North by Northwest

Afgelopen week werd ik gebeld. Het bleek mijn neefje van (bijna) elf. “Ome Bert,” begon hij, om na veel twijfelen zo vriendelijk mogelijk te vragen: “Mag ik bij u film komen kijken?” Ik moest gniffelen om zijn eeuwige vousvoyeren en zei dat het goed was. Thuisgekomen uit mijn werk doorzocht ik mijn collectie, op zoek naar films die voor een pre-puber geschikt zijn. Dat is nog verdomd lastig: Gladiator te bloederig, Austin Powers snapt-ie over drie jaar pas, Independence Day is voor een kind prima maar heeft smerige scènes vol ingewanden van aliens en ga zo maar door.

Uiteindelijk werd het toch een hele stapel: de eerste en laatste Star Trek, Star Wars II, Apollo 13, Catch Me If You Can, About a Boy, Lara Croft: Tomb Raider, Awakenings en North by Northwest (omdat Bondfilms me een goed idee leken maar ik geen Bondfilms op dvd heb). Toen hij na het avondeten aanklopte legde ik hem het assortiment voor. Samen met mijn broertje lichtten we elk van de films kort toe, waarna hij de achterkant las en ze sorteerde in twee stapeltjes, 'wel' en 'niet'.

Een aantal leken hem niks. Geef ik hem dezelfde keuze over twee jaar, dan zal hij ongetwijfeld Tomb Raider niet meer direct op het 'nee'-stapeltje leggen, zo merkte zijn moeder achteraf op. Godfried Bomans zei eens dat geluk “pas zichtbaar wordt als het voorbij is” en in dit geval zorgde het complete gebrek aan hormonen voor een opmerkelijk uitstekende keuze. Uiteindelijk weifelde hij even tussen Apollo 13 en Hitchcock, om de laatstgenoemde blij aan te reiken. “Déze wil ik zien!”

“Weet je dat zeker? Hij is wel bijna twee keer zo oud als Blues Brothers [de laatste film die we keken]. Toen North By Northwest uitkwam waren opa en oma even oud als jij nu.” Dat leek zijn mening alleen maar te bevestigen. Voor ik de film aanzette, vertelde ik over Hitchcock en Cary Grant, die na deze film gemaakt te hebben, respectievelijk het regisseren en spelen van de hoofdrol van de eerste James Bond aangeboden kregen. Dat de film bekendstaat als “de Bond vóór Bond.” Hij zei veel van de latere Bonds gezien te hebben en werd alleen maar benieuwder.

Het generatieverschil (bij hem twee, bij mij één à anderhalf) werd gedurende het kijken bijzonder zichtbaar. Het leuke van mijn neef is dan weer dat hij als hij iets niet snapt liever de film stopzet en om uitleg vraagt, dan dat hij schouderophalend verder kijkt. Zodoende legde ik hem van alles uit: nadat hij zei dat de auto's allemaal erg mooi waren, vertelde ik over de onveiligheid van diezelfde prachtige voitures vóór ABS, kreukelzones en gordels.

Verder heb ik onder andere het concept 'telegrafie' zo goed als ik kon uitgelegd toen dat van pas kwam. Hij vatte mijn uitleg samen met “ah, dus een soort pakketjes-SMS.” Ik knikte, moest opnieuw lachen en vroeg me tegelijkertijd af hoe dezelfde uitleg samengevat zou worden over wéér twee generaties.

Hij weet nu dat de Keunegin de laatste was die ze verstuurde. Dat telefonie vóór de opkomst van internet vele malen duurder was en je in de tijd van North By Northwest meer dan honderd euro moest betalen voor één transatlantisch telefoontje. De film volgde hij nauwgezet – het verhaal is soms verrassend, maar nooit te ingewikkeld, alhoewel de hoofdpersoon op een gegeven moment om diverse redenen achterna gezeten wordt door de politie, boeven én geheim agenten van een alfabetsoep-organisatie.

Een vriendje van hem bleek al uitvoerig bericht te hebben over Mount Rushmore, na daar zelf geweest te zijn en er dit jaar opnieuw heen te gaan. De goede film leek het wel te zijn, dus. Toch bulderde ik een aantal keer van het lachen om grapjes die hij nog niet begreep – als Cary Grant twintig minuten in zijn hotelkamer moet wachten tot zijn door achtervolgingsscenes smerige pak gestoomd is, zegt hij droogjes tegen tegenspeelster Eva Marie Saint: “Now, what can a man do with his clothes off for twenty minutes? Couldn't he have taken an hour?” Waarop zij nee schuddend reageert: “You could always take a cold shower.”

Om half negen, met nog een goed half uur te gaan, wreef hij in zijn ogen en keek naar de klok. “Woooh! Het is al half negen!” Ik vroeg hem hoe laat hij normaal naar bed moest. “Acht uur.” “Behalve met Oud en Nieuw, natuurlijk.” “Nee, dan moet ik ook om acht uur naar bed.” Petje af, zus, dacht ik, zoals ik dat ook al dacht toen hij Hitchcock uitkoos, alsook toen hij werkelijk nog nooit van Tomb Raider gehoord had.

Mount Rushmore hield hem nog enigszins wakker, maar de aandacht verslapte aanzienlijk. Dit soort filmkijkuurtjes kosten weinig tijd en moeite, maar worden steevast op waarde geschat door mijn ouders' kleinkinderen. Omdat ik met zes van de zeven broers en zussen die ik heb, acht tot zestien jaar scheel, ken ik het gevoel van opkijken tegen 'volwassenen' die je overal mee naartoe sleuren maar al te goed. Ook mijn eigen zus, neefjes moeder, werd door onze oudste zus steevast geconfronteerd met films die ze pas veel later volledig door zou hebben.

Toen ze dat zei, zei ik dat ik nog steeds goed weet dat ik in groep acht The Gladiator en The Matrix keek en in de brugklas 1984 las. Opnieuw kijken laat je de film vanzelfsprekend opnieuw (en anders, dieper) waarderen, maar het lijkt me goed dat het in zijn referentiekader opgenomen wordt – Hitchcock, Blues Brothers, Maximus, Neo en tig andere cultuuruitingen van jewelste. Geleidelijk aan steeds volwassener (zoals dat gaat met opgroeien).

Tegelijkertijd doet het míj constant denken aan die blije bubbel waarin je twaalf jaar van je leven vertoeft, zonder verantwoordelijkheden, zonder Lara Croft op de voorkant van een dvd-hoesje als iets positiefs te zien, zonder lastige keuzes. Een universum waar Uitgeverij Kluitman middels Waanzinnig Om Te Weten-boekjes het wereldwijde centrum van alle kennis en waarheid is.