Atlantic City, 1920

Al jaren luister ik steeds oudere muziek. Vanuit mijn ouders (en Radio 2) kreeg ik een voorliefde ingestampt voor ELO, Springsteen, Cash, Moody Blues en een heleboel andere artiesten die ruwweg van de sixties tot eighties hits hadden. De Disneyfilm Lilo & Stitch stak me als brugklasser aan met het Elvisvirus. 

Vanaf Elvis ontdekte ik langzaam andere rock-'n-roll uit de periode 1954-1969. Uiteindelijk downloadde ik Billboard Hot 100-jaarlijsten van elk jaar tussen 1946 en nu. Toch luisterde ik niet alles: toen ik begin fifties Doris Day tegenkwam met 'How Much Is That Doggy in the Window' vond ik het wel welletjes. Tot daar en niet verder. Te zoetsappig, te saai.

Tot een ander medium dan film me toch overtuigde verder terug te luisteren: Fallout 3. Ik heb daar eerder over gecolumneerd. Een uitstekende selectie aan thirties- en fortiesliedjes passeren op het radiostation in dat spel de revue. Als resultaat is er een hele nieuwe generatie in contact gekomen met Ink Spots, Ella Fitzgerald, Andrew Sisters, Glenn Miller, Bob Crosby, Gene Autry en al die andere sterren uit dat tijdperk.

Opnieuw dacht ik dat het bij de swing en big band van de jaren dertig wel ophield. Nu is er echter weer een product dat bij het consumeren automatisch een voorliefde voor nóg eerder in de twintigste eeuw creëert: de Roaring Twenties worden bijna volmaakt perfect geïnterpreteerd door Martin Scorsese in de serie Boardwalk Empire.

Verscheidene mensen in mijn omgeving probeerden me er al jaren aan te krijgen. “Ga het nou eens kijken!” Ik heb er geen spijt van dat advies uiteindelijk opgevolgd te hebben. Waar gaat de serie over? Een goede omschrijving vond ik op het internet, waar iemand stelde: “De sixties gingen om seks, drugs en rock-'n-roll. De twenties gingen om seks, alcohol en jazz.”

De serie start op de dag dat het landelijke verbod op alcohol in 1920 ingaat in de VS en laat zien hoe de hoofdpersoon van 'slechts' een corrupte politicus, in no time uitgroeit tot de heer en meester van georganiseerde misdaad in Atlantic City. Hij wordt gespeeld door de klasse-acteur Steve Buscemi, die al cultfaam vergaarde met o.a. The Big Lebowski en Reservoir Dogs. Buscemi's Boardwalk Empire is van de grond af opgebouwd, vrij letterlijk: de set is enorm, en enorm gedetailleerd. Kosten noch moeite werden gespaard en dat is te zien.

Kleding, muziek, aan alle details wordt zo veel aandacht besteed dat je je werkelijk in het tijdperk van je (over)grootouders begeeft. De serie wordt al helemaal fotorealistisch dankzij de continue wisselwerking tussen écht historisch nieuws (en personen) en de fictieve karakters die als een stel (voornamelijk Ierse) maffiosi om de macht strijden.

De Kaiser, de Ierse opstand, Prohibition, de verkiezing van president Harding, legendarische bokswedstrijden – het is allemaal slechts het topje van de ijsberg. Om terug te komen op de muziek: de voornaamste reden dat liedjes van toen niet meer geluisterd worden is de opnamekwaliteit, die destijds vrij belabberd was. Boardwalk Empire lost dit geniaal op.

Er wordt een mix gehanteerd van originele audio-opnames van toen en van (zo authentiek mogelijk klinkend) opnieuw ingezongen nummers. Elk van de liederen wordt door Scorsese c.s. zó gebruikt, dat er eigenlijk altijd een diep ironische ondertoon zit in de interpretatie van de tekst.

Als het aan mij ligt, zouden er continu series als deze gemaakt worden. Ja, het is veelal fictief en ja, er wordt meer geneukt en gemoord dan destijds gebruikelijk moet zijn geweest, maar tegelijkertijd is het heel goed voor je geschiedenis. De twenties zijn toch altijd een beetje het ondergesneeuwde decennium geweest tussen de meer enerverende jaren tien en jaren dertig.

Een van de hoofdpersonen is ex-frontsoldaat en proost elke borrel met de woorden “to the lost”. Alleen al om de politieke en maatschappelijke verhoudingen net na WO1 is het het waard de serie eens te bekijken.