De vrouw wegknippen - een scène

It’s story time again
- Tom Waits

Op de navelstreng, de levensader die vrouw en dochter verbond, zat een kleine blauwe klem. Hij plaatste de bladen van de schaar net voor het blauwe stukje plastic. De hand van de zuster rustte licht op zijn schouder. Hij had andere vaders gehoord over dit moment. Ze spraken er altijd liefdevol over, zo’n moment dat je nooit vergeet. Sommigen gebruikten het plasticje later als sleutelhanger. Hij ervoer het heel anders. Hij voelde zich terneergeslagen. Hij aarzelde. Juist die aarzeling had de zuster ertoe aangezet haar hand bemoedigend op zijn schouder te laten rusten. Waarschijnlijk ook om hem er enige vaart achter te laten zetten. De zuster begreep zijn aarzeling niet, toch voelde haar hand prettig. Hij aarzelde niet omdat hij niet blij was dat hij een dochter had gekregen, maar het doorknippen van de streng betekende veel meer dan het kind losknippen en bevrijden van de moeder. Het betekende het wegknippen van de moeder. Het verwijderen van de moeder. Het klemmetje zou nooit een sleutelhanger worden. Het sloot de streng af die hen met elkaar had verbonden.

De bevalling was voorspoedig verlopen, voor zover dat kan in het geval van een bevalling. Hij keek opzij en zag de vrouw liggen, zwetend en gewond, de moeder van zijn kind. Nooit was er liefde geweest tussen hen, toch had ze een belangrijke rol in zijn leven vervuld. Zij had gedragen wat hij voortbracht. Zij had gedragen wat hij had verwekt in een stinkende steeg in Hellendoorn. Hel-len-doorn, godbetert. Zijn vingers zweetten in de ogen van de schaar. Wanneer hij deze streng zou doorknippen, zou zij worden wat hij altijd al voor haar was. Een gedoogpartner. Alleen nog tot elkaar veroordeeld, omdat ze een kind deelden. Alles wat hen überhaupt samenhield, zou hij losknippen wanneer hij zijn vingers naar elkaar bewoog. Zij hield niet van hem. Nooit gedaan. Ja, ze hield van het geld wat hij met sloten tegelijk binnenbracht, maar niet van hem. Hij had wel van haar gehouden. Een beetje, omdat hij zich verplicht had dat te doen, zolang ze zijn kind droeg. Hij had bewezen dat hij kon houden-van door wilskracht. Zij had zijn dochter gedragen. Amy groeide in haar, zat in haar vast, was onderdeel van haar lichaam, dus hij moest van haar houden. Maar nu was ze eruit. Geboren. Haar moeders taak was volbracht. Het was over. Alle functionaliteit verloren. Hij schikte zijn vingers in de handvatten van de schaar. Hij hoefde niet meer van haar te houden. Die zwetende en gewonde vrouw was overbodig geworden. Nog een keer keek hij haar aan, toen sloot hij zijn ogen en bewoog zijn duim richting zijn andere vingers. De hand van de zuster kneep hem zacht in de schouder. In de beweging die hooguit een paar tellen duurde zag hij alles voorbijschieten. Van de grauwe steeg in Hellendoorn tot hoe hij haar in huis had gehaald en een deel van zijn huis aan haar had afgestaan; hoe hij had geprobeerd de sfeer in huis dragelijk te houden en op sommige momenten zelfs aangenaam had weten te maken, voor zijn dochter, omdat hij bang was dat ontwikkelen in een ongelukkige vrouw misschien negatieve invloed zou kunnen hebben. Hij zag hoe ze het ziekenhuis in werd gereden. Hoe hij haar hand vasthield tijdens de bevalling, wetend dat hij haar bijna voorgoed zou loslaten. De bladen van de schaar raakten elkaar. Hij knipte de vrouw weg. Hij huilde niet. Zijn dochter ook niet.

De gynaecoloog vloekte hardop. Binnen een paar tellen was iedereen in de hoogste staat van paraatheid. Nog een paar tellen later rende al het deskundig personeel de ziekenhuiskamer uit, met medeneming van zijn dochter. Hij bleef alleen achter met een vrouw die niets meer betekende in zijn leven. Zijn draagmoeder van wie hij even had moeten houden. Die vrouw lag er nog, maar ze was weg. Zijn dochter was weg. Er lag geen hand meer op zijn schouder. Hij was volstrekt eenzaam en had geen idee wat hij moest doen.