Gekleurd

Het was weer een emotional rollercoaster in mijn Facebook-tijdlijn van de week. Hongersnood, terrorisme, moord en brand, Grieken en andere wereldproblemen. Megaleed, klein leed, microleed en universeel leed. Zoals eigenlijk iedere week wel. Alles tweedimensionaal en digitaal, dat scheelt een slok op een borrel. En toen was ze daar ineens. Mijn wijsvinger had het scrollwieltje van mijn computermuis net een enorme zwieper gegeven om de Facebook-dag in één keer door te kunnen nemen, toen ze aan m’n netvlies bleef hangen. Een jonge vrouw met een gehavend en bebloed gezicht. Ik staarde haar recht in de verwarde, angstige ogen en vroeg me af welk leed haar overkomen was. Slechts één klik op de muisknop die toch al onder mijn rechterwijsvinger lag en de opheldering van dit raadsel zou zich voor mijn ogen ontrollen. En zo geschiedde.

Ik zag en ik las. De noodkreet van een radeloze vader die 2500 euro uitloofde voor degene die de veroorzaker van haar verwondingen bij hem aan kon brengen. Waar ik het meest van schrok toen haar beeltenis mijn scherm vulde, weet ik achteraf niet. Was het de plastische weergave van het onrecht dat haar aangedaan was en zo confronterend en rauw verhaal haalde? Of was het de mix van het ‘guilty pleasure’-gevoel van de ramptoerist en de schaamte van een nauwelijks te bedwingen nieuwsgierigheid? Of de nuchtere afsluiter van vaders berichtje. Dat zijn dochter terwijl ze op de grond lag te bloeden ook nog even beroofd was. Maar waarschijnlijk niet door dezelfde man.

Kijk, dan heb je Nederland op de kast. Onschuldig meisje, onrecht en een aangeslagen vader. 1600 keer gedeeld en duizenden keren becommentarieert. Door nobele zielen die heus geen geld hoeven voor het aanwijzen of oppakken van een delinquent; een stiekemerd die weerloze meisjes voor het leven verminkt en die dientengevolge – let op, komt ie - welhaast zeker licht of iets minder licht getint zal zijn. Het staat er echt, in iets minder eufemistische woorden. En dat mag je ook iets minder eufemistisch opvatten. Alsof je midden in een Kafka-roman landt. Ik lees nog een beetje voort. En weer terug. Misschien dat ik iets gemist heb? De vader rept in zijn oproep immers nergens over welk uiterlijk kenmerk van de dader dan ook.

Reactie na reactie kookt de digitale kookpot behoorlijk over en ik verbaas me over het creatieve gehalte van woordgebruik en spelling, al probeert een enkele moraalridder nog wel om het allemaal een beetje te temperen. Intussen gaat het gebekvecht, dat allang niet meer gaat over het gewonde meisje of de oproep van haar vader, gewoon door. De lijst met reacties groeit onder mijn ogen. Maar het meest bizarre aan de hele situatie vind ik op aanwijzing van de enkeling die gelukkig wél bij de les blijft. De foto en oproep zijn gedateerd juni 2013.