De Popcorn wordt duur betaald

Er was een tijd dat ik als broodschrijver voor iedere plaatsing van mijn werk opnieuw betaald werd. Ah, wat een tijden waren dat! Slapend rijk worden zou ik het niet noemen, maar het kwam in de buurt. Een beetje. Maar toen kwam het internet en won de online communicatie het van het offline gebeuren. Iedereen slingerde zijn boodschap het web op, er ontstond een tsunami aan informatie en alles werd anders. Met zo’n papieren krant wist je nog waar je aan toe was. Een oplage van pak ‘m beet 15.000 en dan kon je uitrekenen wat je communicatiestukkie waard was. Lekker overzichtelijk allemaal. Maar het internet was anders. Iedereen kon erop en met de komst van social media  ontstond de deelcultuur. Zie dan je tekstje nog maar eens te traceren. Eigenlijk moet je daar als afzender ook helemaal niet tegen zijn. Hoe meer kijkers, hoe beter. Maar ja, verdienmodellen moesten op de schop. Voor iedere plaatsing betaald krijgen bleek al gauw niet realistisch meer. Jaren geleden al verleden tijd. En het komt nooit meer terug. Wij copywriters leerden ermee leven. We moesten wel. Aan de andere kant hadden we nu een heel nieuw medium om voor te schrijven. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.  

Dat moet voor muziek- en filmmakers ook zo geweest zijn. Een nieuw medium dat wild en wijd om zich heen greep en dus een vermenigvuldiging van kijkers en luisteraars tot de zoveelste macht. Met kansen voor iedereen: een Zuid-Koreaanse rapper, een Nederlands You Tube-zangeresje en zanger Rinus. Iedereen beroemd, iedereen rijk. Maar het was niet allemaal goud wat er blonk. Al gauw waren daar de Napsters en de Piratebays en zat de halve wereld gratis en voor niets – en dus illegaal – van de nieuwste creaties van populaire beeld- en geluidproducenten  te genieten. ‘Broodroof!’, gilde de creatieve industrie en ergens hadden ze gelijk . Creatief eigendom en zo. Vroeger was het allemaal nog zo lekker overzichtelijk. Filmliefhebbers gingen naar de bioscoop of huurden een videootje, muziekliefhebbers bezochten een concert of kochten de cd. En toen kwam dat verdomde internet. Op zwart dan maar, met die handel.

Maar dat werkt natuurlijk niet. Waar een wil is, is een weg. Die piraten waren net vliegen: mep je er eentje dood, komen er tien voor in de plaats. Dat kon zo niet langer vonden populaire artiesten en zij vonden hun weg naar Spotify en consorten. Kijk, zo doe je dat: andere tijden, andere media, ander verdienmodel.

Maar de Don Quichotes zijn nog niet uitgestorven. In Hollywood leven ze nog altijd in hun eigen droomwereld en gaan ze vrolijk verder met het bevechten van molens. Nieuwste tegenstander: Popcorn Time. Een ongelijke strijd; de rebellen tegen het machtige, logge Hollywood dat technisch gesproken het recht aan zijn kant heeft, volgens een wet uit 1918. 1918! Een tijd dat er nog geen televisie was, dat het bezit van een radio of grammofoonspeler zeker niet voor iedereen weggelegd was, dat er nog niet gesproken werd in films, dat de animatiefilm nog niet uitgevonden was, laat staan de cd, dvd, blu-ray en internet. Dat 1918?  

We weten allemaal wie er gaat winnen. Popcorn Time zal het afleggen tegen partijen als Disney en Warner Bros. Maar wordt het niet eens tijd dat de Hollywood-maffia zijn tijd en geld investeert in oplossingen die van deze eeuw zijn? Wake up, Hollywood, and smell the roses.