Danny ex machina

Sometimes I find myself sittin' back and reminiscing
Especially when I have to watch other people kissing
And I remember when you started callin' me your missus 
All the play fightin', all the flirtatious disses
I'd tell you sad stories about my childhood
I don't why I trusted you but I knew that I could
We'd spend the whole weekend lying in our own dirt
I was just so happy in your boxers and your t-shirt

Inmiddels een half decennium geleden liep mijn eerste (en met twee jaar langste) verkering stuk. Jaren geleden wijdde ik er al een dozijn columns en verhalen aan op FOK!, met giftige titels als “Borderline op de landsgrens”, stuk voor stuk venijnig geschreven met, zoals ik jaren later zag, haast voelbare wrok. Een combinatie van zelfmedelijden, verbijstering en een als door atoomwapens weggevaagde eigenwaarde, deed mij misschien wel net zo lang als de relatie zelf duurde, woelen over wat er was gebeurd.

Want hoe kon het in vredesnaam gebeuren? Hoe kon ik mezelf twéé jaar lang zo voor de gek houden, en door haar laten houden? Hoe koos ik keer op keer ondanks alle bewijslast in de andere richting, telkens haar kant van het verhaal? Waarom bleef ik halsstarrig geloven in het idee dat ik haar kon 'helpen'? 'Veranderen'? Dat haar vreemdgaan aan mijn imperfectie lag, niet aan de hare? Dat haar weifel resultaat was van mijn eigen stommiteiten?

Mannetjes – 2005
Een mannetje dat lood kan gieten
En eentje voor het geldbeheer
Een derde dekt een dak met riet en
Een vierde doet dat graag met teer

Mannetjes, die brauch ich nicht
Als ik in haar armen rust
Voel 'k me veilig en zo licht
Als veder en o, God, ik zwicht
Als zij me zachtjes kust

Dan wint de liefde van de lust
Dan komt de hemel echt in zicht
En is haar streling slechts een must
Dan word ik me ervan bewust
Ik hou van haar. -einde bericht-

Twee jaar lang was alles de schuld van mij, ouders, anderen. Twee jaar haar weg of de snelweg. En toen was ze foetsie, geen dag later dan  ze vooraf had bedacht. In één laatste ruzie alle twee jaar ontkende dingen plots toegeven. En *poef*, zo snel als ze het schip mijns levens geënterd had, zonk ze vanaf de voorsteven van andermans slagschip met één laatste, welgeplaatste torpedo van treurnis, twee jaar futiel doorgaan naar de bodem van de oceaan.

Alleen – 2007
Mijn gedachten druipen
Van mijn natte lichaam af
Mijn gemoed spoelt weg
Het putje in

Mijn zin vloeit weg als stoom
Uit de warme douchecabine
Mijn blijdschap raakt verwaterd
Als zeep in haar

En opeens schiet het door me heen
Ik ben zo intens alleen.

– – – – –

Dreams, dreams
Of when we had just started things
Dreams of you and me
And it seems, it seems
That I can't shake those memories
I wonder if you have the same dreams too

Dreams, dreams – in elk geval wist ik zeker dat ze haar niet wakker hielden in het holst van de nacht. Ze wisselde vrienden en flirts sneller in dan Toyota haar auto-onderdelen. Zodra iets haar niet aanstond, of men haar erop wees dat ze zelf verantwoordelijkheid droeg voor haar leven, ging de binaire switch die ze emotie noemde van 'aan' naar 'uit', van wit naar zwart, van lieverd naar godverdomde kankerklootzak – en, totdat de lijdende partij er genoeg van heeft, na genoeg slijmen en schuldbekentenissen weer net zo gemakkelijk terug naar lieverd.

Aanvankelijk wisselde ze me in voor een jongen uit Oregon, in de V.S., maar al snel was ze in alle staten toen hij haar in het ootje bleek te hebben genomen (wat ik op dat moment de beste plek vond), en haar min of meer maandenlang voor de gek had gehouden, nooit werkelijk van plan iets met een meiske overzee te beginnen. Al snel was er daarom een vervanging: een jongen uit Canada die Danny heette. Toen ik hoorde dat hij naar Nederland zou komen, besloot ik hem te waarschuwen.

The first time that you introduced me to your friends
And you could tell I was nervous, so you held my hand
When I was feeling down, you made that face you do
No one in the world that could replace you

Dus sprak ik hem aan, oprecht, niet omdat ik haar terug wilde, maar om hem de gruwel te besparen van twee keer alles opgeven, emigreren en remigreren binnen een paar jaar. Ik zei dat het vooraf wellicht een goed idee leek, maar dat ik hem wel zou spreken over twee jaar. Dat ze je mentaal helemaal opgebruikt, uitzuigt, tot je een uitgeknepen, weggegooide, lege huls bent van de frisse gozer van jaren eerder. Dat hij er kortom niet aan moest beginnen. Het stuitte destijds niet op positieve reacties. Uit ervaring spreek ik, als ik zeg dat het haar gebruik was nieuwe vriendjes op te hitsen tegen de oude exen, door die steevast als een soort Hitler-duivels te beschrijven.

Maar Danny emigreerde, ze trouwden snel en gingen op zichzelf wonen. Sindsdien studeerde ik en datete ik; ik vernam er weinig meer van, op één weinig eloquente lap tekst na, die de ex enkele maanden geleden op haar Facebook-pagina pleurde. Ze gaf aan “dat ze wellicht vreemdging, maar ze kwam er in elk geval voor uit, ze had het nou eenmaal nodig, was tenminste niet zo'n hypocriete teringlijer”, et cetera, het was alsof ik mijn eigen mailbox teruglas. Op de deurpost van gebroken mannen stond weer een nieuwe kerf, en het mes werd alweer geslepen voor de volgende.

The littlest things that take me there
I know it sounds lame but its so true
I know it's not right, but it seems unfair
That the things are reminding me of you

Weer wat maanden later, enkele weken geleden, kreeg ik een berichtje op Facebook. In vier jaar tijd had Danny heel degelijk Nederlands geleerd. Hij schreef dat hij me toch even wilde contacteren, om te zeggen dat ik achteraf gelijk had toen ik hem vier jaar geleden waarschuwde. Dat hij heel graag nog eens met me wilde praten, vóór hij later die week terug naar Canada zou vliegen. Verbijsterd zei ik dat hij maar langs moest komen en de volgende dag deed hij dat meteen. Ik haalde hem op bij de bus, zoals ik haar talloze malen had opgehaald. “Spring maar achterop.”

We praatten in de achtertuin met een biertje en een sigaret over de streken die ze uithaalde, de stemmingswisselingen, het nooit-goed-genoege, het compleet afhankelijk raken van hoe zij zich voelde, de totale desinteresse in andermans zaken, enzovoorts. Twee jongens die elkaar nooit eerder zagen met één (helaas maar ál te) gemeenschappelijke deler, een overspelig borderlinerig meisje dat nooit van haar fouten leerde en als een bloedzuigende vampierenstoomwals de halve planeet af bleef zoeken naar verse slachtoffers.

Sometimes I wish we could just pretend
Even if for only one weekend

Vier jaar terug had hij me aangevlogen. Nu waren we beiden blij elkaar gesproken te hebben. De verhalen, op namen en data na, identiek. Het overspel nog een stukje erger – bij mij zoende ze binnen vijf minuten buiten roken op een feestje een vriend, bij hem werd ze na vijf minuten rookpauze door twee gozers gesandwiched in een steegje. Maar voor hem, en achteraf ook voor mij, al zakt zoiets gelukkig weg, bleek het gesprek de bevestiging die nodig was, om vast te stellen dat hij noch ik gek is. Dat haar defensie van 'jouw schuld' bestaat uit onverdedigbare luchtkastelen.

Dat ze, kortom, in vijf jaar in geen enkel opzicht veranderd is. Zoals mijn vrienden en ik jaren geleden, concludeerden we dat ze hoogstwaarschijnlijk het patroon van uitzuigen, uitknijpen en uitmaken zou uithouden tot uiterlijk vijfendertig. Pas wanneer de looks het trucje niet langer voor elkaar krijgen zal ze eindelijk keihard met haar neus op de feitelijkheid worden geduwd van haar ijzeren gordijn, zal ze stuiten op de metershoge muur die ze al decennia eerder om eventuele zelfkritiek, -kennis en -analyse heengebouwd had.

So come on, tell me
Is this the end?

We praatten maar door, terwijl ik hem naar de bushalte bracht, tot de bus aan kwam rijden.
“Tot ooit, in Canada of Nederland”, zei ik.
“Komt goed. En heel erg bedankt voor het gesprek.” Hij glimlachte voluit, noemde ons de Exes of Evil, we gaven elkaar een hand en een amicale schouderklop-man hug. De bus reed weg, voor Danny voorgoed. Dit keer reed de lijn verder door dan Amersfoort – dwars door vernederland, langs terugholland, het schip hol, de zakken leeg, maar eindelijk met frisse moed, vaste tred en kaarsrechte koers de Atlantiek afstomend naar zijn echte thuis, naar de familaire Canadese herfstwarmte van verse sneeuw en oude vrienden.

Het ga je goed, gozer. God bless.

Allen, Lily. "Littlest Things". Album Alright, Still. Regal, 14 Jul 2006.