Genaaid bij Bakker Visser

In de rubriek Plat Haags nemen TheGrandWazoo, Driek Oplopers, Luc van Lier en harry64 het Nederlandse politieke landschap onder de loep. Vandaag kijken we hoe de overheid de burger beschermt tegen misleiding door ondernemers.

Ons landsbestuur beschermt de burger tegen van alles en nog wat. Daarom staan we als land bol van de regels. Het plafond in een café moet minimaal zo-en-zo hoog zijn. De lichtinval op de onderkant van een vensterbank moet in een bestemmingsplan worden gegarandeerd. De sneltram moet langzaam rijden om door rood licht rijdende fietsers niet in gevaar te brengen.

Maar we worden amper beschermd tegen de flauwekul die ondernemers over de burger uitstorten. Suggestieve uitspraken die de burger op het verkeerde been zetten. Ja, je mag gaan lopen mopperen bij de Reclame Code Commissie, maar echte bevoegdheden heeft die niet. Van serieuze bescherming door de overheid tegen de paarse-broekenmaffia is geen sprake.

Vandaag neem ik in dit kader eens een bakker onder de loep, en omdat het einde van het jaar naderbij komt, zijn de praatjes over zijn oliebollen het onderwerp van mijn betoog. We schakelen over naar de Rozengracht in Amsterdam, naar Bakker Visser.

Bakker Visser bakt oliebollen. En maakt daarvoor reclame. De oliebollen zijn “gekeurd” en bovendien “bekroond met vijf sterren”. Nou, dan heb je echt met een winnaar te maken, zul je als argeloze consument denken. Met een topbakker! Niet dus. Mij viel op dat nergens in de reclame-uitingen werd vermeld door wie die oliebollen waren gekeurd, door wie die vijf sterren waren toegekend, en in welk jaar dat was gebeurd. Nergens te vinden. Mijn alarmbellen gingen af.

Vanmorgen maar eens even met Bakker Visser gebeld, en hem eens gevraagd, hoe dat nu zit met die bekroonde bollen. Immers, in de lijst van het AD -die jaarlijks door het hele land oliebollen test- was geen Bakker Visser uit Amsterdam te bekennen. Bakker Visser had een mooi verhaal. Het AD is een krant uit 010, dus die nemen natuurlijk geen bakkers in 020 mee in hun test. Klopte niet. In de lijst kwam ik twee Amsterdamse oliebollenbakkers tegen. In de Maasstraat en op het Osdorpplein. Dus de stelling dat 020 wordt geboycot, is niet waar. Ik moest even doorvragen naar hoe dat dan zit met die bekroning die Bakker Visser wél in de wacht had gesleept. Uiteindelijk kwam de aap uit de mouw. Bakker Visser is aangesloten bij het ‘Echte Bakkersgilde’. Een samenwerkingsverband van ruim 200 bakkers in Nederland. En wat blijkt? De oliebollenkeuring van de bij het Echte Bakkersgilde aangesloten bakkers wordt door het Echte Bakkersgilde zélf gedaan. Dat dus. De slager keurt zijn eigen vlees. Wij van WC-eend adviseren WC-eend. Wát een armoe. Dus de bakker laat zijn oliebollen keuren door zichzelf. En dan leuk roepen dat je bollen zijn “gekeurd” en “bekroond met vijf sterren”. Tsja.

“Bekroond met vijf sterren.” Dan heb je dus te maken met echte kampioensoliebollen. Toch maar even  op de website van het Echte Bakkersgilde gekeken. En ja, daar vond ik de uitslag van de eigen oliebollenkeuring, met uiteraard een mooie eerste plaats voor de vijfsterrenbollen van Bakker Visser. O nee, toch niet. De eerste plaats was voor een bakkerij met filialen in Holten en Zutphen. De eerste plaats was dus niet voor Bakker Visser van de Rozengracht in Amsterdam. Nee. En de tweede plaats ook niet. Was dan de derde plaats in de jaarlijkse oliebollenwedstrijd van het Echte Bakkersgilde voor Bakker Visser uit Amsterdam? Nee. Alweer niet. Bij de term “bekroond” denk ik toch aan een oliebol die wel de top-3 heeft gehaald, of op zijn minst een eervolle vermelding heeft gekregen. Dan denk ik aan een prijswinnende oliebol. Maar niets van dat al. De bollen van Bakker Visser zijn ordinaire middenmoters in de eigen bollenkeuring.

1. De bol niet bedorven?

2. De bol daadwerkelijk voorzien van rozijnen?

3. De korst niet zwartgeblakerd?

4. De poedersuiker niet vergeten?

5. De jaarlijkse contributie aan het Echte Bakkersgilde tijdig voldaan?

Hopsakee. Vijf sterren!

Goed, er zullen heus geen dooie muizen in het oliebollenbeslag van Bakker Visser aan de Rozengracht zitten. Maar de firma suggereert dat er kampioensbollen worden verkocht en dat is gewoon niet waar. Doodgewone bollen, niets bijzonders.

En zo zet de middenstand zichzelf voor lul. Met zo’n aanstellerige alleen-voor-leden-wedstrijd. Het Echte Bakkersgilde als schaamlap voor zelfingenomen middenmoters. Bakker Visser als zielenpoot met een fijn pakketje onterechte ijdeltuiterij. En de klant? Die wordt genaaid. Die denkt dat ‘ie met een zak kampioensbollen naar huis gaat.

Leuk, dat keuren van je eigen vlees. Ik heb het voor de zekerheid even nagevraagd bij de Manager Columns Frontpage FOK! De heer Oplopers heeft het mij bevestigd: ik ben een vijfsterrencolumnist. En Bakker Visser aan de Rozengracht in Amsterdam? Da’s geen kampioen, maar een koekenbakker.