Dodelijk verleden 5

‘Martha? Martha, word wakker. Word eens wakker, je hebt een nare droom. Ik kan zo niet rijden als je wild om je heen blijft slaan.’
‘Wat?’, zei ik met een gebroken stem. ‘Wat is er gebeurd? Waarom sta je op de vluchtstrook van de snelweg?’ 
Op dat moment reed Harm weer snel van de vluchtstrook af om verder niet op te vallen.
‘Wat ik al zei Martha: je had een nachtmerrie. Je sliep al dik een uur toen je plotseling wild om je heen begon te slaan. Waar was je in godsnaam?’
‘In de bunker’, zei ik koel. ‘Het leek zo echt’.

Smalle straten, veel kinderen op straat overschreeuwen de normale stadsgeluiden. Ik weet niet eens waar ik ben, maar de stad spreekt mij aan op een of andere manier. Harm opent mijn portier. De vrouw die de deur opende hoorde volgens mij zeker niet in dit huis. Ik bedacht dat zij de doktersassistente zou kunnen zijn. Ik wist niet wat er met mij lichamelijk zou gebeuren maar ik had er niet veel vertrouwen in dat ik hier zonder ontstekingen zou vertrekken. De vrouw, Harm en ik liepen door de smalle gangen van het huis dat binnen veel groter was dan je buiten zou vermoeden. Ik denk dat ik wel veertig meter had gelopen voordat we bij een praktijkruimte aankwamen. En kleine man met een Chinees uiterlijk gaf mij een hand. Zijn hand voelde fluweelzacht zoals je van een chirurg zou kunnen verwachten. Er hingen vier foto’s aan de muur waar ik de koude rillingen van over mijn rug kreeg. ‘De nieuwe ik? Mijn god nee, die ziet er veel jonger uit, waar zijn mijn blauwe ogen gebleven?’ Ik bleef lang naar de foto’s staren.
‘Ik ben dokter Wong. Hoe vindt u uw nieuwe uiterlijk?’, vroeg Wong. Ik wilde mijn eigen uiterlijk behouden. Veronderstel dat dit uiterlijk ook bekend zou worden bij mijn belagers, dan zou alles al snel voor niets zijn geweest.
‘Ik weet het nog niet. U zult hier vast veel klanten krijgen die op u zitten te wachten, ik niet.’ Wong keek enigszins geschrokken naar Harm die knikte dat het oké was. Wong keek mij weer aan.
‘Het lijkt dramatisch, toch is het een relatief kleine ingreep’, zei hij voorzichtig. ‘Ik bedoel dat het geen grote operatie is zoals bijvoorbeeld bot- of kraakbeenaanpassingen. Het is alleen de huid, het haar en de kleur ogen.’ Hij pakte een doosje waar twee kleurlenzen in zaten.

‘Wilt u nog weten wat ik precies ga doen? Ik heb gehoord dat u ook medicijnen hebt gestudeerd.’
‘Tja, dat is het enige dat ze mij niet konden ontnemen, de rest hebben ze gestolen.’ 
Wong keek mij verbaasd aan. Harm greep in.
‘Het is dat je niet direct herkend wordt bij de eerste de beste controle in dit land. Maar ook in Nederland moet je plastisch chirurgische vermomming zo lang mogelijk in stand blijven. Wong legde uit wat er ging gebeuren. De operatie begon.

Toen ik wakker werd, lag ik weer in de bunker. De mensen leken zo echt, alles wat ik aanraakte voelde daadwerkelijk als het materiaal wat ik aanraakte. Ik sloot mijn ogen weer en werd nu goed wakker. Het bed was de enige luxe in de veel te kleine kamer. Ik zag Harm.
‘Hoe laat is het?’ vroeg ik.
‘Te vroeg om op te staan, het is vier uur in de nacht’, zei hij rustig.
‘Is het geslaagd?’ Hij stond op en pakte een handspiegel en hield die direct voor mijn nieuwe gezicht.
‘Jezus! Ik ben door een trein geraakt, man!’
‘Een paar dagen en we kunnen reizen. Ik zal het goed koelen, dat heeft Wong mij gevraagd, het gezicht goed te koelen.’
‘Jij? Geen zuster?’
‘Wat is er mis met mij? Wij moeten het ook doen met het geld wat we van Merel krijgen of was je dat vergeten?’ Ik werd nu ineens hard met thuis geconfronteerd. Ik was inderdaad vergeten dat er nog steeds mensen van mij hielden. Mensen die wilden dat ik terug zou komen. Mensen die mij koesterden terwijl het koesteren van mensen langzaam overgegaan was naar meer respect voor dieren. Nu begreep ik pas waarom sommige mensen meer met dieren hadden dan met mensen. Mensen kunnen je permanent beschadigen, dieren niet. Hun liefde is onvoorwaardelijk. Ik maakte er nu maar een cognitief signaal van. Omdat ik kon bedenken waarom Merel en de anderen zich zo bleven inspannen. Ik kon het begrijpen, maar het zonk niet meer in mij, het bleef bij denken.

Ik koelde mijn gezicht zelf. Niet dat Harm het niet voorzichtig deed, maar ik wilde niet afhankelijk zijn en er was niets mis met mijn handen. Ook oefende ik iedere dag met mijn nieuwe lenzen. De vierde dag werd ik geschminkt door een voor mij onbekende vrouw, die zalig rook. Zij haalde de resten van het blauw en rood in mijn gezicht weg. Het was niet veel meer, maar genoeg om vragen te krijgen bij de eerste de beste controle.
We vertrokken. Harm was een dag weggeweest en haalde mij nu op. Wong en zijn assistente gaven mij vriendelijk een hand. Ik zou ze nooit meer zien, bedacht ik. Maar niets was zeker de laatste maanden, niets.
‘Moeten we weer zo’n stuk terug, Harm?’ vroeg ik toen we in de auto gestapt waren. 
Hij keek bedenkelijk opzij. ‘We proberen met een klein sportvliegtuigje net buiten Turkije te komen. De wegen worden bewaakt door honderden maffiosi. We weten nu ook dat jij in je eentje verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van zestig kapiteins en een handvol peetvaders. De hele Turkse maffia is ontregeld. Politiemensen, rechters en dergelijke worden niet meer betaald. Er heerst een totale oorlog om de territoria. Ze zijn ervan overtuigd dat ze je vinden. Alleen de Nederlandse maffia zoekt al met veertig man, permanent. Je bent de meest gezochte vrouw van de wereld.’ 
Ik was minutenlang stil na het spreken van Harm.

‘Geen peptalk, Harm, geen peptalk’, zei ik een beetje sarcastisch. 
‘Is iedereen er niet vreselijk bij gebaat dat ik mijzelf laat pakken door die gasten? Stel je eens voor, Harm, stel je nu gewoon eens voor. Al de mensen waar ik mogelijkerwijs naartoe zou kunnen gaan worden dag en nacht in de gaten gehouden door de politie en de maffia.’
‘Ik stel het mij voor, maar jij hebt nergens om gevraagd!’ schreeuwde hij nu. Ik voelde tot in het diepste, dus toch gevoel, dat hij werkelijk met mij begaan was. ‘Jij bent geen hoer geweest, geen drugsdealer je hebt nooit geprofiteerd van die gasten. Ze hebben jou erin getrokken, in hun hel! Snap je dat wel, Martha? Er is hier maar één partij schuldig en dat zijn die gasten die je tot deze daad hebben aangezet. Ze weten nu voorgoed dat ze niet meer onaantastbaar zijn. Jij gaat de geschiedenisboeken in als een absolute heldin. Niet omdat jij dit wilt zijn, maar omdat oorzaak en gevolg de meest duivelse daad hebben voortgebracht.’
‘Die snap ik niet’, zei ik zacht.
‘Het gevolg dat zij hun praktijken op jou botvierden. Mohammed Halabi is de grote schuldige en niemand anders. En nu je in deze situatie zit, moet je voor alles wat je liefhebt vechten en vrij blijven.’
‘En als ze mij toch te pakken krijgen - en die mogelijkheid is heel groot, is het niet? - dan vermoorden ze mij langzaam. Iedere dag een beetje.’
‘Ik denk het niet. Ik heb al geluiden uit die kringen gehoord dat ze je op een voetstuk gaan zetten. Nog nooit heeft een persoon de maffia zo’n grote klap ineens toegebracht. Het klinkt morbide, maar ze hebben een mateloos respect voor je. En als ze je pakken, dan zal hun doel zijn dat je een van de machtigste peetvaders wordt die zij ooit gehad hebben. Zij geloven dat ze geholpen worden door de hand van God zelf.’ 
Ik liet hem praten, zijn woorden drongen niet door. We reden een groot terrein op, ik zag een klein wit vliegtuigje staan. Ongeveer een kilometer naar rechts zag ik een grote stofwolk en zwarte stippen. Het leken aansnellende auto’s.