Ik ga scheiden 37

JW kwam snel met zijn mond naar mijn oor.
“Ga naar beneden en zeg dat je net wakker bent geworden. Vraag hoe hij aan die sleutel komt. En Petra, laat hem vooral niet naar boven komen, daar zullen dus echt ongelukken van komen. Werk hem zo snel mogelijk weg, zeg dat je mij verwacht. Ik wil hem een kans geven, ondanks het feit dat hij strafbaar is. Zijn laatste kans, zo je wilt. Een laatste kans zijn gezicht tegenover zijn kinderen te behouden. En daarnaast: als ik nu met jou naar beneden ga, komt er een onderzoek en dat willen we allebei niet.”
Zijn woorden landden op mijn maag als een brok steen. Hoe kwam Jan aan de sleutel? Ilse? Ik probeerde zo snel mogelijk naar beneden te komen, maar dat ging natuurlijk moeizaam. Jan kwam de kamer uit en had alle tijd gehad het een en ander te ontdekken. Ongetwijfeld had hij in mijn spullen lopen grasduinen. Had ik zaken laten liggen van JW en mij? De schrik sloeg mij om het hart maar ik wist dat JW boven zou meeluisteren en dat hij een wapen bij zich had. Hij stond onderaan de trap en keek naar boven, langs mij heen.

“Waar kijk je naar? De kinderen zijn er niet. Ilse is weggelopen en Markus is haar zoeken.”
“Ik weet het.”
Ik scande de kamer. Geen rotzooi van JW en mij, godzijdank.
“Je weet dat je een gebiedsverbod hebt en dat je nu in overtreding bent?”
Hij deed net of hij mij niet hoorde en ging op de bank zitten. Ik wilde al te overstuur overkomen dus ik ging ook zitten.
“Luister, ik wil gewoon met je praten.”
“Van wie heb je de sleutel?”
“Dat maakt niet uit, Petra. Al plaats je honderd keer een nieuw slot in mijn huis, ik kom er altijd in. Ik heb niets meer te verliezen. Ben ontslagen bij mijn baas omdat ik een keer te veel vast heb gezeten. Zeg mij eens, wat heb ik te verliezen?”
“Veel, heel veel. Het respect van je kinderen?” Ik zag direct dat ik een gevoelige snaar bij hem raakte. Ik voelde mijzelf wegglijden door de spanning. Wat als hij zichzelf zou verliezen? Hij had al totaal schijt gehad aan het gebiedsverbod.
“Mijn kinderen.” Ik zag zijn overdenking en hoopte op iets gezonds. Iets anders dan geweld. “Weet je Petra, je punt is nu wel duidelijk geworden. Het enige wat ik wil is dat we weer gelukkig zijn.”
Ik hoorde de voordeur dichtslaan. Niet veel later zag ik het gezicht van Markus. Dit keer voelde het niet als een opluchting.
“Mam? Pap? Wat is dit nu weer?”
“Pap komt even praten, Markus. Niets aan de hand. Hij gaat zo weer weg”, zei ik. Markus zag dat het niet oké was.
“Oké, dan vinden jullie het vast niet erg dat ik naar mijn kamer ga.”
Hij vertrok direct, ik voelde mij opgelucht. Het was voor mij duidelijk. Marion of Ilse had haar sleutel afgestaan. Ik had de sleutel terloops aan haar gegeven omdat ik niet snel genoeg bij de voordeur zou kunnen zijn. Maar zou Marion de sleutel afgeven? ‘Nooit!’ had ze beloofd. Ilse, hij moet Ilse gezien hebben. Maar waar en waarom?

“Op basis van wat zou alles weer goed moeten komen? En wat is dat ‘alles’, Jan? Wij hadden op een gegeven moment niets meer. Moeten we dan met ‘niets’ verdergaan?”
“Je kunt het allemaal leuk verwoorden, maar ik heb er niet om gevraagd. Ik ben altijd van je blijven houden.”
“Maar als die liefde van één kant komt, dan begrijp je toch dat er een niet van zijn partner houdt? Het is hartstikke jammer en ook heel verdrietig, maar je moet toch verder met je leven? Jij zou toch doorgaan met Miranda?”
“Ja, en jij met je agentje?” Ik wilde geen olie op een nog niet waar te nemen vuur gooien, dus antwoordde ontwijkend.
“Dat is de wijkagent die mij bijstaat, meer niet.”
Ik hoopte dat die leugen niet recht in mijn gezicht zou ontploffen ergens in de komende uren. Ik vroeg mij af of JW en Markus elkaar al gevonden hadden.

Markus was boven. Hij liep JW letterlijk tegen het lijf.
“JW!”
“Ssst, je vader weet van niets. Hij moet echt helemaal niets horen, Markus.
“Maar wat doe je hier dan in de slaapkamer van mijn moeder?”
“Wat denk je, Markus?”
“Jezus, laat maar.”
“Markus, kun je inschatten hoe je vader is?”
“Zo te zien niet blij, mam was heel gespannen. Wat doet hij hier?”
“Ik wist dat hij vrij zou komen, maar niet precies wanneer. En ik wist al helemaal niet dat hij linea recta naar zijn huis zou gaan, waar jullie nu dus wonen. Waar ben jij geweest? Weet je al iets meer?”
“Ik heb een paar uur gezocht en ben toen naar een vriend gegaan. Hij is nogal goed met computers. We hebben het Facebook-account van Ilse gekraakt. Ik wilde weten of ze daar nog iets bruikbaars op achtergelaten had. Je kunt wel als een gek lopen zoeken in Amsterdam, maar elektronisch spoorzoeken is veel eenvoudiger.”
“We hebben zulke mannen als jij nodig, Markus.” JW glimlachte naar hem.
“O, ik vind het wel leuk. Maar hoe nu verder? Hoe krijgen we mijn vader het huis uit?”
“O, dus daar ben je het wel mee eens?”
“Wat denk je? Ik heb hem lang genoeg meegemaakt met al zijn haat in Limburg.”
“Hoe loopt het beneden af, denk jij?”
“Om eerlijk te zijn, niet goed.”
“Dat dacht ik ook niet. Maar ik wil wel iets slims bedenken waarmee alle partijen er met de minste kleerscheuren vanaf komen. Daarom heb ik bedacht dat jij als stoorzender ertussen gaat zitten, zodat hij meer moeite zal hebben je moeder iets aan te doen.” Markus dacht even na en besloot dat het een goed plan was. Hij liet weten dat hij eraan kwam door niet rustig de trap af te lopen.

“Markus, je moeder en ik willen toch nog even met elkaar praten.”
Ik onderbrak Jan.
“Nee hoor schat, kom er gerust bijzitten.”
“Oké mam.” Het was duidelijk aan Jan te zien dat hij er niet blij mee was, maar ik wel. Het gesprek was al de verkeerde kant aan het opgaan.
“Oké, ik wil jullie alleen aangeven dat ik er alles, maar dan ook echt alles, aan zal doen dat wij weer als gezin zullen gaan samenleven.”
“Is het wel eens bij je opgekomen, pa, dat dit niet meer mogelijk is?”
Ik keek Markus geschrokken aan. Wat doet hij nu? Ik zat tot nu toe alles te sussen, ik wist hoe gevaarlijk kon zijn. Ik had hem nu al een paar keer zo onbehouwen gezien. Maar aan de andere kant: hij wilde ook niet leren en JW zat boven. Bij de eerste schreeuw van mij zou hij naar beneden stormen. Maar wat ik niet wist was dat JW het korps al ingeschakeld had en dat een politiebus vol agenten om de hoek van de straat stond te wachten op een eventuele escalatie. Jan had geen flauw idee wat hem te wachten stond wanneer hij het weer zou laten escaleren. Hij dronk zijn koffie.