Humor met vluchtelingen, racisten en Gutmenschen

Soms heb je van die weken dat er niets, maar dan ook helemaal niets te zien valt. Dat is best wel funest voor iemand die het woord “ziet” in zijn titel heeft. Er valt op zich wel veel te kijken, maar je wilt ook een beetje humor, nietwaar? Vluchtelingenproblematiek is nu niet het onderwerp waar je heel humoristisch over kunt schrijven. Laat dit nu dan ook nog eens het nieuws zijn dat al het andere een beetje overschaduwt. Het Nederlands elftal was er zelfs stiekem erg blij mee. Viel hun blamerende uitschakeling niet op.

Je kunt er wel de humor van inzien, maar ja, dan loop je het risico om voor dan wel racist, dan wel Gutmensch uitgemaakt te worden. Ook weer zo’n woord. Gutmensch. Volgens bronnen een scheldwoord voor mensen die per se goed willen doen. Koste wat het kost. Elders lees ik dat het woord al door Hitler werd gebruikt in zijn boek “Mein Kampf”. Niet bepaald een boek dat bekend staat om zijn dijenkletsers.

Als ik roep dat een vluchteling Frankrijk wel gehaald heeft en het Nederlandse elftal niet, ben ik dan, behalve dat het een uitgekauwde grap is, links of rechts fout bezig? Of gematigd midden? De humor inzien van mensen die voor of tegen zijn is nog lastiger. Voor je het weet zitten ze je digitaal op je nek. Word je op Social Media veilig en anoniem voor alles en nog wat uitgemaakt of je krijgt juist een heldenverering, omdat je iets goeds zegt in hun ogen. Wat dat betreft lijkt die laatste groep wel op de vluchtelingen. Als ik hen gastvrij verwelkom in mijn huis krijg ik ter plekke ook een aantal ‘likes’. Oei! Daar ga ik weer. Een kleine grap net nu ik zei dat dit niet kon. Ik zal me inhouden.

Vluchtelingen hebben veelal ook Facebook. Het schijnt al een trend te zijn dat ze elkaar via dit medium berichten om niet naar Nederland te komen. Dit vond ik zo bijzonder! Dat een vluchteling kennelijk ergens in Europa met zijn mobiel een bericht post op Facebook. Ik weet niet welke Syrische provider die gasten hebben, maar met zo’n goede, wereldwijde dekking wil ik daar ook een abonnement op! Zodra ik honderd meter van de zendmast af sta, valt bij mij de verbinding al weg.

Afijn, heel Nederland zag toe hoe ook bij ons de asielopvang in werking kwam. Elke stad en ieder dorp moest er aan geloven, of je nu voor of tegen was. Heel Nederland? Nee, een dorpje gaf moedig verzet. Een dorpje waar vier man en een paardenkop woonden. Het dorp met de symbolische naam Oranje mobiliseerde zich met trekkers en hooiwagens en blokkeerde een bus met mensen die niet welkom waren. Waar Asterix als een dolle op de Romeinen verbaal begon te schelden, stond Obelix voor de auto van Caesar en werd met veel gekrijs uiteindelijk gevloerd. Everzwijnen waren welkom, maar geen mensen uit het zuiden van het rijk. Rare jongens die Oranjelingen, moesten de busmensen gedacht hebben. Volgens mij begin ik de realiteit met een bekende stripreeks te verwarren.

Elders in het land zag ik een groep mensen met welkomstborden in een ontvangsthal staan. Zij zongen liederen voor de asielzoekers die net aankwamen. Ik heb een minuut of twee geluisterd naar het gezang en toen snel de volumeknop van mijn tv zachter gezet. Ik schaamde me kapot! Wat zouden die mensen wel niet denken? Is dit de muziek waar die Nederlanders zo gek op zijn? Zijn dit hun hits? Je zag ze kijken. De radeloosheid was van hun gezicht af te lezen. Werden ze nu weer gemarteld? Net nu ze er zoveel kilometers aan vluchten er op hadden zitten? In een hoek stond een vluchteling in paniek te appen naar zijn broeders.

Kom niet naar Nederland! Ze hebben iets wat erger is dan waterboarden! Ze laten door een sekte je trommelvliezen ontploffen!

Weer ergens anders zag ik een groep veelal jonge mannen met zichtbaar abonnement op een sport- of boksschool, die allerlei leuzen scandeerden. AZC weg er mee! Een asielzoeker die net aankwam keek blij. Hij dacht dat hij toegezongen werd als bij een voetbalwedstrijd. Heel wat anders dan het kattengejank dat zijn Syrische vriend net appte. Vrolijk zwaaide hij naar de menigte. Nederlanders leken wel veel op elkaar, vond hij.

Allemaal kaal en allemaal droegen ze dezelfde soort jas. Ze keken ook allemaal of als ze net van de waterpijp kwamen. Pas toen het eerste ei op hem uit elkaar spatte, besefte hij dat deze groep uitgelaten jongemannen misschien toch niet zo blij was met hem.

Daar zit je dan. Links is niet echt wat. Rechts ook niet. Er de humor van inzien levert je algauw een ei of vals gejammer op. Dan moeten we toch maar op zoek naar de gulden middenmens. Bestaan ze nog? Mensen die vinden dat ze wel mogen komen, ook bij hun in de straat, maar tegelijkertijd ook vinden dat het er niet te veel mogen zijn? Mensen die niet meteen als een Jezus alles goed proberen te praten en ons helpen herinneren hoe slecht zij het wel niet hebben? Maar ook niet meteen als een Adolf Hitler iedereen het land willen jagen? Dood of levend. Bestaan ze nog? Of zijn we gewoon weer eens typisch Nederlands? Veel geschreeuw, weinig wol?

Wat ik er zelf van vind? Ik zie de humor er wel van in. Nog nooit eerder heb ik Koefnoen op zo’n grote schaal gezien. Mensen die onbewust van zichzelf een volstrekte karikatuur maken. Zelfs de tv werkt er vrolijk aan mee. Linkse tv weet niet hoe krampachtig zij het rechtse in de hoek willen zetten en rechtse tv is schor van het zichzelf overschreeuwen. Tja… mocht de situatie niet zo ernstig zijn, had ik er wel een stukje over geschreven. Oh, wacht. Dat is al gebeurd.