Onorthodoxe angst

Alles beweegt ogenschijnlijk chaotisch door elkaar heen in een voor een buitenstaander onbegrijpelijke dans. Raar gevormde karretjes trekken slierten wagentjes voort. Bijzonder laaggelegen bussen worden gekruist door net zo laaggelegen vrachtwagens die de meest vreemde vormen hebben, al naar gelang hun functie. Door dit alles heen rijden ook gewone auto's en bestelbusjes en, uiteraard niet te vergeten, allerlei vliegtuigen. Ik bevind mij op een vliegveld. Om precies te zijn bij gate F37 van het vliegveld van Wenen. Als je langer kijkt herken je patronen en blijkt alles perfect samen te werken als één goed geoliede machine.

Ik heb tijd om langer te kijken, want ik ben de eerste passagier hier, ruim een uur voor vertrek. Het vliegveld van Wenen heeft niet zulke interessante winkels om in rond te kijken, dus kan ik net zo goed al bij de gate gaan zitten en mijn boek lezen. En naar buiten kijken. Opeens komt hij binnen; zwarte hoed, zwarte kleren, volle baard en de zo kenmerkende pijpenkrullen. Ik zit samen in een wachtruimte op het vliegveld van Wenen met een orthodoxe Jood. Plotseling bekruipt mij een angstig gevoel. Het zal het gevoel zijn dat sommige mensen bekruipt als ze een zogenoemde 'haatbaard' of 'hakbar' tegenkomen. Het gevoel is vreemd, aangezien Joden, tenzij je Palestijn bent, normaal gesproken niet bekend staan vanwege hun gevaarlijke gedrag. Meestal zijn zij het slachtoffer, of doen ze zich zo voor.

Maar nu voel ik me onbehaaglijk. Misschien is hij wel degene die besloten heeft om met een zelfmoordaanslag het wereldnieuws voor een aantal dagen te beheersen. Ik zie de kop op de frontpage al voor me: 'FOK!-columnist wordt slachtoffer van zelfmoordaanslag'. In het nieuws komen is leuk, maar niet op deze manier. Hij loopt weer weg en geeft mij de tijd om over mijn rare, irrationele angstgevoel na te denken. Ik voel me haast nooit bedreigd, maar op de een of andere manier geeft het feit dat hij via zijn kleding en uiterlijk uit wil dragen op een orthodoxe manier een geloof aan te hangen mij een beklemmend gevoel. Het beklemmende gevoel relativeer ik gelijk door me af te vragen of een orthodoxe Jood buiten Israël nog wel orthodox is. Hoe orthodox is orthodox?

Dan komt hij terug. En hij is niet alleen. Hij heeft zijn vriendin bij zich. Ik ga er vanuit dat ze van hem is, voor zover je als persoon het bezit van een ander kunt zijn. Het kan ook een willekeurige vriendin zijn, maar aan het geluid van een zoen achter mij meen ik af te kunnen leiden dat het zijn vriendin is. Tenzij hij iemand belazert door met diens vriendin de beest uit te gaan hangen in Amsterdam en hier op het Weense vliegveld alvast maar een voorproefje neemt. Als hij dat zou doen, dan is hij ook niet zo orthodox dat hij vanwege zijn geloof zichzelf op zou blazen. Hooguit is hij dan een eikel en gestoord en derhalve nog steeds gevaarlijk. Plotseling hoor ik een baby huilen. Nee hè! Ook dat nog, een kind. Ik heb hem wel door; hij treitert ons de dood in door ruim anderhalf uur lang in het vliegtuig de baby te laten janken. Het is blijkbaar een test om te kijken of ze het nog doet, want vrij snel is het kind weer stil.

Er komen meer mensen de wachtruimte in en ik vergeet mijn gevoel. Ik lees weer in mijn boek en bekijk de bedrijvigheid buiten, waar ze inmiddels druk bezig zijn ons vliegtuig klaar te maken voor de vlucht. Als ik na een tijdje omkijk zijn de Jood met vrouw en kind verdwenen. Dat bevreemdt mij. Waarom zou je hier gaan zitten wachten en dan weer weglopen? De tijd verstrijkt en het is bijna zo ver dat de gate open gaat en we mogen boarden. Er komt iemand aangelopen die alle wachtenden, een stuk of honderd, passeert, zijn boardingpass langs de kaartlezer haalt en verbaasd is dat de poortjes niet opengaan. Hij loopt naar de balie en vraagt aan de man erachter of de poortjes het wel doen. De man staat hem vriendelijk te woord en zegt dat het nog een minuut of tien zal duren. De baliemedewerker moet een heel goede training gehad hebben want ik zou tegen hem zeggen: "Draai je eens om en vertel me wat je ziet? Nou? Ruim honderd mensen, inderdaad. En wat denk je dat al die mensen hier zitten te doen? Wachten tot er iemand zo dapper is om als eerste door de poortjes te gaan of te wachten tot ik zeg dat ze door mogen lopen? En kijk eens naar die poortjes. Wat zou dat rode kruis erop betekenen? Zouden die het doen of niet?" Ik zou er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat hij een volgende vlucht zou moeten nemen, al was het 't laatste wat ik deed.

Dat deed me eraan denken, waar was die zelfmoordjood gebleven? Hij bleef weg. We mochten aan boord gaan en ik zag hem niet. Ik zat op de laatste rij stoelen en er was geen rare zwarte hoed te zien voor mij. Of de Weense luchthavenpolitie had hem op tijd in zijn kraag gevat, of hij hoorde niet op deze vlucht, of hij had zich snel omgekleed om niet op te vallen, ik zal het nooit weten. Wat ik nog wel hoop te weten, is waar die rare plotselinge angst opeens vandaan is gekomen. De angst voor iemand die kennelijk bereid is ver te gaan voor zijn geloof. En wat ik nog hoop te weten te komen is waarom iemand het nodig vindt zo overduidelijk voor de buitenwereld te laten zien dat hij zich strikt aan de strenge regels van zijn geloof houdt.