Poesjes op de webcam

'Aloysius, ik ga even naar Caroline. Het gaat niet goed met Moppie. Ze heeft de laatste tijd last van stuipen, suikerziekte, ze ziet niet meer goed, ze kotst de boel steeds onder en geeft geen kopjes meer. Caroline is bang dat ze haar moet laten afmaken en is in alle staten. Ik ga maar een beetje helpen. Gezelschap is belangrijk voor haar in deze moeilijke tijden.' Na deze woorden trok Teutje Kreukel de buitendeur achter zich dicht. Aloysius had met een half oor geluisterd, want hij was bezig met zijn hobby. Die had ook met poesjes te maken, maar die hadden geen last van stuipen. Of ze suikerziekte hadden wist Aloysius niet en er spoot wel eens wat uit, maar dat was beslist geen kots. Hij had een website gevonden waar je gratis via de webcam in contact kon komen met zowel mannen als vrouwen. Dat vond hij fijn, want die betaalde sites waren hem niet goed bevallen. Hij was eens achter de cam in slaap gevallen en twee uur later wakker geworden. Dat had hem een flinke duit gekost. Nadat Teutje was vertrokken stortte hij zich maar weer flink op zijn hobby.

Caroline was de buurvrouw van de Kreukeltjes. Ze woonde alleen nadat haar man een paar jaar eerder was overleden. Moppie, haar poes, was haar enige gezelschap. Het echtpaar was kinderloos gebleven en ze beschouwde Moppie als haar kind. Ze trok haar zelfs rokjes aan en wandelde met haar in een poppenwagentje. Maar Moppie was oud en mankeerde van alles.

Toen Teutje binnenkwam was Caroline in tranen. Ze was net van de dierenarts terug en ze had te horen gekregen dat het maar beter was om Moppie te laten inslapen. Teutje ging meteen maar aan de slag om Caroline een beetje te steunen. Ze zette een kopje thee voor haar en maakte de boel een beetje schoon, want het stonk verschrikkelijk naar kattenpis. Daarna schonk ze ook een kopje thee voor zichzelf in en kwam naast Caroline zitten.

'Ga je haar laten cremeren?', vroeg ze nieuwsgierig. Caroline droogde haar stortvloed aan tranen en ging over op een stortvloed van woorden. 'Moppie krijgt de mooiste uitvaart die een poes ooit heeft gehad. Ik heb al contact opgenomen met het uitvaartcentrum. Ze wordt opgebaard in haar jurkje en met een mooie rode strik om haar nek. Dus de mensen kunnen dan nog even afscheid nemen van haar. Daarna gaat haar kistje dicht en wordt ze naar de oven gebracht. Daar staat een altaar met daarop een paar foto's van Moppie. Ik zal er een krans bloemen leggen en dat mogen de genodigden ook doen. Daarna gaan we eerst muzikaal afscheid nemen en ik zal een afscheidspraatje houden. Eventueel mogen andere sprekers ook nog iets zeggen. Dus jij of Aloysius mogen ook mondeling afscheid nemen als jullie willen. Vervolgens draaien we muziek die bij Moppie past en dan gaan we koffie drinken. De crematie zelf vindt later plaats en die kun je live volgen op de webcam. Dus ik hoop dat ik bij jullie kan komen kijken, want ik heb zelf geen internet.' Caroline had er een rood hoofd van gekregen.

'Een uitvaart voor een kat?' Aloysius wees met een vinger naar zijn voorhoofd. 'Het moet niet gekker worden. Geven ze dan bij de koffie soms kattenbrokjes? Muziek bij het afscheid? Wat draaien ze dan? The Cats met het nummer 'Sure he's a cat' of Cat Stevens?' Aloysius snapte nou eenmaal niets van die emoties bij vrouwen als het om dieren ging. Teutje legde het nog maar even uit.

'Caroline had anders helemaal niemand meer. Alleen Moppie, Aloysius. Dat is anders. Dan is je poes eigenlijk je kind. Als je daar dan zoveel jaren mee samenleeft, dan is het heel erg emotioneel als je afscheid moet nemen, hoor. Dan snap je toch wel dat je alles uit de kast haalt om er iets moois van te maken?' Haar stem had wat trillertjes, want ze was zelf ook best emotioneel. Vrouwen hebben wat zulke gebeurtenissen betreft nu eenmaal erg veel empathie. Aloysius had dat totaal niet. Toen Teutje in de overgang kwam en haar eerste huilbui had, vroeg Aloysius haar wat eraan scheelde. Toen ze hem vertelde wat eraan de hand was, had hij lachend gezegd dat ze dan in ieder geval weer eens nat werd van onder.

'Je doet toch wel je nette pak aan, Aloysius?We kunnen niet in onze doordeweekse kleren naar een uitvaart, hoor.' Teutje had haar zwarte mantelpak maar weer eens uit de mottenballen gehaald. Aloysius had eigenlijk helemaal geen zin om naar de uitvaart van Moppie te gaan. 'Wie gaat er nou naar een uitvaart van een poes?Waarom al die poespas? Een poesje begraaf je in een kistje in de tuin of ergens anders en dat is het. Daar ga je toch niet voor veel geld afscheid van nemen? Die laatste woorden klonken een beetje benauwd, want Aloysius had zijn nette pak lange tijd niet aangehad en de broek zat veel te strak. Hij had de laatste jaren veel te weinig beweging gehad en was behoorlijk dikker geworden. Zijn enige beweging bestond uit het op en neer bewegen van zijn rechterhand en daar word je niet magerder door.
Teutje moest lachen. 'Je buik bolt over je riem heen en de broek zit zo strak dat ik zelfs bij jou kan zien dat je hem links draagt.' Aloysius vond het niet leuk, maar hij had helaas geen ander net pak. Hij pakte Teutje nog wel even terug. 'Zal ik dan maar thuis blijven, Teutje? Wat moet ik ook bij een uitvaart van een poes? De enige poes die ik goed kende is al lang begraven en in vergaande staat van ontbinding.'

De uitvaart was goed verlopen. Er waren zeker wel vier genodigden op komen dagen. De Kreukeltjes en de andere buurman en buurvrouw van Caroline. Daar was Moppie vaak bij de slaapkamer binnengeglipt als het raam open stond. De buurman had dan ineens twee poesjes in bed gehad. Het was een keertje minder goed afgelopen toen hij net de nagels van zij vrouw in zijn rug had tijdens hun wekelijkse wippartijtje. Plotseling had hij ook de nagels van Moppie in zijn billen gevoeld. Toch was hij bij de uitvaart. Misschien om zeker te zijn dat Moppie echt dood was.

Caroline zat met een kopje koffie op de bank bij Teutje en Aloysius. Op het salontafeltje voor hen stond de laptop van Teutje. De oven was al te zien op de webcam van het uitvaartcentrum. Daar ging het deurtje open, het kistje werd naar binnen geschoven
en het deurtje ging weer dicht. Caroline zou de as later ophalen en de urn kwam op haar nachtkastje te staan. Aloysius vond het allemaal maar niks en kon het niet laten om er een grap over te maken. 'Zo, dat is een hete poes, zeg!' Na deze woorden moest hij de kamer uitvluchten. Even later zat hij boven en verlekkerde zich aan andere hete poesjes.