Helemaal kaal

Toen de morgen aanbrak, had de wind sprinkhanen aangevoerd. In grote zwermen streken ze in heel het land neer. Nooit eerder was er zo’n sprinkhanenplaag geweest. Overal zag de grond zwart van de sprinkhanen. Ze vraten alle planten en vruchten op, zodat er nergens in het land aan bomen of planten nog iets groens te bekennen viel.

Ik open mijn ogen en moet even wennen aan mijn omgeving. Het is niet de slaapkamer van mijn huis en naast me ligt niet mijn vrouw. Er ligt niemand naast me. Ik lig in een tent op de grond en als ik overeind kom, zie ik iemand buiten de tent zitten. De lucht is oranjegeel en de gestalte zit roerloos voor zich uit te staren. Ik heb mijn kleren aan en naast me staat een lege wijnfles. Ik proef nog enigszins de inhoud van de fles en krijg ineens een behoorlijke dorst. Ik kruip de tent uit en ga naast de gestalte zitten.
“Mooi, vind je niet? Die zonsopgang,” zegt de gestalte. Ik ben het ermee eens, maar wat doe ik in godsnaam bij een zonsopgang? Ik ben een nachtmens. 
Ineens weet ik het weer. De dijk bij Schiedam, waarop het nieuwe stuk A4 richting Beneluxtunnel moet worden aangelegd. De protestbijeenkomst tegen de aanleg van de A4 door Midden-Delfland. De leuke mensen met wie ik de vorige dag kennis maakte. Allemaal met hetzelfde doel hier. Het tentenkamp. Het kampvuur ’s avonds, mijn gitaar, de liedjes die ik speelde, de wijn, de wijn, de wijn. De uitnodiging om bij iemand in de tent te blijven slapen in plaats van naar huis te gaan. Protesteren kon heel erg gezellig zijn in de jaren zeventig.

Met de oostenwind komen sprinkhanen mee. Het zijn er zoveel dat geen enkel stukje grond onbedekt is. De zwermen sprinkhanen vreten de bomen kaal en vernietigen al het groen dat er is in het land.

Ik loop langs het al aangelegde stukje van de A4. Mijn voorgenomen wandeling gaat richting ’t Woud en daarna langs de nieuwe waterberging en restaurant ‘de Scheepswerf’ terug naar Rijswijk. Opeens wordt mijn aandacht getrokken door een vogel die in de sloot langs de rijksweg loopt. Een lepelaar. Die heb ik hier al in geen jaren meer gezien. Hij woont beslist in het natuurgebied van Midden-Delfland. Maar zijn leefgebied gaat steeds kleiner worden, want het ziet er nu toch naar uit dat het tracé van de A4 naar de Beneluxtunnel mag worden doorgetrokken. De Lepelaar is een beschermde vogelsoort, maar met dat soort argumenten kun je tegenwoordig niet meer de aanleg van een weg tegenhouden. 
Ja, er blijft in Midden-Delfland nog heel veel natuur over als de weg er eenmaal is, maar ik weet precies hoe het dan zal zijn, want ik heb al eens zoiets meegemaakt. De A4 liep nog niet zo heel lang geleden tot aan de Provincialeweg; de wegverbinding tussen Rijswijk en Delft. Midden-Delfland was toen een oase van rust in het drukke verstedelijkte gebied. Een heerlijk rustig fiets- en wandelgebied. Wandelen kun je er nog steeds, maar de rust in dit gedeelte van Midden-Delfland is al lang verdwenen en die rust zal spoedig in heel Midden-Delfland gaan verdwijnen. 
En niet alleen in Midden-Delfland. Minister Schultz van Haegen heeft in december 2011 haar voorkeur uitgesproken voor de aanleg van de Blankenburgtunnel onder de Nieuwe Waterweg. Deze tunnel moet de A15 met de A20 verbinden. Die verbinding gaat het eeuwenoude cultuurlandschap de Aalkeetpolder en het recreatiegebied de Krabbeplas aantasten. Ik fiets wel eens door dat gebied als ik op weg ben naar Maassluis en daar het pontje naar Rozenburg wil nemen. 

Een leger van sprinkhanen, zo dik als een donderwolk, verduistert de hemel. Binnen enkele minuten zijn alle struiken en bomen kaalgevreten en resten nog slechts de lege takken. In heel het land is geen groen meer te zien. 

Als je vanaf Rozenburg richting Goeree-Overflakkee fietst, dan kom je nog zo’n volledig verziekt gebied tegen. Daar vind je Botlek, de Maasvlakte en Europoort. Tegenwoordig wil je daar zo snel mogelijk doorheen, want de reuk van de chemische industrie is niet een luchtje dat je uit de verstuiver in de wc zou willen laten komen. Je hebt dan ook niet de neiging om over het eiland Rozenburg helemaal naar de monding van de Nieuwe Waterweg te fietsen. Voor 1964 was dat anders. Daar was toen een uniek stukje Nederland: vogeleiland de Beer. Daar broedde de Grote stern. Daar was in de nazomer de Morinelplevier te vinden. Maar er kwamen nog veel meer soorten vogels voor. Kluten, bergeenden, tuinfluiters, nachtegalen, grasmussen, piepers en vogels die ik tot op de dag van vandaag nog nooit heb gezien zoals kneutjes en paapjes. 
Maar we wilden in Nederland nou eenmaal allemaal steeds meer welvaart. En Rotterdam moest daar ten dele aan meewerken. De paapjes, kneutjes en Grote sternen zijn dus nu ingeleverd voor Sony, Toyota en Samsung. Alleen Saab is ook aan het uitsterven, net als de lepelaar.

Het beest is als een spin die een web spint. Stukje bij beetje slokt het beest de natuur in zijn omgeving op tijdens het spinnen van zijn web. Eerst de Beer, daarna Rozenburg, vervolgens de Aalkeetpolder en de Krabbeplas. Het wordt bovendien een enorm web met vertakkingen door Midden-Delfland. 
En er worden meer van dit soort webben in Nederland gesponnen. Tachtig procent van de landbouwgrond die tussen 1996 en 2008 vrijkwam, is gebruikt voor de bouw van woningen, bedrijventerreinen en verkeersknooppunten.
Hoe lang zal het nog duren voordat de sprinkhanen Nederland helemaal hebben kaalgevreten?