Lekker een dagje rondkachelen

Laat niemand zeggen dat we geen mooi weer hadden, dit jaar. Op de motorclubavonden hebben we tientallen keren de hele avond buiten gezeten, tot vorige week toe. Het was al begin oktober, maar ik reed motor zonder col om mijn nek. Het was gewoon niet nodig. En dat hadden heel wat andere motorliefhebbers ook door, getuige het ontelbare aantal keren dat ik mijn hand opstak. Ondanks het feit dat ik een echte mooiweerrijder ben maak ik heel wat kilometers, de afgelopen vier jaar in totaal ruim 22 duizend. En ik ben het nog lang niet zat.

Het is echt geinig om een motor te hebben met een totaal afwijkende kleur. De Honda CB die ik heb werd afgeleverd in drie kleuren: donderzwart, donkerrood en donkerblauw. Raar, om een populaire fiets in zulke doodsaaie kleuren af te leveren. De eerste eigenaar van mijn brik had daar toch andere ideetjes over. Hij liet zijn fiets in Engeland overspuiten in hardgeel met zilver. Wel Honda-kleuren, maar slechts heel zelden gebruikt. Het staat fantastisch, en een bijkomend voordeel is dat het beeld bij andere motorliefhebbers blijft hangen. “Hee, jou ken ik!” heb ik al heel vaak gehoord. Maar dan blijken ze niet mij maar de motor te kennen. De berijder ervan blijkt van ondergeschikt belang, zo te horen. Soit.

Een paar weken terug, op een zaterdag was het ook prachtig weer, dus vatte ik het plan op om naar Bodegraven te rijden waar een heel grote motorzaak is gevestigd. Even afstappen voor een bakkie en een praatje en dan weer verder. Dat werd dus iets anders dan verwacht, want er was feest. Om de zaak heen stonden vele honderden motoren geparkeerd van bezoekers. Er was een bandje, een stel kramen, koffie en hamburgers, alles prima geregeld. Ik zeeg ergens neer op een bank met mijn bakkie koffie, naast een stel liefhebbers. En ja hoor, een van hen vertelde dat hij die gele CB weer had zien staan. En dat hij de eigenaar daarvan bij Premium in Apeldoorn had gesproken. Ik tikte hem op zijn schouder en lachte hem eens vriendelijk toe. Na een paar tellen viel het muntje bij hem.

Ik stond wel even raar te kijken van een drietal Ducati's die bij de ingang stonden opgesteld. Je hebt de Ducati Panigale, een kanon van bijna 200 pk waarvan de nieuwprijs een eindje boven de twintig mille ligt. Een poosje na de introductie komt de fabrikant dan met een speciaal model voor de raceliefhebber, genaamd de Superleggera. De gietwielen worden lichter, de remmen nog beter, er komt meer electronica aan boord en veel onderdelen worden uitgevoerd in carbon om gewicht te besparen. Dat kost wel het een en ander. In de buurt van dertig mille ben je zo kwijt, maar dan heb je ook wat zullen we maar zeggen. Bij deze dealer stonden er drie, eentje in volle racetrim, maar die was net verkocht, dus ik kon niet zien wat dat ding had gekost. De andere twee kostten 65.000 respectievelijk 75.800 euro. En voor de prijs heb je dan een fietsje waar ik met mijn 1 meter 90 op geen stukken na op pas. Echt onmogelijk klein en compact is zo'n ding. Je moet echt een klein, dun manneke zijn om daarop te kunnen rijden. Nou ja, rijden... knallen zullen we het maar noemen. Iedere begrenzer, afkomstig van het herenakkoord van maximaal 300 km/u is er natuurlijk af. Wat het beest echt kan vertelt het verhaal niet, ik wil het eerlijk gezegd niet eens weten.

De week daarop reed ik naar Zoetermeer, want daar is een motorzaak met een groot Honda-bord aan de gevel. Het was een doordeweekse dag, dus druk was het niet. Maar toch kwamen er algauw een paar mensen aanrijden, eentje op een dikke Moto Guzzi Grifo, de andere op een MV Agusta F4. Er stapte een klein mannetje van de MV, wat ook wel moest want ook dit is weer een fiets voor kleine mensjes. Ik heb weer mijn ogen staan uitkijken: de motor was zes jaar oud, maar alles was mooier dan nieuw. De rijder had een complete leren outfit aan, met eronder een MV trui en nog allerhande dingen uit de MV shop. En dat kost het een en ander, dat kan ik je wel vertellen. Toen de man begon te praten schoot ik bijna in de lach. Harrie Jekkers moet naar hem geluisterd hebben voordat hij zijn sketches in Plat Haags schreef. Henkie Bres was er niks bij.

En rare ervaring had ik daar wel, eentje in de minder positieve sferen dan. Ik ben al bij heel veel motorzaken geweest en overal is de koffie gratis. Hier niet, je moest een halve euro aftikken voor het obligate bakkie. Raar vind ik dat. Je voelt je meteen toch minder welkom. Het lijkt me ook niet slim, wat werd bevestigd door de MV-rijder, een vaste klant. Hij vertelde dat veel lui daar op een mooie dag kwamen aanrijden en niet eens naar binnen kwamen. Ze gingen buiten een tijd met elkaar staan ouwenelen en vertrokken dan weer.

Het Groene Hart kan ik echt aanbevelen, met name dan voor de motorrijder zonder haast en met een voorliefde voor b-weggetjes. Op de weg terug reed ik naar Waverveen, een gehucht vlakbij Vinkeveen, want daar ben ik geboren, in het zomerhuis van een boerderij. De naam van de boer kunnen mijn broers en ik niet meer terughalen, wel die van de buurman. De naam van die buurman komt in het dorpje maar tweemaal voor, reden om daar binnenkort toch eens navraag te gaan doen. Leuk, na 66 jaar op speurtocht gaan naar je roots. Veel zin heeft het natuurlijk niet, maar ik wil het gewoon weten.

En het is een prachtige rit, dat ook.