Werkloos en dan?

We schrijven 5 december 2012. Alhoewel duizenden mensen het nu ieder maand worden in Nederland, heb ik er tot nu toe niet zo bij stilgestaan: werkloos zijn. Je moet het eerst zijn om te kunnen voelen wat iemand voelt die werkloos is. Ik ben het nu dus ook geworden, werkloos. Ik ben nu al thuis vanwege de vele opgespaarde verlofuren, maar per 31 december valt ook het doek voor mij, na 27 jaar. Op initiatief van mijn werkgever en mijzelf ga ik. Dit noemen ze ook wel de bekende ABC-route: A = aantal gewogen dienstjaren, B = beloning, C = correctiefactor. Hoe langer je bij een zelfde baas gewerkt hebt, des te meer je meekrijgt. Nu rijst natuurlijk de vraag: ‘Hoeveel krijg jij dan?’ Mijn enige antwoord voor heel mijn omgeving: genoeg.

Ik ben niet hoog opgeleid en mijn leeftijd helpt ook al niet mee snel een passende baan te vinden. Dan ben je blij in Nederland te wonen, waar het nog steeds redelijk geregeld is. Mijn verhaal wordt geen klaagverhaal. Ik ben geen klager, meer een doener en iemand die zijn kwaliteiten en zwakheden kent en van beide goed gebruik wil maken in de toekomst.

En natuurlijk is de straffe sollicitatieplicht die het UWV je oplegt terecht. Het is alleen jammer dat ze de afspraken die ze zelf met mij gemaakt hebben nogal eens vergeten en dat je ze dat dan telkens weer moet uitleggen. Dit is dan gelijk het eerste contact voor mij met het UWV. Ik had er al een hoop over gehoord, niet altijd positief. Ik denk dat je er je werk van moet maken om de relatie goed te houden omdat jij er uiteindelijk het grootste belang bij hebt. Later meer over het UWV en mijn eerste contacten met hen, nu eerst mijn gevoel en beleving in mijn eerste vrije dagen.

Dag één: ik draai mij om in bed, mijn vrouw staat op. Normaal gesproken ben ik al anderhalf uur op. Ga ik mij schuldig voelen? Nee, ik pak de iPad en kijk het nieuws dat ik gisterenavond bij het naar bed gaan ook al gelezen had. Oud nieuws.
‘Ga je een schema maken vandaag, en trouwens voor alle dagen?’ Ze heeft plotseling iets met schema’s sinds ze weet dat ik werkloos zal worden. Ik vraag het haar wat ze nu ineens met schema’s voor mij heeft.
‘Dat is goed voor je. Voor je het weet hang je de hele dag voor de tv en lig je tot 12 uur in je bed.’
‘De enige keer dat ik tot 12 uur in bed heb gelegen, is toen wij elkaar net een paar dagen kenden en we eigenlijk helemaal het bed niet meer uitkwamen. En de tv? Je weet dat ik alleen naar heel goede films kijk en dat zijn er helaas erg weinig. Waar maak je je druk om, schat?’
‘Weet ik veel. Ik vind het allemaal doodeng. Jij niet?’
‘Ik niet, nee. We hebben de buffer en ik heb vertrouwen in mijzelf.’ 
Ze kijkt mij aan met een uitdrukking die ik niet zo vaak zie. Veel mensen zijn gehecht aan vastigheid. Het grootste nadeel van deze vastigheid is dat het blokkeert waarvan je droomt. Het haalt het vuurwerk uit je ziel. Maar ik heb er vrede mee dat zij het zo voelt. Ik stel haar makkelijk gerust en zij heeft vertrouwen in mij.

Ik heb plannen, dat heb ik het UWV ook al meegedeeld. Je mag dan in zes weken een bedrijfsplan schrijven en je mag daarna 6 maanden proberen je zaak van de grond te krijgen. Het aardige is ook dat je al die tijd geen sollicitatieplicht hebt. Je moet je inschrijven bij werk.nl. Daar communiceert jouw e-coach ook met je.

Ik slenter door de stad en probeer te focussen wie er allemaal in hetzelfde schuitje zitten. De mannen die ik tegenkom doen druk. Ik niet. Maar dat zegt niets, dat ik hier loop en niets te doen lijk te hebben. Dat is over een paar maanden heel anders. Ik droom van een leven als zzp’er. Dat moet ook; dromen hebben. Zonder dromen is er alleen een automatische piloot die zich meer en meer bedient van de nieuwste gadgets, zodat je leven nog eenvoudiger wordt. Mijn dochter van achttien roept: “Hij is in 1996 geboren, dan is hij toch zestien?” Ik reageer niet meer, mijn vrouw wel. Maar haar vingers glijden wel veel behendiger dan die van mij over haar telefoonscherm.

Donderdag 13 december 2012. Ik bedenk wat ik allemaal nog moet doen. Een bedrijfsplan schrijven. En heel veel zaken doen en regelen voor mijn omscholingstraject. Het is bijna net zo druk als in mijn vorige werkomgeving.