de jeugd van tegenwoordig

Precies zes minuten ben ik in de stad als ik de eerste winkel in marcheer. Uit mijn portemonnee grabbelde ik net genoeg parkeergeld voor één uur. Meteen in de allereerste bocht word ik al zonder pardon omvergelopen. De vrouw voor me ruikt naar kattenpis en mijn haar ziet er door de miezerregen uit als dat van Ernie uit Sesamstraat.

Ik ben in het centrum van Arnhem omdat ik een vriendin wil verrassen. In het diepste geheim heb ik voor haar een wandeltocht georganiseerd en daarvoor heb ik twee paar gympies nodig. Die heeft ze niet, weet ik. 

Ik stamp langs de schappen. De goedkoopste gymschoenen kosten twintig euro per paar, en dat heb ik er niet voor over. Ik ontwijk de puppyblik in de ogen van de verkoopster die een andere klant helpt. Mijn parkeerbon is belangrijker en dus gaan mijn mondhoeken geen millimeter omhoog.

Gehaast vraag ik de caissière naar goedkope gympies. Het blonde meisje, ze is amper achttien, geeft me een stralende lach. “Ik zou u graag helpen mevrouw, maar we hebben ze niet. Pas in de zomer weer.” Dan buigt ze geheimzinnig voorover. “Ik heb het u niet gezegd, maar ik weet dat onze concurrent om de hoek ze verkoopt. Tweede straatje links!” Ze knipoogt en wijst met haar vinger de goede kant op. In plaats van dankbaar te zijn voor de gouden tip, zucht ik. Een lange zucht ontsnapt uit mijn neus. Nu moet ik weer de regen in en ben ik nog langer bezig.

In de aangeraden winkel staan ze niet. Een stevig meisje, nog geen jaar ouder dan het andere kind, ziet me snelwandelen langs de rekken. Charmant groetend staat ze opeens naast me. Met een korte knik vertel ik zonder maar de schijn van aardigheid op te houden wat ik zoek. Ze knikt. Goedkope gymschoenen verkopen ze alleen in de zomer, maar ze heeft nog wel wat restparen in het magazijn. Als ik een momentje heb, snuffelt ze met alle liefde in de rolcontainers. “Welke maat wilt u?” grijnst ze opgewekt. Haar blauwe ogen stralen als ze in haar dunne bloesje de donkere loods inloopt.

Tien minuutjes later houdt ze triomfantelijk twee paar perfecte gymschoenen omhoog. Haar paardenstaart piekt alle kanten op. “Nog met actiesticker ook. Vijf euro per paar!” Bijna huppelend loopt ze voor me naar de kassa. Ik kijk op mijn horloge. Nog twintig minuten. Als ze opschiet, kan ik nog snel naar de slager. “Ik moet ook enkelsokjes,” bits ik. Met rechte rug leidt ze me naar de sokken. “Deze hebben we mevrouw, kijk, in zwart en wit!” Ze houdt me twee pakjes voor. Dan legt ze haar hand op mijn arm en fluistert. Fronsend commandeer ik haar: “Harder!” Het meisje blijft even vriendelijk. “Als het goedkoop moet zijn mevrouw, zou ik ze ergens anders halen. Deze zijn duur en hun geld niet waard.” Ze wacht op mijn beslissing.

Vier minuten later loop ik door de beveiligingspoortjes. In mijn mond knispert het zuurtje dat ik van de verkoopster cadeau kreeg. Ik heb nog zeker tien minuten over. Als de deur achter me dicht valt, zie ik het. Buiten schijnt ineens de zon. ‘Dat ook nog,’ denk ik. Ik ben mijn zonnebril vergeten.