Fifty ways to leave your lover

“Zo, dat was een heerlijke vakantie. Een eind rijden, maar goed, zo’n autovakantie is toch nog altijd goedkoper dan een vliegvakantie.” Ans kijkt opzij. Haar man zegt niet zo veel. Verstand op nul,  blik op oneindig en rijden maar. Als ze hem wat vraagt dan krijgt ze amper antwoord. Ze kijkt achterom. De kinderen zijn ook al zo stilletjes. “Zijn jullie moe? Of zitten jullie gewoon lekker naar buiten te kijken?" Jeroen reageert niet. Net zijn vader. Twaalf jaar en al een echte puber. Lucie kijkt op van haar boek en lacht even verontschuldigend naar haar moeder. “Het is zo’n spannend boek, mam,” zegt ze en meteen leest ze verder. Ans zucht. Ze vindt het veel gezelliger om wat te kletsen met elkaar, maar niemand schijnt daar zin in te hebben. “Willen jullie wat lekkers? Jeroen?” Jeroen schudt zijn hoofd. “Nee mam, we hebben net al wat gehad, ik hoef niks.” Hij pakt een tijdschrift en begint te lezen. Ans gaat weer recht zitten. Even voelt ze aan haar nek. Als ze ook maar even een andere houding aanneemt, begint haar nek meteen pijn te doen. Ze kijkt naar haar man. Hij ziet er moe uit. “Als ik moet rijden, dan moet je het maar zeggen hoor,” biedt ze voor de zoveelste keer aan. Jan schudt zijn hoofd. “Nee. Ik rijd liever zelf,” zegt hij wat kortaf. Ans kijkt wat beledigd. “Ik kan anders prima rijden hoor,” verdedigt ze zichzelf.

Jeroen slaakt een diepe zucht. “Gaan we weer,” zegt hij en zet meteen zijn koptelefoon op zijn hoofd om naar zijn favoriete muziek te luisteren en niet langer naar die eeuwigdurende discussies van zijn ouders te hoeven luisteren. Zijn zusje volgt zijn voorbeeld. Ook zij is blij als ze over een aantal uren weer thuis zullen zijn. En dan durven papa en mama ook nog te beweren dat zij en Jeroen altijd zo veel ruziemaken! Nou, echt niet! Ze hoopt maar dat mama zo slim is om voorlopig gewoon even stil te zijn. Papa kan dat gezeur nu echt niet hebben. Waarom pakt ze niet een boek, of een kruiswoordpuzzel?

“Jan! Let nou toch op! Moet je nou kijken, je zit bijna te slapen achter het stuur! Dit kan echt niet zo. Rijd maar naar de eerstvolgende parkeerplaats en dan ruilen we van stuur. Dit is niet meer verantwoord!” “Ach mens, hou nou toch je kop! Ik gaapte alleen maar, mag dat tegenwoordig ook al niet meer? Ga een kruiswoordpuzzel maken of zoiets, in plaats van steeds maar op mij te letten! Van jou word ik moe, niet van het autorijden.” Ans negeert hem. “Kijk,” wijst ze. “Over twee kilometer is er een parkeerplaats. Ik moet plassen en vanaf dan rijd ik naar huis. Punt uit.” Jan spuugt bijna vuur. “Niks ervan! Jij kan absoluut niet schakelen, je rijdt bovendien zo traag als een slak, je hebt al eens een deuk in mijn auto gereden, ik wil het gewoon niet hebben!” “Jouw auto? Volgens mij is dit toch echt onze auto! In gemeenschap van goederen getrouwd, weet je nog? Ik ga nu eerst plassen. Moeten jullie ook plassen, kinderen?” Jeroen moet ook. Hij loopt met haar mee. “Hoef jij niet?”, vraagt Jan aan zijn dochter. Lucie schudt haar hoofd. Ze is een spelletje aan het doen op de iPad en let eigenlijk amper op wat er haar gevraagd wordt.

Wat duurt het lang, zeg! O, daar komt Jeroen. Eigenlijk staat Jan hier niet helemaal goed geparkeerd. Net, toen ze kwamen aanrijden, was er nog plek zat. Hij is toen op twee plaatsen tegelijk gaan staan. Nu wil een andere auto ook parkeren en die is wild aan het toeteren. Allemaal door dat gezeik van Ans. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Nu is ze letterlijk aan het zeiken. Hij grinnikt in zichzelf om zijn eigen gedachten. De auto achter hem toetert opnieuw. Ja, ja! “Stap vlug in, Jeroen! We kunnen hier niet blijven staan!” Jeroen gaat zo snel mogelijk op de achterbank zitten en onmiddellijk trekt Jan op. “Ja, klootzak, ik ben al weg!”, roept hij nog naar de toeterende man achter hem.

Dan geeft hij gas. Woedend is hij. Op zichzelf, op zijn vrouw, op ongeduldige medechauffeurs, op de wereld. Hij kijkt of hij kan invoegen op de snelweg en even later rijdt hij op topsnelheid. Hij kijkt even in zijn binnenspiegel. Lucie kijkt strak naar de iPad. Jeroen kijkt in zijn tijdschrift. Er heerst absolute rust in de auto. Wat een heerlijkheid. Ze missen haar niet eens!

“Papa?” Jan kijkt in de binnenspiegel en ontmoet daar de ogen van zijn dochter. Dezelfde ogen als haar moeder. Licht, flets en blauw. “Wat is er, meisje?” “Waar is mama?” Jeroen legt zijn blad weg en zegt tegen zijn zusje: “Mama heeft straf. Je weet toch nog wel, wat papa tegen ons zei toen we gingen rijden? ‘Als jullie vervelend zijn en ruzie gaan zitten maken, dan pleur ik jullie eruit. Al is het midden op de snelweg. Nou, mama was vervelend en maakte ruzie.”

Man vergeet vrouw op Duitse parkeerplaats

Een Nederlandse man heeft zijn vrouw langs de snelweg in Duitsland laten staan. De 35-jarige man reed met zijn gezin van Polen naar Nederland en hield een plaspauze bij een parkeerplaats bij Gelsenkirchen. Toen hij wegreed vergat hij zijn vrouw, zo melden Duitse media.

Na veertig kilometer vroeg de 10-jarige dochter van het stel aan haar vader waar haar moeder was. De man keerde terug naar de parkeerplaats, maar daar was de vrouw niet meer. Zij was bij landgenoten in de auto gestapt die haar een lift gaven naar Oss.

Haar echtgenoot waarschuwde de politie, maar een zoektocht bleek onnodig. De man beloofde de politie voortaan beter op zijn vrouw te passen.