Obsessie

Onlangs bezocht ik de film The Reunion, van de Zweedse kunstenares Anna Odell. Ik kende haar eerlijk gezegd niet, maar ze schijnt een nogal controversiële reputatie te hebben.

Zo fakete ze ooit een zelfmoordpoging om de acute situatie in het psychiatrisch ziekenhuis als ‘toneelstuk van feit en fictie’ te registeren. Begrijpelijkerwijs was het personeel daar niet blij mee. Zo een dus. Zowel in haar daden en zucht naar controverse, als in haar voorkomen doet ze nog het meest denken aan onze eigen provocatieprinses Tinkebell.

Desondanks was de premisse intrigerend. Kort samengevat haalt Odell in de film herinneringen op aan haar middelbareschoolverleden. Een tijd, waarin haar klasgenoten haar voornamelijk links lieten liggen, behalve op de momenten, waarop ze haar ter hunner vermaak konden vernederen. Omdat ze, jaren later, niet is uitgenodigd voor de schoolreünie, heeft ze met haar vriendenkring een film gemaakt over een reünie, waarvoor ze wél is uitgenodigd. Ze grijpt die kans aan om haar klasgenoten te vertellen hoe ellendig ze zich toen heeft gevoeld. Dat dat uit de hand loopt, voel je natuurlijk op je klompen aan.

Het tweede deel van de film is meer een soort scripted reality, waarin ze haar échte oud-klasgenoten opbelt om met haar die film te bekijken. Sommigen reageren niet echt happig en schoorvoetend. Anderen proberen met smoezen de boot zo lang mogelijk af te houden. Het levert zeldzaam gênante scènes op, die onmiddellijk doen denken aan de Deense film Festen, waar de hele film zeker schatplichtig aan is. Geheel in lijn met haar eerdere werk, blijft in het midden wat er aan het pestverleden van Odell feit is, en wat fictie.

Dat doet echter niets af aan de kern van het verhaal. Ze legt op subtiele wijze een aantal mechanismen achter pestgedrag op school bloot. Zo verwijt ze een van de klasgenoten die het hoogst in de pikorde stond geen actieve deelname, maar wel de verwaarlozing van de kans om er op zijn positie wat aan te doen. Daar kan hij zich niets van herinneren. Twee vriendinnen, die zich vroeger alleen maar met haar bemoeiden als een van de twee ziek was, komen ook langs en houden de façade op in Anna’s bijzijn. Maar zodra die even wegloopt, zeiken ze haar achter haar rug om onmiddellijk weer af. En de grootste pestkop zegt gewoon ronduit dat ze het aan zichzelf te wijten had, raar als ze was.

Ik verliet de bioscoop met een dubbel gevoel. De film riep bij mij in eerste instantie vooral oud zeer op, omdat het verhaal mutatis mutandis zo’n beetje mijn eigen middelbareschooltijd beschrijft. De patronen van hierboven herkende ik onmiddellijk. Ze liggen er eigenlijk dik genoeg bovenop om door iedereen herkend te worden, maar ik betwijfel of de meeste mensen hun positie op de middelbare school nog herinneren. Het belang van die pikorde wordt door Anna Odell ook steeds aangehaald, maar ik herinner me dat ik over die pikorde vooral mijn schouders ophaalde. Omdat naar mijn idee iedereen wel ergens goed in was, leek het me constructiever als iedereen elkaars zwakke punten zou proberen te stutten, in plaats van uit te buiten. Lekker naïef natuurlijk, en zo werkt het ook niet, maar ik wist tenminste wel waar ik stond.

Een belangrijker gemis was een bepaalde mate van vertrouwen dat je iets aan iemand kon toevertrouwen, zonder dat er publiekelijk mee aan de haal gegaan werd. Dat je een voordracht voor de klas kon houden, zonder dat elke minuscule slip of the tongue onder het vergrootglas lag en je nog jaren werd nagedragen. Dat een plagerig bedoelde opmerking ook eens met een vriendelijke geste werd afgewisseld. Enfin, de strekking lijkt me wel duidelijk. Aanzien en respect verdienen: oké, maar iedereen heeft recht op een basis van wederzijds vertrouwen. Zonder dat voel je je eigenlijk alleen maar machteloos.

Maar uiteindelijk hield de film ook de ‘slachtoffers’, of in elk geval mij, een spiegel voor: Anna’s obsessie met de middelbare school toont bijvoorbeeld dat ze wel erg lang in dat verleden is blijven hangen. Het is en blijft een wond in haar ego waar ze eigenlijk nog steeds genoegdoening voor wil. Een ego met geldingsdrang dat op zoek is naar bevestiging. Een gekrenkte ziel, omdat die bevestiging uitbleef. Anna’s benadering maakt al met al een nogal navelstaarderige indruk. Zeker als ze twintig jaar later de anderen nog steeds maar verwijten blijft maken. Het heeft uiteindelijk iets overmatig narcistisch. Voor mij in elk geval een eye opener. Kijk mij nou: ik schrijf ook weer een stukje over iemand, die twintig jaar onverwerkt leed verfilmd heeft, waarvan ik vind dat ik dat mij dat ook was aangedaan. Iets dat ik ook wel eens van de daken heb willen schreeuwen. Hoezo geldingsdrang? Als dat het punt is dat Anna Odell met haar film heeft willen maken, dan is haar dat uitstekend gelukt.