De mens voorbij

Hoe oud is de gedachte van de mens om zelf een machine naar zijn gelijkenis te scheppen eigenlijk? En naar welke gelijkenis zijn we eigenlijk op zoek? Een paar vragen die bij me opkwamen na een bioscoopbezoek aan de film Ex Machina. Misschien nog eens het googelen waard om te zien hoe ver die geschiedenis eigenlijk teruggaat.

Zo uit het hoofd kom ik uit bij de conceptie van het monster van Frankenstein, in de negentiende eeuw. Waar voorheen het scheppen van leven vooral aan hogere machten werd toegeschreven, was het nu een mens dat met experimenten een levend wezen probeerde te creëren dat op hem leek. En het idee is, me dunkt door het technologische succes van de industriële revolutie, al die tijd blijven sluimeren.

Hoewel het idee sindsdien talloze malen is uitgewerkt in boeken, films en tv-series, sla ik die even over en neem de stap naar het eerder genoemde Ex Machina. Kort samengevat krijgt een programmeur van een Google-achtig bedrijf de mogelijkheid om de excentrieke directeur van het bedrijf te ontmoeten, die als een kluizenaar in een villa in de wildernis woont. De directeur blijkt een vrouwelijke robot te hebben ontwikkeld, die door de programmeur moet worden getest op de kwaliteit van haar artificiële intelligentie. Die blijkt prima te functioneren. Uiteindelijk ontwikkelen alle drie een eigen agenda en blijft het tot het einde toe spannend wie er aan het langste eind trekt.

Plotwendingen zijn natuurlijk noodzakelijk om een goed verhaal te vertellen, maar de uitwerking van het toetsen van de artificiële intelligentie is ook een verhaal op zich. Die spanningsboog zit hem in de film voornamelijk in het feit dat robot Ava reageert en interageert als een mens, maar daarnaast ook beschikt over een eigen wil en een vermogen tot manipuleren. Haar motieven zijn, net als die van mensen, instinctief.

De zoektocht naar het creëren van een kunstmatige intelligentie vordert ook in de echte wereld. Zover als in Ex Machina zijn ze nog niet, maar vóór die tijd zou je je ook kunnen afvragen of je met alleen intelligentie ook bent waar je wil zijn en wat je wil bereiken. Vandaar ook mijn tweede vraag.  Gaat het om het toepassen van beperkte menselijke intelligentie voor monotone of gevaarlijke beroepen? Of is er een soort intrinsieke noodzaak om een evenbeeld van de mens te creëren of zelfs te overtreffen - rationeel, efficiënt en ontdaan van grillen? Voldoet de term ‘intelligentie’ wel als we eigenlijk bezig zijn een artificiëel bewustzijn te creëren?

Voorstanders van het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie beweren dat die ontwikkeling slechts een logische stap is in de evolutie, terwijl tegenstanders de nadruk leggen op het risico dat de mens zelf zal worden vervangen of weggevaagd. Zelf denk ik dat de nieuwsgierigheid van de mens niet te temmen is en dat de ontwikkelingen niet meer tegen te houden zijn. Het is ook een fascinerend idee om het ongrijpbare van het bewustzijn bijna binnen handbereik te hebben.

Maar het punt dat Ex Machina maakt – niet voor het eerst trouwens, Blade Runner bijvoorbeeld onderzocht dit idee ook al – is dat dat kunstmatige bewustzijn een prijs heeft, namelijk dat het een instinct ontwikkelt voor zelfbehoud. En een instinct is krachtig en primitief, maar ontbeert een wezenlijk deel van het menselijke bewustzijn: een geweten. Een geweten als moreel kompas en als rem op primitieve driften. De film laat trouwens niet na om te bespiegelen dat het de mens als schepper hier zelf ook wel eens aan ontbreekt.

Ik denk dat juist dit thema veel mensen angst inboezemt voor de toenemende ontwikkelingen in artificiële intelligentie. Een superintelligentie die zóveel sneller kan denken dan een gemiddelde mens, dat hij die mens op alle terreinen voor is. Maar één die slechts draait op berekeningen en rationele beslissingen, zonder een menselijk moreel kompas. Hopelijk is de wetenschap voorzichtig genoeg om die angst ongegrond te verklaren.