Het OV, niets mis mee

Regelmatig verschijnen er in het nieuws, zo ook op deze website, alarmerende berichten over de abominabele staat waarin het vervoer per spoor in ons land en dan met name door de NS verkeert. Vertragingen zijn meer regel dan uitzondering en als het regent, waait of sneeuwt dan ligt alles stil. Vierkante wielen, bevroren wissels en blaadjes op de rails zijn termen die inmiddels in elk huishouden gemeengoed zijn geworden en gebruikt kunnen worden als er iets gebeurt wat voorkomen had kunnen worden, of als laffe smoes. Mochten de nieuwsberichten niet voldoende zijn om je hievan op de hoogte te brengen dan zijn er uiteraard ook nog de nodige columns hier op deze website die dit heikele onderwerp regelmatig aansnijden. Als je alle kilo's zout die DriekOplopers in de open wond van de NS heeft gestrooid zou opslaan, heb je genoeg om de eerstkomende tien jaar aan strenge winters te strooien.

Als zelfverzorgend vervoerder - ik loop, fiets of neem de auto - nam ik dit soort berichten altijd maar voor kennisgeving aan. Het raakte me niet, al was ik wel altijd weer teleurgesteld in de manier waarop in ons land in rap tempo de dingen naar de kloten gaan. Ik had medelijden met de mensen die op het openbaar vervoer aangewezen waren. Natuurlijk sta ik wel eens in de file en kom ik te laat voor een afspraak of mis het begin van een concert. Soms kom ik meer nat dan droog op mijn werk aan als ik weer eens door een stortbui moet fietsen. Ik heb het er graag voor over; alles liever dan het drama dat openbaar vervoer heet. Tot afgelopen zaterdag.

Zaterdag hadden we met de columnisten weer een van de uiterst succesvolle voorleesavonden, ditmaal in Amsterdam. Ik nam me voor om met het openbaar vervoer te gaan. Ook ik wilde dit wel eens aan den lijve ondervinden. De avonturier in mij werd wakker. Hoewel het afzien zou zijn, zou het wel mooi materiaal voor een column opleveren. Om niet verrast te worden had ik mij goed voorbereid. Flesjes water, een deken, voldoende voedsel om het een etmaal vol te houden, opgeladen telefoons (meervoud): ik zou het overleven, no matter what!

Op het station aangekomen moest ik even zoeken op de borden, die heel overzichtelijk waren, van welk perron mijn trein zou vertrekken. Mijn trein. De woorden joegen een gevoel van opwinding door mijn lichaam. Hij bleek te vertrekken van spoor 4. Eén minuut geleden. Als ik het niet had opgezocht, had ik hem nog kunnen halen. Nou daar begon het gelazer al. Moest ik verdomme... maar elf minuten wachten op de volgende trein. Elf minuten. Minder dan ik verwacht had. Sterker nog, na zeven minuten, vier minuten voor vertrek, kwam de trein het station binnen. Niet alleen dat, hij vertrok ook zonder vertraging. Zonder wat voor incidenten dan ook bereikte ik Amsterdam. Mijn hoop was gevestigd op het GVB. Dat moest toch wel misgaan.

Reeds van verre zag ik het al. Op het eindpunt stonden vier trams. Van de achterste knipperden alle lichten. Zie je wel, er was wat mis. Bij de voorste tram stonden wel tien GVB'ers. Conducteurs en bestuurders. Een wilde staking, ik wist het! Zelfverzekerd stapte ik op de eerste de beste van het groepje stakers af en vroeg hoe laat de tram zou vertrekken en of ik al kon instappen. "Niet die meneer", zei de man, "die gaat naar de remise. De tweede tram zal u brengen waar u heen wil en wel over twee minuten". Teleurgesteld stapte ik in en zonder problemen bereikte ik mijn eindbestemming. Hoewel, ik moest ook weer terug naar huis, dus dit was mijn middenbestemming. En op die terugweg vestigde ik dan maar mijn hoop.

De tram terug kwam op tijd. De trein terug kwam op tijd. De trein terug vertrok op tijd. Op station Schiphol stapte er een stel in dat duidelijk geagiteerd was, gevolgd door een conducteur die op een of ander mobiel apparaat zat te kijken. Dit zou het worden. Er kon elk moment op hem ingehakt worden. "Het klopt", zei hij, "door deze trein te nemen moeten jullie wel overstappen in Leiden, maar haal je de laatste trein nog." De twee keken verheugd. "Dank u wel meneer." Ze bedankten hem zelfs! Wat was dit voor belachelijk iets? Ga ik daarom met het openbaar vervoer? Woedend stapte ik uit op het station waar ik die middag opgestapt was. Helemaal niets gebeurd, helemaal niets ging fout. Niets. Weet je wat, de volgende keer ga ik gewoon weer met de trein. Dat viel niet tegen.