De meest gebruikte leugen ooit!

Als zelfverklaard filosoof bedenk je natuurlijk wel eens wat. Dat hoort erbij. Anders ben je natuurlijk net zo goed een filosoof als dat de PvdA een serieus te nemen politieke partij is. Nu schiet er bij iedereen wel eens een gedachte binnen en dat maakt iemand natuurlijk net zo min een filosoof als dat een mening iemand een politicus maakt, maar als filosoof bedenk je vooral vragen. Elk kind is in potentie dus een filosoof, maar het gaat er om wat je met die vraag doet. Daar zoek je een antwoord op, dát doe je. Als groot denker zijnde. Ben ik niet, maar af en toe doe ik wel een poging.

Wat ik wou melden; ik had wat bedacht. Tijdens één van mijn nachtelijke ontdekkingstochten door het wilde weelderige web, schoot er opeens een aan de op dat moment geopende pagina gerelateerde vraag door mij heen. Een vraag die mij sindsdien nooit helemaal los heeft gelaten. Een probleem bijna, dat ik na de nacht in sprake met mijn zo doordringende Bambi ogen aan vooral vrouwen voorlegde. Tot mijn naïeve verbazing was verontwaardiging mijn deel. Hoe durfde ik dergelijke woorden te spreken? En dan vooral tegen hen? Een hork was ik, een hufter, een male chauvinistic pig. Deze termen worden tot mijn vreugde vaker met mijn naam in één zin gebruikt, maar ik was op zoek naar een antwoord, niet ruzie.

Goed, een beetje vraagstuk kan natuurlijk altijd op redelijk wat tegenstand rekenen en dus zat ik goed. Zie Galileo Galilei, Jezus en anderen die hun tijd ook een stukje vooruit waren. Controversie heet dat, het kenmerk van de revolutionist. Nog zo'n klasse personen waartoe ik mijzelf dolgraag reken. Het was duidelijk, het idee dat ik vormde was relevant en dus gaf ik niet op in mijn queeste naar helderheid. Ik hield en houd vol: “Je snapt het niet, jongedame,” mompel ik met mijn vingers in mijn tegelijkertijd woest en intellectuele baard, “ik wil het echt weten; faken lesbiennes het ook?”

Laat ik het even toelichten. We weten allemaal dat het in relaties gaat om geven en nemen en daarom wordt er hier een daar wel eens een hoogtepunt gefaket. Opvallend daarbij, is dat het hier uitsluitend om vrouwen gaat die mannen voor het lapje houden.

Mannen, proces eigenaren van een overzichtelijk en één-lijnig A-tot-B-traject, gebaseerd op loon naar werken, juichend over de finish, twee handen in de lucht, klaar, einde, kunnen nog steeds weinig begrip opbrengen voor het vrouwelijke, meer circulaire model, waar meedoen belangrijker is dan winnen. Een taartje eten waar niet beslist slagroom op hoeft, de Elfstedentocht rijden, maar blijven hangen bij de koek-en-sopie tent. (Vrouwlijke lezers, let er even op dat ik als vergelijking niet zomaar een ijsbaantje gebruik, maar de uithoudingsvermogen eisende tocht der tochten. Just saying.).

Vrouwen, stiekem blijkbaar tóch zeer gebrand op het tevreden houden van hun masculiene partner, liegen daarom soms een beetje. Hij: “Kowabunga! Kanonne! Yes... Eh, was jij er ook..?” Zij: “Ja nou. Poeh hee. Dat was me toch wat. Nog nooit mee gemaakt. Je bent – absoluut – de beste.” Eventueel gevolgd door “Dat is dan €50,-”. Klassiek hij/zij moment, herkenbaar voor iedere hetero. Ja heus, ook jouw vriendin.

Voor mannen onderling is het vrijwel onmogelijk om de boel te neppen. Ik bedoel, je kunt van zwarte koffie moeilijk beweren dat er melk in zit, totdat er melk inzit. Maar vrouwen met elkaar dan, hoe zit dat? Je zou zeggen dat er, als volledige kenners van de betrokken zones en aanverwante belevingen, geen behoefte is aan dergelijk toneelspel. Tenzij het wordt gefilmd natuurlijk.

Toen bracht een Franse vriend, één van de weinige mensen die mijn stelling niet bij voorbaat verketterde, mij uit mijn mooie mensen illusie en herinnerde mij aan 'potten', het tabak kauwende en tuinbroek dragende equivalent van de edele, goedgevormde en eeuwig hotpants dragende lesbienne. Ik huiverde even, maar besefte zijn goede punt: uit welke seksen een relatie ook is opgebouwd, er bestaat altijd een mannetje/vrouwtje rolverdeling. Simuleert het vrouwtje dan heel soms, voor de lieve vrede, ook een knaller van een finale? Of doen ze het misschien uit angst voor een mannelijke reactie van die toch al van haar meeste vrouwelijkheid berooide levenspartner?

En zo blijft deze vraag, zoals het een goede vraag betaamd, hangen zonder antwoord, altijd aanwezig en wachtend op een oplossing. Het enige waar ik tot dusver achter ben gekomen, is dat ik onder mijn vrienden helemaal geen lesbiennes heb die mij verder kunnen helpen.