Teken des tijds

19 juni 1987, Stadion Galgenwaard, Utrecht. Voor het podium is een doek gespannen. Vanachter het doek kringelt af en toe wat rook omhoog. Het geluid van een jankende gitaar scheurt plotseling door het stadion. Het doek valt en het hele podium blijkt gevuld met rook. Uit de rook komt een mannetje in een lange leren jas gelopen met een gitaar om zijn nek die hij klagend laat gieren. Als hij vooraan het podium bij de microfoon is gekomen schreeuwt hij: "Oh yeah!" en een repeterend drumritme valt in. Een nummer met alleen drum en gitaar dat kippenvel op je hele lijf laat staan, volgt.

Dat mannetje is Prince, het nummer Sign "O" The Times. Een somber nummer over de situatie in de wereld. Een nummer over aids, drugsgebruik, vuurwapens en armoede. Het nummer is inmiddels vijfentwintig jaar oud en er is in die tijd nog weinig verbeterd. Er leven meer mensen in armoede dan ooit, drugs is nog steeds een groot probleem, aids is nog niet te genezen en vuurwapens maken meer slachtoffers dan ooit tevoren en in de tussentijd is er nog veel meer ellende bij gekomen.

Ik begrijp de wereld, de mensheid, al een hele tijd niet meer en ik denk met mij vele mensen. Lange tijd heb ik geloofd in het goede van de mens en dat we door samenwerking een betere wereld konden bouwen. Ieder het zijne en ieder een eerlijk deel. Helaas ben ik tot de conclusie gekomen dat dit een utopie blijkt te zijn. Er zijn best veel goede mensen die het beste met de wereld voor hebben, maar er zijn gewoon te veel asociale, egoïstische, machtsbeluste eikels die dat iedere keer dwarsbomen. Het gezegde "het zijn de goeden die onder de kwaden moeten lijden", gaat in dit geval meer dan op.

De brutalen hebben de halve wereld? Vergeet het maar; ze hebben meer dan negentig procent. Het probleem met de goeden is dat ze met te weinig zijn en te weinig een vuist kunnen maken. Wat valt er ook tegen te doen? Een man met twee boodschappentassen in zijn handen in China was in staat om een colonne tanks tegen te houden, maar uiteindelijk werd de opstand neergeslagen. Wat kun je doen? Iedereen preekt voor eigen parochie, want naar de ander wordt al lang niet meer geluisterd en dus blijft alles hetzelfde, of nee, het wordt erger. Het fundamentalisme neemt toe. Niet alleen bij de gelovigen, ook bij de niet-gelovigen. De noodzaak om jouw standpunten aan de ander op te dringen is belangrijker dan de ander zijn standpunten te gunnen.

Zonder er een zinloos religieus welles-nietesspelletje van te maken, zie je dit het sterkst bij het geloof, zoals maar weer eens blijkt uit de rellen die de afgelopen week plaats hebben gevonden naar aanleiding van een trailer van een film over Mohammed op YouTube. Moslims zijn boos omdat hun profeet beledigd zou zijn. Dit klopt sowieso al niet, omdat die profeet al vele eeuwen niet meer onder de levenden is. En iets wat niet (meer) leeft, kan niet beledigd worden. Alleen de ontvanger van de boodschap kan zich beledigd voelen. De zender kan ook niet beledigen. Hooguit kan hij met zijn boodschap tot doel hebben dat iemand zich beledigd voelt, hetgeen de Koptische christen die het filmpje over Mohammed gemaakt heeft perfect gelukt is. Vervolgens gaat iedereen ermee aan de haal. Niet om de situatie te verbeteren of nader tot elkaar te komen, maar om zijn eigen punt naar voren te brengen. Desnoods met geweld.

Soms stel ik me wel eens voor wat er gebeurt als de gelovigen gelijk hebben dat God en Allah wel bestaan en dat ze terug komen op aarde. Ik zie tijdens de rellen in het Midden-Oosten Allah en Mohammed op de woedende menigte aflopen en vragen wat ze daar aan het doen zijn. Ik zie ze met verbazing kijken als blijkt dat er een ambassadeur en ambassademedewerkers vermoord zijn vanwege een filmpje. Ik zie ze met verachting kijken hoe er vlaggen van een ander land verbrand worden. En ze zullen zeggen dat er in hun naam misdaden begaan worden die niet in lijn zijn met het geloof dat ze voorstaan. Ik zie God en Jezus met afschuw kijken naar een protestdemonstratie in Amerika bij een abortuskliniek waar doktoren en verplegend personeel dagelijks met de dood bedreigd worden door zich verheven voelende mensen. En ze zullen zeggen dat er in hun naam misdaden begaan worden die niet in lijn zijn met het geloof dat ze voorstaan. Weet je wat er dan gebeurt? Dan zullen Allah, God, Jezus en Mohammed door die woedende menigtes gelyncht worden, omdat de gelovigen ze niet zullen herkennen en ze zien als tegenstanders van hun interpretatie van het geloof.

It's silly, no?
When a movie is shown
And the Muslims want us 2 die
Some say religion is peaceful
But I don't know why
Oh why, oh why, sign 'o' the times

Ik kan me van school herinneren dat wij een keer ruzie hadden met de school aan de overkant. Die ruzie begon met een aantal kinderen van onze school en een aantal van die andere. Waar het over ging, wist al vrij snel niemand meer, maar "we" hadden ruzie met die school. Dat sluimerde de nazomer en herfst door en toen werd het winter. Sneeuw. Dat was er toen nog. En plotseling tijdens de lunchpauze viel een groep van een man of twintig van hen ons aan. Een sneeuwballengevecht ontstond, dat door hen gevierd werd als een klinkende overwinning. Hoe het georganiseerd werd, weet ik niet meer, maar nog die middag was het payback time.

Onze lesuren duurden vijfenveertig minuten en die van hun vijftig, waardoor zij later uit waren dan wij. Om kwart voor drie, toen het merendeel van de school vrij was, stak een groep van meer dan honderd leerlingen van onze school de straat over en wachtte halverwege het graslandje dat voor die andere school lag. Geduldig werd alvast een lading sneeuwballen klaargemaakt. Toen hun schoolbel klonk en de voordeur openging, vloog er een ongenadige golf aan sneeuwballen naar die deur. De stroom kinderen die zich naar buiten probeerde te wurmen, draaide zich zo snel het kon om en propte zich weer naar binnen achter de veilige bescherming van de deur.

Elke keer wanneer de deur opende, schoot er een nieuwe golf sneeuwballen die kant op. Een enkeling durfde het aan om de ontsnapping te wagen en onder dekking van schooltassen en elkaar vluchtten ze weg, achtervolgd en geraakt door vele sneeuw- en ijsballen. No mercy. Nog hoor ik hoe die sneeuwballen tegen het schoolgebouw aan ploften. Zelfs leraren kregen de kans niet om naar buiten te komen en er een eind aan te maken. Hoe het beleg geëindigd is, weet ik niet meer precies. Volgens mij dropen wij af, omdat het merendeel van hen via de achterdeur wist te ontkomen. De volgende dag werden we vermanend toegesproken door onze schoolleiding, maar niemand kreeg straf en wij hadden gewonnen.

Misschien moeten we dat wereldwijd ook maar weer eens doen. Het is tenslotte crisis en de beste manier om uit de crisis te komen, is een oorlog. Dat ruimt het wapentuig in de wereld ook lekker op en als we nu afspreken dat we dat wat verschoten is niet meer aanvullen, dan hebben we misschien een kleine kans dat we na de oorlog met een redelijk schone lei weer opnieuw kunnen beginnen. Het is een beetje sneu voor iedereen die nu leeft, maar het voordeel is dat we dan niet meer alleen de Tweede Wereldoorlog hebben als inspiratiebron voor films en wie weet, werkt het therapeutisch voor al die kinderen die nu nog met het oorlogstrauma van hun ouders rondlopen.