[Tour] De tien kleine negertjes

Vijf Nederlanders vielen aan
Ze reden lange tijd op kop
Maar aan het einde van de rit
Waren ze gewoon weer achterop

En weer is er een klassementsrenner naar huis. Sammie Sanchez. Ik had hem nog getipt als winnaar van de bolletjestrui, net als vorig jaar. Ik had hem ook getipt voor de rit van vandaag, want de aankomst was na een afdaling en daarin is hij toch een van de besten. Maar een andere domme renner week ineens naar links uit en zodoende vielen er een paar, onder wie Sammie. Gebroken hand en gebroken sleutelbeen. Weg Tour en ook weg Olympische Spelen, waar hij zijn titel wilde verdedigen. Valverde lag ook bij die valpartij. Die doet zijn naam wel eer aan deze ronde.

Maar het was vandaag een hele tijd oranje boven. Kruijswijk, Ten Dam, Mollema, Hoogerland en Weening zaten in de kopgroep. Dat Gesink al bij de eerste de beste beklimming op achterstand kwam verbaasde me wel, maar met vijf man in de kop van de koers kun je veel hebben. Dat werd tijdens de rit wel steeds minder, want bij de finish waren ze allemaal teruggepakt. En dat gold niet alleen voor de Nederlanders. Er hield maar één renner stand uiteindelijk. Die klassementsrenners gunnen tegenwoordig de kleintjes niets meer blijkbaar. Gelukkig kon Pinot nog net standhouden. Arme Pinot. Hij had zijn ploegleider Madiot in zijn nek hijgen. Dat was erger dan de achtervolgers. Die hijgden ook wel in zijn nek, maar nog net op gepaste afstand zodat hij hun slechte adem niet rook.
Het was trouwens wel een leuke rit vandaag. Die oude Voigt was de eerste die vertrok en meteen kwamen ook de Rabootjes los. Kruijswijk had er zin in vandaag. Hij reed samen met de Belg de Weert op een gegeven moment zomaar het gat dicht met de twee voorsten. Ik dacht dat hij op de la Croix zou gaan wegspringen en met zijn armen omhoog in zijn eentje aan de finish zou komen, maar het werd een ander jonkie. Helaas. Ze hebben het geprobeerd en dat is te waarderen. Het was echter nog niet de dag. Toch heb ik wel goede hoop dat het een keertje gaat lukken als de schaafwondjes wat beter zijn genezen. Mollema toont in ieder geval doorzettingsvermogen. En Gesink kwam zeer ontspannen en gezond over de streep. Die heeft zich gespaard voor een andere rit. Dat weet ik zeker. En anders is het een slappe zak.

Even dachten we dat Wiggins een inzinking kreeg, maar niemand ging hem aanvallen en dus werd het al snel duidelijk dat hij gewoon even achter een bosje moest. Onderweg zagen we ook een aantal blote mannen langs de kant van de weg. Waarom nou altijd alleen mannen?
Ducrot had ook weer een sterke ingeving. Op een gegeven moment ging Liquigas op kop rijden. Ducrot dacht dat ze het voor Sagan deden, want die reed op dat moment nog in dat peloton. Mijnheer Ducrot. Bij Liquigas rijdt ook ene Nibali en de eindstreep was na een afdaling en Nibali kan zeer goed afdalen. Het peloton kwam onder Liquigas niet dichter bij Pinot. Het gat was meer dan drie minuten en er kwam nog een steile berg van de eerste categorie. Wat denk je zelf, Maarten? Voor wie zouden ze hebben gereden?
Het werd trouwens nog spannend op het einde. Alleen Pinot was nog over. Een getergde Van den Broeck leidde de klassementsgroep in de jacht en ze kwamen nog erg dichtbij, maar de jonge Fransman won toch. De Fransen zullen hem wel weer de nieuwe Hinault noemen. Net als al die andere jonge Franse renners die het uiteindelijk niet konden waarmaken. Vanavond krijgt Pinot vast een lekkere Pinot noir in zijn glas.

De Nederlanders in de Tour

Ik heb ze in ieder geval lang gezien vandaag. Dat geeft hoop. Het wordt toch echt eens tijd dat er weer eens een Nederlander een etappe wint. Maar Kruijswijk, Mollema, Ten Dam, Hoogerland en Weening lieten zich van hun beste kant zien. Helaas was die kant nu nog niet goed genoeg. Ik moet ook nog even Curvers noemen, want ook die heeft geprobeerd weg te komen. Als een van de eersten. Maar hij moest al snel erkennen dat klimmen niet zijn sterkste kant is.

Om over na te denken: Jeannie Voigt

Morgen is er een tijdrit. Het is geen vlakke tijdrit, maar ook geen klimtijdrit. Er ligt een bult in het parcours. Het is dus echt iets voor de sterksten van deze Tour. Maar sterk alleen is niet genoeg. Je moet ook nog kunnen tijdrijden natuurlijk.
De start is in Arc-et-Senans. De renners starten in een bijzondere omgeving, want ze starten in de Koninklijke zoutziederij. Louis XVI gaf opdracht om die te bouwen en tegenwoordig staat de zoutziederij op de werelderfgoedlijst. De gebouwen vormen een halfronde cirkel. In 1895 werd de fabriek gesloten omdat de geplande productie niet werd gehaald en nieuwe technieken de ziederij overbodig maakten. Gelukkig zijn de gebouwen niet afgebroken.
De renners zullen er geen oog voor hebben. Die vertrekken in een ziedende vaart uit de ziederij richting Besançon.

Besançon is een bekende aankomstplaats in de Tour. In 2004 won Armstrong hier de rijdrit en het zou me niets verbazen als er nu weer een Engels sprekende renner wint. De laatste renner die hier een rit in lijn won, was Ivanov in 2009. Aan het einde van de rit zien de renners de beroemde citadel van Besançon. Als ze tenminste omhoog kijken en dat doen ze meestal niet in een tijdrit. Dan hangen ze zo’n beetje met hun mond op hun testikels.
Besançon is een prachtige stad. De rivier de Doubs maakt een lus waardoor de oude binnenstad ingesloten is. Alle bezienswaardigheden bevinden zich daardoor dicht bij elkaar en je kunt ze dus zelfs met een rollatortje in één dag bezichtigen. Een gedeelte van de oude stad is autovrij, dus je hoeft niet steeds om je heen te kijken of er verkeer aankomt. Het verdient wel aanbeveling om voor je uit te kijken, anders kun je zomaar tegen iemand aanlopen. Soms is dat niet erg, als de ander schokbumpers heeft, maar het kan ook pijnlijk zijn.
Mocht je aan de ontmoeting met de schokbumpers een afspraakje over houden, dan kun je ’s avonds langs de Doubs zeer romantisch wandelen.
De stad wordt ook nog ingesloten door hoge rotswanden. Op die rotswanden heeft Sébastien Le Pestre de Vauban een prachtige citadel gebouwd. En niet alleen daar. Hij heeft een ware vestingslinie ontworpen waaronder de vestingen van Ieper, Oudenaarde en Veurne in België.
Er zijn nog veel meer mooie gebouwen in de aankomstplaats van de tijdrit, maar de renners zullen natuurlijk zo snel mogelijk de bus in willen na de rit. Die zien nooit iets van al dat moois.