So Vater, so Sohn

"Dus jullie zijn broers?", vraagt ze. We antwoorden beiden stellig in koor: "Nou, dat is nooit bewezen." Ze fronst haar wenkbrauwen. "Maar jullie líjken wel veel op elkaar." "En bedankt, hè!", merkt mijn broer op. Grappig, want sommige mensen vinden dat we erg op elkaar lijken en anderen vinden juist weer van niet. En inderdaad. We zijn heel verschillend, maar hebben ook onze gelijkenissen. Zo heeft mijn broer qua uiterlijk meer weg van onze moeder en lijk ik meer op pa 7sloten. Zo erg dat je haast zou gaan twijfelen of mijn broer wel een echte 7sloten is.

Het moet tijdens één van die strenge winters ergens begin jaren tachtig zijn geweest, toen mijn vader 's avonds laat in zijn oranje Simca 1100 langs het station in Emmen reed. Op de betonnen trap voor het station zaten twee mannen die niet zouden misstaan als stand-in voor 'Starsky and Hutch' of de gebroeders Luke uit 'The Dukes of Hazzard'.

Behulpzaam als mijn vader was, stopte hij de auto, draaide het raam open en vroeg: "Waar motten jullie naartoe?" Ja, zo was pa. De laatste bus was al vertrokken, dus hij zou ze wel even helpen. In het Duits antwoordde de blonde dat ze gevlucht waren uit 'die DDR'. Mijn vader kent alle talen, dus antwoordde hij met een zware Van Nelle op zijn lippen: "Nou, stapfen zie ein!" Hij stapte uit de auto, werkte de weekendtassen van de Duitsers ongevraagd achterin de Simca en gebaarde de twee in de auto te gaan zitten. "Co", stelde hij zich meteen voor. De mannen keken elkaar aan, haalden hun schouders op en gaven mijn vader een hand. "Klaus", zei de blonde met een voorzichtige lach. "Klaus", zei ook de donkere van het stel. "Und wohin bringen Sie uns denn?" "Jullie slafen vannacht bij uns", antwoordde pa.

's Morgens stonden er opeens twee borden extra op de ontbijttafel. Het rook ook een beetje vreemd in huis. Opeens komen daar twee mannen van de trap naar beneden, gedoucht en wel. "Dit zijn Klaus und Klaus, zij blijven een poosje bij ons wonen", vertelde pa. Nu hebben we wel vaker mensen opgevangen, of dat nou familie was of een onbekende, dus daar keken wij thuis niet van op.

Pa stond in de keuken boterhamworst te bakken en haalde een extra brood uit de vriezer. Aan de ontbijttafel leek blonde Klaus nog wat onwennig, terwijl donkere Klaus over hun reis aan het vertellen was en hoe lang ze onderweg waren geweest. Hij was onze vader 'sehr erkenntlich'. Pa kwam binnen met een bord vol bruin gebakken boterhamworst. "Vandaag gehen wir nach de Sociale Dienst", zei hij. De Duisters hadden zelf niks in te brengen. De behulpzaamheid was omgeslagen naar bemoeizucht. Was er in die tijd zoiets als LinkedIn geweest, dan had mijn vader de helft van de afdeling Sociale Dienst als contact gehad. En ook een stuk of wat deurwaarders, maar dat terzijde. Hij wist de weg. Dat was belangrijk.

Onze gasten mochten als eersten van het bord pakken, daarna waren wij aan de beurt. Na het eten ging ik naar boven om mijn tanden te poetsen. Daar zag ik in de logeerkamer de tassen van de heren staan naast twee matrassen, die de avond ervoor snel nog uit de schuur moesten zijn gehaald.

Mijn broer en ik vertrokken naar school. Buiten stond pa met zijn beroemde grijze wollen kabeltrui aan de ramen te krabben van zijn Simca. De motor draaide. 's Morgens is hij met ze naar het gemeentehuis gereden en heeft één en ander kunnen regelen voor ze. "Ze kunnen bij ons blijven zolang het nodig is", sprak hij de ambtenaar toe. Zo lang als nodig werd uiteindelijk ruim een halfjaar.

Hoewel het woord 'inburgeringscursus' nog niet eens bestond, vond mijn vader het destijds nodig om de mannen bekend te maken met de Nederlandse taal en gewoonten. Zo deden ze mee met ons sinterklaasfeest, leerde ze op pa's manier Nederlands en vlak voor ze hun eigen woning kregen, hebben ze zelfs één dag meegefietst met de 'Drentse Rijwielvierdaagse'.

Ruim een week geleden belde ik mijn broer op: "Kan ik vannacht bij jullie slapen?" Het was niet om zomaar te logeren of voor de lol. "Zal ik je anders op komen halen?", vraagt hij begripvol. Zonder te overleggen met zijn vrouw regelt hij een plek voor mij op de tweede verdieping. "Je kunt bij ons blijven zo lang het nodig is." Hij heeft me de route naar de supermarkt al laten zien en waar ik op de bus moet stappen als de tram onverhoopt niet mocht rijden.

Het staat vast, ook mijn broer is een rasechte 7sloten.