Op een oude fiets moet je het leren

Afgelopen zondag ben ik wezen fietsen. Met mijn vriendin. Door de duinen. Heel burgerlijk. Zo burgerlijk zelfs, dat we allebei op hetzelfde merk reden. Betrap ik mezelf nu op een heuse 'guilty pleasure'? Gelukkig staan de fietsen niet netjes naast elkaar bij mij in de schuur. Wat? Ik héb niet eens een schuur. Nee, ik stal ze eigenlijk altijd op het station. Net als mijn trein. Die parkeer ik ook op het station. En wanneer ik dan terugkom, staat hij er meestal nog.

Huurde je vroeger nog bij de fietsenstalling met een echte fietsenmaker (zo een met zwarte handen en een blauwe overall) een fiets, nu kun je op meer dan tweehonderdvijftig plaatsen in heel Nederland een OV-fiets huren. Bij de ene locatie pak je een fiets uit de stalling en meld je je bij de meneer-met-de-barcodescanner. Die scant je fiets en je OV-chipkaart en hup, je kunt meteen de weg op. Bij de andere locatie is zelfs die meneer-met-de-barcodescanner overbodig en gaat het proces volledig geautomatiseerd. Natuurlijk zwaai ik onderweg naar iedereen die ook op zo'n fiets rijdt. Het voelt bijna als familie.

Een práchtconcept vind ik het. Zoiets had ik zelf willen bedenken. Je betaalt jaarlijks tien euro voor een OV-fietsabonnement en daarna € 3,15 per rit. Geen geld. Er zijn ruim 160.000 abonnees. Keer tien euro. Dus de NS - die in 2008 OV-fiets heeft overgenomen - harkt per jaar al € 1,6 miljoen omzet binnen over enkel de abonnementen. En dan hebben ze nog geen fiets verhuurd! Die 160.000 abonnees maken jaarlijks zo'n anderhalf miljoen ritten op de geel-blauwe tweewieler. Tel uit je winst.

In Beverwijk hebben we ook een OV-fietsverhuurlocatie, zo'n volledig geautomatiseerde. Ik hou mijn pas voor het apparaat, het luikje schuift open en er brandt een lampje, opdat duidelijk is welke fietssleutel ik mag pakken. Daarna houd ik mijn kaart nogmaals voor het apparaat (je mag twee fietsen huren op één pas, het plan is immers om met mijn vriendin burgerlijk door de duinen te fietsen). Het luikje opent ten tweeden male en ook zij pakt haar sleutel. Vervolgens houd ik mijn sleutel voor de scanner, waarna normaal gesproken de deur naar de stalling zou moeten openen.

Vandaag heeft de stalling daar niet zo'n zin in. Op het display van het apparaat staat: "Plaats de wielen van uw fiets correct in de goot." Ik praat hardop terug tegen de automaat: "Maar ik héb nog geen fiets. Die kom ik hálen! Die staat achter het hek." "Zal ik het eens proberen met mijn sleutel?", vraagt mijn vriendin. Maar bij haar van hetzelfde laken een pak. "En nu?", ze kijkt me vragend aan.

Ik zucht. Fijn, zo'n geautomatiseerd systeem. Mijn vriendin wijst op de 'SOS-knop'. Ik druk erop en er wordt verbinding gemaakt met een mens van vlees en bloed. Ik leg meneer uit wat het probleem is en hij opent de deur. En nog een keer voor mijn vriendin. We zoeken beiden de fiets die correspondeert met het nummer op de sleutel en staan een paar minuten later voor dezelfde dichte deur. De 'SOS-knop' brengt mij wederom in contact met de-man-die-deuren-opent en jawel, binnen een paar tellen staan we weer buiten.

"Er mag wel wat wind in de banden", zeg ik tegen mijn vriendin, terwijl ik met mijn duim een deuk in de band duw. Ik loop de fietsenwinkel binnen direct naast het OV-fietsverhuurpunt en vraag aan de meneer of ik mijn band mag oppompen. Chagrijnig wijst hij zonder mij aan te kijken naar de fietspomp ergens in de hoek. Iets zegt mij dat dit dezelfde meneer is die net de deur tweemaal voor mij heeft geopend.

Terwijl ik buiten de banden op spanning breng, komt de fietsenmaker in de deuropening staan roken. Mijn vriendin groet de man. Hij zegt echter niks terug. "Dit zijn niet zulke vriendelijke en behulpzame mensen, lieverd", zeg ik tegen haar, terwijl ik het zadel van haar fiets op de juiste hoogte zet. "Achter in de zaak zag ik daarnet ook een compressor staan, maar kennelijk was dat meneer net iets te veel werk."

Onderweg merk ik dat mijn stuur wat te laag staat. Terugfietsen naar die chagrijnige vent? Nee, daar heb ik weinig zin in. Bovendien heb ik dat wel verbruid net met die ene opmerking. Thuis heb ik geen inbussleutels. Zo blijven rijden? Nee, daar word ik zelf chagrijnig van.

We fietsen door het centrum van Beverwijk en komen langs de oudste fietsenmaker van de stad. Ik rem, stap af en vraag aan de oude dame - die de zaak al tientallen jaren runt - of ze mijn stuur iets hoger wil zetten. Ze veegt haar zwarte vingers af aan haar blauwe overall en zet in een handomdraai mijn stuur op de gewenste hoogte. "Service van de zaak", glimlacht ze.

Van deze oude fiets zou de meneer van net nog veel kunnen leren. Echte fietsenmakers. Het is een uitstervend soort. Mocht ik ooit nog een fiets willen kopen, dan zal ik dat bij haar doen.