Hieperdepiep

Vandaag ben ik voor de eerste keer negenentwintig geworden. Ja, de eerste keer. Ik ben van plan om mijn dertigste verjaardag heel lang uit te stellen, net zoals The Nanny en die honderdduizenden andere vrouwen. Want dertig, dat klinkt zo dertig. Zo je-moet-een-appartement-in-een-hippe-stad-hebben-met-een-gevuld-wijnrek-voor-je-medesuccesvolle-collegamanagers. Dertig is zo begin-nou-aan-die-kinderen-want-het-is-nu-of-nooit. En bovendien is dertig al zo oud, vergeleken met die negenentwingtig jaren die ik hiervoor heb mogen doorstaan. Bij vriendlief maakte ik me oprecht zorgen toen hij begripvol tegen me zei: “Blijf jij maar even negenentwintig, ik lieg nog wel een paar jaar met je mee.”

Ik vermoed dat ik het dan zwaar zal krijgen, omdat ik de mensen om mij heen steeds zo lekker uitlach als ze hun dertigste verjaardag hebben bereikt. “Hey ouwe, gefeliciteerd!” is er niets bij. Zelfs als kind had ik het al. Toen ik twaalf werd, bereikte mijn jonge moeder haar dertigste verjaardag. “Je hebt kraaienpootjes als je lacht!” Nu draai ik die gedachte juist om: ik moet er niet aan denken, maar ik had al een puber van twaalf in huis kunnen hebben. Ik zou niet eens weten waar ik opvoedkundig met zo’n stuk eigenwijs zou moeten beginnen. Maar misschien groeit dat wel. Mijn moeder heeft immers ook twaalf jaar mogen oefenen voor ik die leeftijd had bereikt.

Toch zijn er ook wel leuke dingen aan jarig zijn. Bijna vergeten familieleden nemen weer even contact op om te feliciteren en om kort maar krachtig bij te praten. Kaartjes krijgen. De getalletjes in het rode Facebookbolletje die aangeven hoeveel mensen je een vluchtig krabbeltje sturen. Mezelf verwennen met een lievelingsmaaltijd. Vreselijk inventieve taarten uitproberen en er bij het voorproeven achterkomen dat het niet is geslaagd. Maar er moet toch iets op tafel komen: het blue soup effect van Bridget Jones, waar geliefde vrienden er toch nog het beste van proberen te maken, alvorens ze je taart met de grond gelijk maken in zeer treffende vergelijkingen met bakstenen en andere bouwmaterialen.

En dan de klassieker: de verjaardag waar wij Hollanders zo bekend om zijn: met zijn allen in een kringetje zitten, waarbij niemand de kring mag onderbreken door in een leuk gesprek zijn rug naar de groep te keren. Mijn hapjes lijken nog steeds op het concept wat mijn moeder voorschotelde en haar moeder voor haar en waarschijnlijk haar moeder weer voor haar: kaas, worst, gevulde eieren, chips en iets hedendaags. In oma’s tijd waren dat sigaretten. Mijn moeder bakte kippenpootjes. Volgens mij zijn nu de miniwraps en mini quiches in. En anders zouden ze in moeten komen, want het is verdraaid lekker als onverantwoord verjaardagsvreten.

Het allerleukste van mijn verjaardag vind ik dat ik het mag delen. Niet als in uitdelen, maar delen met een fantastische vriendin, waarmee ik al jaren iedere week een keer samen mee eet, waarmee ik samen leuke uitstapjes maak en die dus ook nog eens op dezelfde dag jarig is. Ik hoop dan ook dat we nog vaak onze verjaardag samen mogen vieren. Alle negenentwintigste verjaardagen die nog mogen komen!