Nederlandse kunst is kots

Nederlandse kunstenaars kunnen niets. Vanaf de invoer van de kunstsubsidie in 1946 tot het stopzetten van de kunstenaarsuitkering begin dit jaar, zijn er minder Nederlandse kunstenaars tot de wereldtop doorgedrongen dan ooit tevoren. De huidige kunst is kots. Er zijn nu twee mogelijkheden. Het is een optie om de neuzen hoog in de lucht te steken, een pruillipje trekken en zeggen dat wij ons zo onbegrepen voelen door de gehele wereld. Het is ook gewoon mogelijk om al die kleiers, kliederaars en knoeiers rechtstreeks te verbannen naar het buitenland, zodat ze niet de mogelijkheid krijgen om ook nog eens de uitkeringen af te pakken van de gewone man, die wél wil werken voor zijn geld.

Voor iemand de theorie van Godwin erbij haalt en dingen roept over Joden en de holocaust, is het handig om erop te wijzen dat de deportatie van kunstenaars naar het buitenland is bedoeld als een goodwillactie. Het is namelijk niet eerlijk om Nederlandse kunstenaars gelijk als luie profiteurs en nietsnutten weg te zetten, hoewel ze dat natuurlijk wel zijn. De Nederlandse overheid hoeft natuurlijk ook niet meteen de schuld op zich te nemen, omdat ze in 66 jaar 5,5 miljard euro hebben weggegooid door talentloze geitenwollensokken te sponsoren, al heeft het volk natuurlijk wel het recht om de overheid op de knietjes te zien bidden om vergiffenis. Nee, de Nederlandse kunstenaar is in feite niets te verwijten. Het geheim van hun onsuccesvolle carrière is namelijk Nederland zelf.

Succesvolle kunstenaars kunnen wel in Nederland worden geboren, maar hebben volstrekt niet de mogelijkheid om hier de groeimogelijkheden door te maken die hun eventuele talent nodig heeft. De kunstenaar moet daar zijn waar het ‘gebeurt’. In Nederland gebeurt niets. Willem de Kooning, die gast waarnaar de kunstacademie in Rotterdam is vernoemd, vertrok naar New York. Niet als een rijk man, maar als verstekeling ging hij mee op een boot. De briljante wiskundige en kunstenaar Escher trok door Spanje, Italië en Zwitserland. Ook mensen als Appel en Corneille begrepen dat. Appel zat in Parijs, Monaco, Toscane, New York. Corneille zag zo veel mogelijk continenten en eindigde in het Franse Auvers-sur-Oise, waar nog een bekende Nederlander begraven werd: Vincent van Gogh.

Succesvolle kunstenaars moeten daar zijn, waar het gebeurt: op plaatsen waar de economie hoogtij viert. In de clichésteden kronkelen zij als bacteriën op een petrischaaltje door elkaar, vermenigvuldigen, en nemen slechte voedingsstoffen tot zich. Hun ideeën moeten botsen, knallen, exploderen met nieuwe inzichten, kunststromingen en genres. In de Renaissance gebeurde het in Italië, in de 19e eeuw in Parijs, en tegenwoordig in New York. En zodra wij als ‘het rijke Westen’ deze status verliezen, vertrekt de top van de kunstenaars naar de nieuwe wereldmacht China om inspiratie op te doen. De chinoiserie komt weer helemaal terug. Nog maar tien jaar te gaan. Wen er maar aan.

In Nederland blijven is sowieso geen optie. Zo was er bijvoorbeeld de Deventerse Han van Meegeren, die meer van de Hollandse meesters hield dan van de moderne schilderkunst in zijn tijd. Nou nou, dat kon toch echt niet hoor, dat was zo ouderwets! Han werd Nederland uitgepest, sloot zich op in een Frans kasteel, en produceerde de ene valse Vermeer na de andere. Hij verkocht de vervalsingen als wraak, omdat niemand in hem geloofde. Ook de nazi Göring kocht zijn meesterlijke nepschilderingen. Pas toen ze Han tijdens een naoorlogse rechtszaak hadden opgesloten in een atelier waar hij moest bewijzen dat hij alles zelf had geschilderd, geloofden ze hem. Nederland is te klein om groot talent te zien, en door ‘onze’ kunstkenners een hak te zetten, is Van Meegeren nog steeds wereldberoemd.

Moeten alle kunstenaars dan écht Nederland verlaten? Nee hoor. Rembrandt was wel oké. Frans Hals bleef ook thuis. Maar ja, dat was in de Gouden Eeuw, toen Nederland heel even echt belangrijk was in de wereldeconomie. Dus… Chinees schijnt best een leuke taal te zijn. Heel creatief geschreven en zo. Misschien kan de Nederlandse overheid als laatste hulp aan kunstenaars met enig erkend talent een vliegticket betalen naar Beijing, zodat zij daar de Nederlandse eer hoog kunnen houden en echte topkunstenaars worden. Naast de tijdige taalbarrière is er slechts één klein probleempje: er bestaat het vermoeden dat ze daar nog geen woord hebben voor ‘subsidie’.

---

Klik hier voor de volledige flyer