Hup Holland Hup!

Woensdag 13 juni om kwart voor negen begint het. Twee uur en drie kwartier nadat mijn column hier op FOK! verschijnt. Sinds zaterdag kijk ik er nog meer naar uit. Omdat het zo spannend wordt en dan uitgerekend tegen onze aartsrivalen. En het gaat nog ergens om ook. Het is erop of eronder. Ik zou wel gek zijn als ik er niet over schreef.

Maar ik ga het niet doen. Om de simpele reden dat ik er de ballen verstand van heb. Ja, ik begrijp de buitenspelregel; ja, ik ken het speelschema uit mijn hoofd en ja, mijn huiskamer ziet eruit alsof er een reusachtige sinaasappel in is ontploft, maar ik kan er niet over meepraten. Van mij dus geen diepgaande analyses, goedbedoelde adviezen, ongezouten kritiek en gewaagde voorspellingen. De tactische besprekingen laat ik graag over aan mijn eigen zijlijnspecialisten. Vier van die vijftien miljoen negenhonderdnegenennegentigduizend negenhonderdnegenennegentig Nederlandse bondscoaches zitten bij mij thuis op de bank, die we voor de gelegenheid omgedoopt hebben tot Bondscouch. Wat zij allemaal aan adviezen produceren, klinkt zo interessant en geloofwaardig dat ik er maar het beste het zwijgen toe doe. Van Persie eruit, Huntelaar erin? Doe maar, denk ik dan, want die ene heeft niet gescoord, misschien kan die andere het wel. Maar daar blijkt nog een hele wetenschap aan ten grondslag te liggen. En of Kuyt zijn beste tijd gehad heeft? Speelt die mee dan? Het moge duidelijk zijn: ik heb geen Voetbals gestudeerd en dus onthoud ik me van diepgaande commentaren en beperk ik me tot  emotioneel aangezette klinkers als ‘oooo’, ‘aaaa’ en in het slechtste geval ‘oe’. Want oranje, dat ben ik wel.

In de parafernalia ben ik trouwens wel weer erg goed. Afellay is de favoriet van homoseksueel Nederland, dat weet ik dan weer. En ook dat ons koningshuis en onze minister-president niet naar Oekraïne zullen afreizen. Uit protest tegen de nonchalante manier waarop daar met mensenrechten omgegaan wordt. Een goede zaak, want mensenrechten horen niet met voeten getreden te worden, zelfs niet als er voetbalschoenen aan zitten. En daarom zal er bij de meeste wedstrijden geen Nederlandse afvaardiging aanwezig zijn. Behalve minister Schippers dan, bij de eerste wedstrijd van Oranje. Maar die ging speciaal om dat heikele onderwerp eens aan te kaarten. Mochten we de finale bereiken dan zijn onze hooggeplaatsten er overigens wel bij. En toen schijnt premier Rutte gezegd te hebben dat hij en Willem-Alexander niet bij de andere wedstrijden aanwezig zullen zijn uit bezuinigingsoverwegingen. Ook een prijzenswaardig besluit en bovendien veel makkelijker te verdedigen. Want wat nou als we vanavond winnen? Wat nou als we zondag ook winnen? Wat nou als we al onze tegenstanders oprollen en op 1 juli glansrijk in de finale staan? Dan gaan scheidsrechters ineens boven mensenrechten en moet Mark Rutte zich alsnog in allerlei bochten wringen om te verklaren waarom hij er dan ineens wél bij wil zijn.

Hier hangen de vlaggen aan het plafond, staat de paprikachips op tafel en drinken we oranja. Aan ons zal het niet liggen, wij zijn helemaal oranje. En dat is maar goed ook, want aan zulk soort slap gelul, daar zou je je toch groen en geel aan ergeren.