Hobby met speldenknoppen

Bert vertelde mij vanmorgen dat hij het de komende weken belachelijk druk krijgt, met studie en werk. Met zijn column zal het dus slecht aflopen, reden om mij te vragen of ik even kan inspringen. Welja, ik heb een lege dag, afgezien van een stapel kranten, dus dat kan wel. Ik heb hem wel gezegd dat ik het over zijn hobby ga hebben. Dat mocht, het is een respectabele hobby en ook nog eens redelijk zeldzaam, dus wie weet breng ik iemand op een ideetje. Het is wel weer een tijdverdrijf met een open eind. Maar dat zijn de meeste liefhebberijen: postzegels sparen geeft ook steeds meer steekmappen, treintjes beslaan na een paar decennia de hele zolder en een hengelsporter heeft na een poosje een uitrusting van duizenden euro's. Waar dat bij zoon Bert toe leidt ga ik nu vertellen.

Het begon een paar jaar geleden met een website genaamd Postcrossing. Als je wilde instappen maakte je een profiel aan met wat personalia, hobby's, muziekvoorkeur, opleiding en dergelijke. Dan kreeg je een code voorzien van een afkorting per land. Als je daarna inlogde en een bepaalde toets indrukte kreeg je een code te zien van een persoon ergens ter wereld die ook was aangesloten. Die stuurde je dan een ansichtkaart, met wat tekst in het lege vlak aan de linkerkant. De regel is dat als je een kaart stuurt, je ook een kaart terugkrijgt. In het begin deed Bert af en toe een kaart de deur uit en kreeg een kaart terug, zodat alles redelijk binnen de perken bleef. Na enige tijd worden echter je mogelijkheden verruimd: als je wilt mag je wel vijf kaarten tegelijk versturen, zodat de postbode zich afvraagt hoe al die kaarten uit de hele wereld naar ons adres kunnen komen. Ik heb het haar maar even uitgelegd.

De voertaal is Engels, terwijl een Duitser meestal Duits schrijft als je aangeeft dat je dat spreekt. Als je een kaart krijgt meld je dat op de site, zodat de afzender dat weet. Daarbij kom je tot verrassende ontdekkingen. Zoals: kaarten uit China en ernaartoe zijn altijd drie tot vier weken onderweg. Dan vermoed je algauw wat spiedende blikken van hogerhand. Kaarten uit andere delen van de wereld doen er juist verbazend korte tijd over om op ons adres te arriveren. Met één kaart liep het niet goed af, want een van onze teckels wilde wel eens weten hoe zo'n kaart smaakt. Gelukkig was op een van de restjes de zendcode nog te lezen, zodat Bert op de site melding kon maken van het gebeuren. Sindsdien houden we de honden en de brievenbus nauwlettend in de gaten.

We zijn inmiddels in een volgende fase beland. Bert kwam er algauw achter dat Postcrossing voor een arme student als hij toch een redelijk prijzige grap is. Ga maar na: er moet voor ruim een euro aan postzegels op een kaart, en die kaart kost ook meestal een euro of iets meer. Ik vertelde hem dat in vrijwel iedere kringloopwinkel wel een bakje met ongebruikte ansichtkaarten te vinden is. En daar kosten ze altijd een duppie. Ha, dat was een idee. Mam werd gecharterd voor een ritje naar de shop in Leusden waar hij 48 kaarten kocht. Meteen daarop reed ik hem naar een shop in de binnenlanden van ons dorp. Ja, we hebben hier binnenlanden en ook nog eens drie kringloopwinkels. En weer had hij succes, nu ruim tachtig kaarten. Dus voor iets van dertien euro kan hij een hele tijd voort. Afgezien van de postzegels dan. Maar voorlopig bespaart hij de helft, en dat tikt aan voor hem.

Je kunt natuurlijk een bakje nemen en daar de ontvangen kaarten inzetten, maar zo zit zoonlief toch niet in elkaar. Hij stelde voor dat hij wat spijkertjes en een hamer zou pakken en op twee meter hoogte in zijn kamer draadjes spannen, tussen de boekenkast en de zolderbalken. Best jong, hier heb je de spullen en een klosje dun touw, maar hoe ga je de kaarten aan de touwtjes ophangen? Een stukje tape, van de voorzijde van de kaart over het touwtje naar de achterkant werd meteen afgekeurd. De kaarten moesten wel heel blijven als de boel werd afgebroken. Een wasknijper is veel te lomp en geeft bovendien trubbels met mam. Een betere optie is dan een simpele paperclip, maar die waren net allemaal op. Er bestaan mini-wasknijpertjes, kon ik daarnaar niet even naar op zoek gaan, dan ging hij onderwijl naar college. Ik liep wat winkels af in ons dorp en vond ze bij de Zeeman. Weer een probleem opgelost, weer op mijn kosten en in mijn tijd, maar dat geeft niks. Alle kaarten hangen, het plafond is alleen nog zichtbaar als je er recht onder staat.

Maar het volgende project diende zich alweer aan. Hij heeft inmiddels 184 kaarten verstuurd naar alle delen van de wereld en er dus ongeveer evenveel ontvangen, maar hoe is nu de verdeling? Hij weet het wel globaal, maar precies is veel leuker. Een paar weken geleden kwam hij naar beneden met een 25 jaar oude wereldkaart van National Geographic. Als we die nou eens op een materiaal plakken waarin je spelden kunt steken, dan kun je met de kleuren rood en blauw op de kaart aangeven waar ze allemaal vandaan komen en waar je ze zelf heen hebt gestuurd. Goed plan, maar hoe doen we dat? Wacht, ik heb een rol dubbelzijdig tape, dus als we een viertal vellen karton weten te scoren, dan plakken we die op elkaar en kun je spelden steken zoveel je wilt. Het schoot mij te binnen dat vervoerders altijd karton hebben liggen dat op europallets wordt gelegd, en dat is precies de juiste maat. Dus karton geregeld, vier vellen op elkaar geplakt en daar de kaart bovenop.

Jawel, makkelijk gezegd, maar de kaart was al die jaren niet bepaald ongeschonden doorgekomen. Ook papier blijkt krom te kunnen worden, want aan de onderkant kwamen we te kort en aan de bovenkant was er wat over toen we hem plat duwden voor het opplakken. Maar goed, we gingen koppig door, dan maar een paar scheurtjes bij de vouwnaden. O ja, spelden! Van die dingen met een gekleurde glazen kop. Eerst werd de naaibox van mam geplunderd, maar dat hielp niet echt. Met vijf of zes spelden van de juiste kleur was het wel bekeken. Een speurtocht langs de winkels leverde wel spelden op, maar dat waren assortimenten in alle mogelijke kleuren, zodat we de licht- en donkerbauwe, alsmede de oranje en rode spelden er tussenuit hebben gezocht en mam de rest hebben gegeven. Die heeft nu genoeg voor een generatie of vijf, zes.

Het prikken van de spelden leverde evenwel weer nieuwe problemen op, want de plaatsen van verzending respectievelijk ontvangst blijken uiterst vreemd bij elkaar te kruipen. Er blijken heel veel Postcrossers te zitten in Moskou, Minsk, Sint Petersburg en Taipei. Probeer op een wereldkaart maar eens dertig spelden in het stipje te steken dat Moskou voorstelt. Het eiland Taiwan was helemaal verdwenen onder de speldenkoppen. Dat moest anders, en gauw een beetje. Bert, jij spaart atlassen, als je er eentje opoffert trekken we daar kaarten uit van de Benelux, Duitsland, Oost-Europa en Taiwan en die plakken we op de ongebruikte stukken van de wereldkaart. Uit de Zuid-Atlantische Oceaan krijg je geen post en uit de Stille Oceaan ook niet, wat ik je brom. Hij keek me aan of ik stapelgek geworden was. Kaarten opplakken, best, maar je blijft wel van mijn dierbare Bosatlasverzameling af! Dus maar weer naar een kringloopwinkel gereden en daar twee oude Bosatlassen gekocht, een grote en een kleine, samen voor 3 euro vijftig. Toen de spelden uit de wereldkaart getrokken die in die landen waren geprikt en ze overgezet op de detailkaarten. Veel beter zo, dat zie je meteen. Alleen nog een kaartje van Taiwan erbij.

We zijn de afgelopen week urenlang samen aan het klooien geweest, de kaart plat op de kamertafel, Bert aan de computer, ik met de spelden bij de kaart. Lang niet alle plaatsen staan op de kaart, dus is het vaak een heel gepiel om een speld op de juiste plek te prikken. Maar we zijn wat dat betreft allebei even secuur, reden om er veel tijd in te steken. Inmiddels hangt de kaart aan de wand in het boekenkamertje. En vallen er een paar zaken heel erg op. Op de site kun je zien waar de Postcrossers wonen, en dan zie je bijvoorbeeld dat er twee in Nuuk op Groenland wonen. Die worden gek gezeurd, want daarvandaan wil iedereen wel een kaart krijgen. Uit Afrika kreeg Bert nog niks, uit China juist veel. Uit India weer niks, uit Australië en Nieuw-Zeeland maar eentje. Het is dus heel ongelijk verdeeld, maar er komen wel steeds meer mensen wereldwijd die meedoen. Een oma van 73 uit Sinkiang die in onbeholpen Engels haar verhaaltje doet, een jongetje van twaalf uit Berlijn die met vreselijke hanepoten en in slecht Engels wat op de kaart kalkt en gelukkig zijn moeder het adres laat schrijven. Het is iedere dag weer een verrassing wat je krijgt.

Bert vult het zoals gewoonlijk op zijn eigen manier in. Hij is bezig om de verkoop van vergrootglazen wereldwijd op een ongehoord hoog peil te brengen door te proberen of je duizend woorden op een ansichtkaart kunt schrijven. Hij is al een heel eind op weg. Hieronder nog wat plaatjes om aan te tonen dat ik niks uit mijn duim heb gezogen.