Waardig sterven is nog geen euthanasie

Vorige week bezocht ik een discussieavond in het VU Medisch Centrum genaamd ‘Grey Power’. Onderdeel van een serie lezingen, waarin life hacks worden geëxploreerd om gezond oud te worden. Ik was er met een aantal anderen beroepshalve naar toe gegaan, het geïnteresseerde publiek bestond voornamelijk uit de beoogde doelgroep.

Hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder – bekend van zijn levendige betogen bij DWDD – stak een verhaal af over zijn beproefde stokpaardje over meer bewegen. Zitten is tenslotte het nieuwe roken. Een minder overtuigend verhaal kwam van een oud-topsporter, die sportclubs voor ouderen als de heilige graal zag. Dit werd in reacties vanuit de zaal ook al gerelativeerd door meerdere ouderen, die vooral aan beweeglijkheid hadden ingeleverd door overmatig te sporten. De avond werd gestolen door Martin Simek die, afgezien van een korte anekdote, zijn tijd moeiteloos vol improviseerde en vooral met speelsheid en creativiteit de geest jong probeerde te houden. Waarvan akte.

De belangrijkste kwestie werd echter aangeroerd voordat de lezingen goed wel waren begonnen. Spreekstalmeester Frénk van der Linden opende de avond met de vraag wie er vóór verruiming van de euthanasiewet zou stemmen. Een overweldigende meerderheid van de aanwezigen was voor. Steekproefsgewijs werden enkele mensen naar hun beweegredenen gevraagd en de belangrijkste reden die werd aangevoerd, was de wens om ‘waardig sterven’ mogelijk te maken. 

Interessant. Mijn collega en ik keken elkaar verontrust aan. ‘Wie gaat dat doen dan?’ Het was ook niet de eerste keer dat ik hierover nadacht. Het is een terugkerende kwestie in mijn werk en nillens willens moet ik soms constateren dat er een soort inflatie in de euthanasiewens is opgetreden.

We gaan allemaal een keer dood en niemand heeft in de hand hoe of waaraan, zelfmoord daargelaten. Het liefst zo geruisloos mogelijk en zonder pijn. Een zeer invoelbare wens natuurlijk. De NVVE, de vereniging voor vrijwillig levenseinde, zet zich al jaren in om het individu de regie over het eigen sterfproces te geven, op een zelfgekozen moment en op een zelfgekozen manier, zonder zich over te hoeven geven aan de heimelijkheid en schaamte of schuld die vaak met zelfmoord gepaard gaat. Denk aan de voorstellen voor de pil van Drion.

Zonder het belang van deze inspanningen te willen diskwalificeren, is deze discussie van een geheel andere orde dan de euthanasiewetgeving en heeft er eigenlijk ook niets in te zoeken. Euthanasie is een zeer bijzondere wetgeving die artsen in samenspraak met en op verzoek van de patiënt diens leven beëindigt onder zeer specifieke omstandigheden. Deze zijn, heel bondig samengevat, als volgt:

Een arts kan in samenspraak met een wilsbekwame patiënt het leven van die patiënt beëindigen, op diens uitdrukkelijke en herhaalde verzoek, over het algemeen in het geval van een ongeneeslijke aandoening, die uitzichtloos en  ondraaglijk lijden veroorzaakt.

En verder zullen nog twee onafhankelijke artsen een onderzoek met de patiënt moeten doen, om de hulpvraag en wilsbekwaamheid te toetsen. Het voorkomen van zo’n ondraaglijk uitzicht is een van de laatste behandelopties die je als behandelend arts nog achter de hand hebt. Een onmiskenbaar teken van beschaving, denk ik. De huidige discussie over uitbreiding van wetgeving gaat vooral over het oprekken van de grenzen van de wilsbekwaamheid, bijvoorbeeld bij minderjarigen, psychiatrische patiënten en dementerenden.

Waar die in elk geval niet over gaat, of hoort te gaan, is toekenning van een algemeen recht voor willekeurig iedereen die vreest voor een moeilijk sterfbed. Wat mensen nog wel eens over het hoofd willen zien, is dat bij euthanasie niet alleen de zorgvragende patiënt – afkomstig van het Latijnse patiens, lijdende – is betrokken, maar ook nog een agens, een hándelende factor binnen de vergelijking: de dokter.

Dat klinkt als een slap excuus, maar de euthanasiewetgeving is juist zo beperkt toepasbaar, omdat de procedure op zichzelf al zwaar genoeg is. Iemand doodmaken is ook voor dokters een onnatuurlijke handeling, waarbij ze zich op een zeer smalle scheidslijn bevinden. Een jaar geleden liet de casus van de Tuitjenhornse huisarts nog eens zien tot welke verwarring al te barmhartig Samaritanisme kan leiden. Vóór de wetgeving er was, moesten dokters de recherche van hun goede bedoelingen zien te overtuigen.

Als het aan de NVVE ligt kunnen mensen zonder ernstig onderliggend lijden voortaan ook beroep doen op de euthanasiewetgeving. En de NVVE weet hierin langzaam maar zeker steeds meer medestanders te vinden. Dus opnieuw de vraag: wie gaat dat dan faciliteren? Wie wordt er dan verantwoordelijk als het fout gaat? Wie gaat de medicijnen voorschrijven of toedienen waarmee die mensen een einde aan hun leven gaan maken?

De dokter kijkt wel uit.