Your Captain speaking

Ik zit in de trein richting Schiphol.
Ik kijk naar het Nederlandschap dat aan me voorbijvliegt.
Op het bankstel naast me zit een man die het ene telefoontje na het andere pleegt.
Allemaal korte gesprekjes waarin hij in een razend tempo de huidige situatie van de gebelde polst. Alsof hij een lijst afwerkt met vragen als 'Hé en hoe is het met de kinderen?', 'Wat ga je nog allemaal doen vandaag?', 'Oh en hoe is het met d'r nieuwe vriend?'.
Adviezen zoals 'Ja je kan gewoon lekker met ze naar buiten gaan' of 'Dan bespreek je dat gewoon even goed met je meissie.'
Mededelingen zoals 'Joh, jij bent echt een prima vader, komt helemaal goed', 'Ja ik heb een nieuw vluchtschema, ik vlieg vanavond al naar San Diego.'
Ach, kijk ... Hij is een piloot. In een onberispelijk blauw kostuumpje.

Hij zegt er achteraan: 'Ja, maar maandag ben ik weer terug.'
Iets aan hoe hij het zegt, verraadt zijn onzekerheid over dat feit.
Hij zei het te snel. Of er zat wat veel stress op zijn 'ja'. Misschien was het omdat hij zo maniakaal met zijn ogen knipperde of zo krampachtig compact op zijn stoel zat.
Hij rondt zijn laatste telefoontje af en legt op. Ik bedoel hij haakt in. Nee, dat bestaat ook niet meer.
Hij drukt gewoon op zijn touchscreen dus.
Er valt een stilte, maar de spanning is voelbaar.
Een van mijn medepassagiers besluit een lans te breken voor ons niet-luchtvaarders.
Deze man, ik schat hem in de veertig en van Midden-Oosterse origine, stelt de vraag die zwaar in de lucht hangt: 'So how are you dealing with the crash?'
Het is twee weken geleden gebeurd, dus we weten precies over welke crash het gaat.
De piloot is plotsklaps een exponent geworden van iets waar hij niets mee te maken heeft.
Een beetje zoals elke islamiet na Charlie Hebdo.
Hij antwoordt vriendelijk maar formeel in pindakaas-en-stroopwafel Engels:
'Unfowrtsjineutlie, seur, aaj ken not spiek ebaawt dis, but it is verrie tredjik wot heppeunt.'
De vrager begrijpt het, zegt hij.
Het gesprek had hier kunnen stoppen, maar de piloot wil toch nog wat kwijt over de speculatieve rol van de media.
Daar wil de vrager op ingaan, maar er wordt hem wederom vriendelijk maar formeel medegedeeld dat er 'unfowrtsjineutlie' niet over gesproken kan worden.
Wel geeft de piloot hem nog mee dat er al een nieuwe regeling voor de cockpit van kracht is.
'Wie aar nauw owlweejs wit toe in de kokpit.'
Ja, dat bevalt de vrager wel.
Meer in detail kan de piloot helaas niet treden want hij 'ken not spiek ebaawt it'.
Hij kan enkel nog zeggen dat het hoe dan ook echt 'tredjik' is en zeker omdat het zo dichtbij was.
Er zat namelijk ook een meisje, dat een ex van zijn neefje was, in dat vliegtuig.
De vrager condoleert de piloot met het verlies.
Vriendelijk en een beetje formeel.

In Schiphol stappen we allemaal uit. Ik zou de piloot wel willen zeggen wat hij echt wil horen.
'Jou overkomt het niet, je bent maandag gewoon weer terug.'
Maar misschien moet ik die tijd gebruiken om familie en vrienden op te bellen voor ik mijn vlucht neem.


Deze column werd geschreven door Jasmine van blogcollectief Kaf.