gele trui. Welnee, Herbert. Hij is gewoon jarig en trakteert op gevulde koeken.

Nadat de verbinding even verbroken was geweest kwam Herbert terug via de telefoon en had op een gegeven moment een soort Donald Duck stemmetje dat niet te verstaan was. Het was het hoogtepunt van de rit tot dan toe. Daarna was de verbinding weer verbroken.

Het was echt pruimentijd bij onze commentatoren, want Herbert kwam voor de tweede dag op rij met het verhaal over Ronald Waterreus die Herbert als klein jongetje kon bijhouden op de racefiets en dat het dus een wielertalent was. Nou, Herbert, het kan natuurlijk ook gewoon zijn dat jij te langzaam was.

Op zo’n vijftig kilometer van de streep was er nog een colletje, maar dat was vandaag appeltje-eitje voor de sprinters, al zal het voor hen wel meer gelletje-banaantje zijn geweest. Ik begon te dromen van streakende vrouwen langs de kant van de weg, dan had je toch nog wat opwinding.

Arashiro ging op het laatst voor het rode rugnummer. Verder viel er toch niets meer te halen, want de treintjes werden al gevormd. Vanaf kilometer vijfentwintig was het al volop koers en moesten de ploegen hun plekjes veroveren. Zouden er nog mensen demarreren op twintig kilometer van de finish? Toen was de kopgroep namelijk ingehaald.

Het leek wel spoorzoeken, want de kopmannen bleven niet steeds in het spoor en moesten er dan weer in zien te komen. En dan was daar de streep. Het gedrang was begonnen. Even een paar gevaarlijke bochten pakken en zorgen dat je in de goede positie zit. Groenewegen zat volgens ons illustere duo niet in d goede positie, maar dat zat Cavendish ook niet en die won. Toch hebben we er weer een toekomstig etappewinnaar bij. Dat is zeker.

Tweet van de dag: Maria B: Froome doet me denken aan zo’n nephondje in de auto waarbij het kopje omhoog en omlaag knikt.

Opmerking van de dag: Maarten Ducrot over Groenewegen in de sprint: Hij moet de kruitdampen zien en hij moet het zweet van zijn tegenstanders ruiken.

De rit van mogen

Omgeven door de hoge bergen van de Pyreneeën ligt het Lac de Payolle morgen klaar voor de renners als ze de eindstreep gepasseerd zijn. Het plaatsje Payolle zelf is een gehucht dat daar op 1100 meter ligt. Niet ver van Payolle ligt het plaatsje Arreau. Het ligt eigenlijk tussen de bergpassen van de Aspin en de Peyresourde. Het is een pittoresk plaatsje met iedere donderdagochtend een boekenmarkt in de markthal. Franse boeken, neem ik aan.  Verder is het een geschikt plaatsje om van daaruit wat uitstapjes te maken in dit prachtige hooggebergte. Ga eens naar het natuurreservaat              Le Néouville. Dat is een ruig gebied dat enkel toegankelijk is voor wandelaars. Het hoogste punt is op een hoogte van 3192 meter en daar is het bezaaid met bergmeren. Een schitterend gebied.

Op 18 kilometer ligt de Piek van de Midi Bigorre. Daar is een wetenschappelijk observatorium om het heelal te bestuderen. Er is een interactief museum over astronomie. Om er te komen is het niet makkelijk. Met de auto lukt het niet en met de fiets ook niet. Je moet via een voetpad of met een van de twee kabelbanen. Je hebt daar op de top wel een schitterend uitzicht over de Pyreneeën.

De renners hebben ook zo’n uitzicht vanaf de Col d’Aspin, maar of ze er oog voor hebben betwijfel ik. De meeste van hen zitten zo stuk als ze boven komen dat ze alleen nog maar visioenen van mooie masseuses zien, die ze misschien toch nog een happy ending willen bezorgen.