De Kreukeltjes gaan naakt


'Teutje! DHL heeft net een pakje afgegeven. Heb jij iets besteld?' Aloysius Kreukel stond onderaan de trap met een bruine kartonnen doos in de hand. 'Een pakje? Oh, ja, uhm, wacht effe. Ik kom er snel aan. Dat is mijn uhm... nieuwe haarföhn.' Even later stond Teutje in alleen haar slipje beneden, ritste het pakje uit de handen van haar man en snelde weer naar boven. Eenmaal boven veegde ze met haar hand het voorhoofd af en slaakte een zucht van verlichting. Aloysius had de 'föhn' gelukkig niet uitgepakt.

Teutje had bij de kapper weer eens zitten kleppen met Riet, een buurvrouw van een paar huizen verderop. Riet had net als Teutje een man die overal stijve spieren had, behalve waar het moest. Zij had Teutje een Leo Nemeum aanbevolen. Dat was een nieuwe dildo die voor 99% overeen kwam met het mannelijk speeltje, maar dan iets dikker en langer dan normaal. Teutje had al een paars konijntje voor de buitenboel en nu had ze voor binnen ook iets bruikbaars.

'En, Teutje. Bevalt de nieuwe haarföhn? Toen ik de geluiden van boven hoorde, dacht ik eerder dat je er nat van werd in plaats van droog', vroeg Aloysius droogjes tussen twee happen aardappelen met jus door. Hij wist echt wel dat zijn vrouw al een goede haarföhn had en de geluiden kende hij ook nog wel uit een ver verleden.

'Hij bevalt prima, Aloysius. Je bent er in een mum van tijd klaar mee. Maar nu wat anders. Ik heb voor onze vakantie iets leuks ontdekt op internet. Ik had gegoogled op camping, bungalow en natuur, want we hadden afgesproken dat we niet meer in een tent gingen en het liefst wel ergens waar mooie natuur is. Nou, dat heb ik gevonden. In Flevoland, dus wel in Nederland, zoals we ook hadden afgesproken. Als jij nou straks ook even kijkt of je het er mee eens bent, dan ga ik hem boeken.' De afleidingsmanoeuvre van Teutje door van onderwerp te veranderen lukte, want Aloysius was meteen nieuwsgierig en na het eten kropen ze snel achter het laptopje van Teutje.

De camping die Teutje bedoelde was snel gevonden. Het zag er allemaal erg leuk uit, vond Aloysius. Mooi gelegen in een water- en bosrijke omgeving. De kritieken waren lovend. Vriendelijke en behulpzame medewerkers en erg schoon sanitair. Er waren bungalows en chalets te huur. Aloysius kreeg er meteen al zin in, dus de daad werd bij het woord gevoegd en de reservering was snel klaar. Nu maar hopen dat augustus nog wat lekkere dagen in petto had.

Ze hadden geluk gehad, want er was nog een bungalow vrij en hoewel ze er pas over een paar dagen in konden, begon Teutje meteen met het inpakken van de koffers. Aloysius had nog wel een voorwaarde. 'Je mag best je haarföhn mee, Teutje, maar dan wel degene waar je haar droog van wordt en niet die kolkenzuiger waarmee de put wordt ontstopt.' Teutje bloosde ervan. Aloysius was blijkbaar toch op de hoogte van haar Leo. Misschien kon ze hem verstoppen tussen haar voorraad inlegkruisjes large. Toch pakte ze haar man nog even terug. 'Als jij dan je postzegelverzameling maar thuislaat. Er zijn best andere dingen om aan te likken dan aan de achterkant van Willem Alexander', zei ze. Aloysius moest lachen. 'Ik denk dat Máxima daar anders over denkt, Teutje. Ik heb echter geen gewone Nederlandse postzegels. Ik heb een waardevolle verzameling. Daar zitten wel Nederlandse postzegels bij, maar dat zijn bijvoorbeeld zegels van vijf gulden en daarop nog een beeltenis van Juliana.' Aloysius keek zijn vrouw vol trots aan, maar die moest op haar beurt lachen. 'Nou, Aloysius. Daar zit dan zeker wel een grafsmaak aan.'

'Godverdomme, Teutje, wat doe je nou? Je rijdt verkeerd. Je had bij de rotonde rechtdoor gemoeten!' Aloysius wond zich weer eens op. Dat was altijd zo als Teutje reed en Teutje reed altijd, want Aloysius had geen rijbewijs. Hij had ooit zeven keer examen gedaan en was er toen maar mee gekapt. Teutje was in één keer geslaagd na 250 lessen. 'Piet Paulusma zei anders dat ik de derde afslag op de rotonde moest hebben, Aloysius', zei Teutje met een zenuwachtig stemmetje. Ze kon best goed rijden, maar als haar man boos werd of aanmerkingen had, dan werd ze zenuwachtig en dan konden er gekke dingen gebeuren.

'Ja, Teutje', antwoordde Aloysius ongeduldig, 'Maar hij zei dat je rechtdoor over de rotonde moest gaan en dan de derde afslag moest nemen, maar rechtdoor was de tweede afslag. Ik denk dat hij het brede fietspad als tweede afslag zag en je moet ook naar het schermpje kijken dan zie je dat de route rechtdoor gaat en niet afslaat.' Teutje werd nog zenuwachtiger. Ze keek nooit op het schermpje, want ze keek altijd op de weg. Gelukkig kwam er weer een rotonde en daar kon ze omkeren.

Na heel veel keren omkeren kwamen ze uiteindelijk een bordje tegen met de naam van de camping. De camping was echter rechtdoor volgens het bordje, maar de Tom Tom wilde daar juist rechtsaf slaan. In een reflex sloeg Teutje toch maar rechtsaf. Ze wilde altijd Piet Paulusma volgen ondanks dat hij er met het weer ook vaak naast zat. Piet zei dat ze aan het einde van de weg linksaf moest slaan, daarna rechtsaf en dan was de bestemming bereikt. Toen ze dat hadden gedaan stonden ze echter tussen twee weilanden in. 'Kut', zei Aloysius. Teutje had echter een helder idee. Het bordje had eerder rechtdoor gewezen dus als ze nu teruggingen en dan rechtdoor, dan zou het misschien wel lukken. Het lukte inderdaad. Niet lang nadat ze waren omgekeerd, zagen ze de ingang van de camping. Teutje zette de auto aan de kant van de weg, de Kreukeltjes stapten uit en liepen naar de receptie. Bij de ingang van de receptie pakte Teutje plotseling de arm van haar man. Aloysius schrok ervan. 'Wat heb je, Teut, ik schrik me rot.' Teutje schudde echter stevig aan zijn arm en wees met haar hand in de richting van een kampwinkel en een restaurant. 'Kijk dan, Aloysius! Die mensen!'