Heerlikke ikke

Twee weken geleden keek ik naar PSV-Ajax. Ook al is de competitie gespeeld, een pot als deze blijft beladen. En dat uitte zich al meteen in een elleboogje in de eerste 30 seconden. De echte hardcore-supporters hadden dat elleboogje eigenlijk niet eens nodig. Zij kijken sowieso vanaf het begin vanuit hun eigen clubkleur. Altijd zo maf om van dichtbij mee te maken hoe clubkleur ervoor kan zorgen dat je ineens heel veel onrecht kan zien. Een bal rolt net of net niet over de zijlijn en afhankelijk van je clubkleur brul je ‘scheids!’ of brul je niets. Elke situatie in de wedstrijd waarin er ook maar een klein kiertje is om deze op meerdere manieren te interpreteren, wordt door een supporter volop benut om zijn ambacht uit te voeren als eloquente advocaat.

Het raarste van die verkleurde beeldinstelling is dat-ie toch redelijk arbitrair tot stand gekomen is. Je bent vijf jaar en ‘iets’ wordt ineens ‘jouw club’. De bijbehorende pyjama wordt aangetrokken en hups, point of no return. Ik ken overstappers, maar die mensen hebben hun geloofwaardigheid ernstig op het spel gezet. In de supporterswereld doet men namelijk keurig netjes aan monogamie.

Ik zei net ‘altijd maf om dit van dichtbij mee te maken’, maar die rare verkleurdheid is er eigenlijk ook in het echte, normale, alledaagse leven. En je zou goed hard kunnen maken dat ik daarin net zo verkleurd ben. Ik kan op basis van niets ook een hekel hebben aan andere mensen, die anders over dingen nadenken dan ik, die andere dingen mooi vinden dan ik, die andere dingen doen dan ik. De grap is dat deze liefde bij meer dan genoeg mensen wederzijds is. Maar de grap is ook dat bij zo’n mismatch toch vaak het gelijk wordt gegeven aan de ik-vorm. En dat terwijl ik zelf ook eigenlijk (los van mijn biologische ikke) niets meer ben dan een optelsom van allerlei arbitraire keuzemomentjes, waarin ik heb vastgelegd of heb geaccepteerd (omdat iedereen om mij heen dat zo vindt) wat ik goed moet vinden en wat niet. Zo word je je eigen hardcore-supporter van jezelf.

Stom! Want mensen zijn niet te omlijnen. Mensen verschillen per situatie. Als toerist hou je van rustig flaneren en zijn die overhaaste locals irritant. Als local hou je van opschieten en zijn die toeristen die de drukke straat blokkeren irritant. Zo zijn er nog wel duizenden voorbeelden te bedenken die aangeven dat de identiteit die we aan onszelf toedichten voortdurend in beweging is. En juist omdat je altijd verschilt in je positie, is het eigenlijk raar om die monogamie met je eigen principes vol te houden. Dan zou je op die duizenden momenten namelijk een gruwelijke hekel aan jezelf moeten hebben, maar dat is niet zo. Als trein-uitstapper erger je je altijd aan de instappers en vice versa.

Dit is geen pleidooi om alles dat contrast bevat glad te strijken. Het vasthouden aan verschillen zorgt juist voor een spanning tussen mensen die heerlijk kan zijn (dat maakt het ook zo prachtig om een wedstrijd als PSV-Ajax te kijken). Maar wanneer culturele verschillen ernstige gevolgen hebben, moet je de uitdaging aannemen om verder te kijken dan jezelf. Om de helikopterview aan te nemen. En om flexibel te zijn in je eigen houding. Ruimte over te laten voor het andere perspectief. En eventueel zelfs daar naar te handelen.

Ik ga het proberen. Steeds meer te genieten in mijn Ajax-shirt van een mooie passeerbeweging van een PSV’er. Want als het goed is, ben ik vooral fan van voetbal. En niet van een club.
 

Deze column werd geschreven door Tommie van blogcollectief Kaf.