Telefoon en zo

BazboLieve Tim,

Fijn dat je me een brief schrijft. Da's weer eens wat anders.
Die rottige e-mail altijd.
"Je hebt mail van Ard."
"O, fijn. Ons eten staat koud te worden, hoor."
Zoals bepaalde moderniteiten het dagelijks leven kunnen verpesten. Of nee: zoals wij ons leven laten bepalen door zaken als telefoon en e-mail. Ik word daar niet goed van.

"Hee buurman!", zei dit blonde ding, terwijl ze aan kwam lopen over het grindpad. Ze had haar badhanddoek om haar middel geslagen. Haar blonde lange haar hing nu nog droog langs haar ronde gezicht omlaag.
"Hoi Tamara, tijd voor een frisse duik?" Ik lag onderuit in mijn campingstoel en had mijn benen op een plastic krukje gelegd. Gelukkig viel er schaduw op de plek waar ik zat. De zon stond hoog aan de hemel, maar een enkele boom en de luifel van mijn bungalowtent maakten dat ik het uithield.
"Ja, het is écht veel te warm vandaag," zei ze. Ze kwam ons terreintje oplopen. Ik legde mijn dikke boek van Redmond O'Hanlon opzij.
"Jullie boffen wel met het weer," zei ik. "Sinds jullie er zijn is er een halve hittegolf aan de gang."
"Klopt, maar morgenavond gaan we weer naar huis."
"Heb je dan de hele vakantie erop zitten?"
"Ja," knikte ze met een beetje verdrietig gezicht. "Maandag moet ik weer naar school."
"Oh? Oja, jij komt uit de noordelijke regio. Wat doe je voor opleiding?"
Ze begon een verhaal over een type middelbaar beroepsonderwijs waar ik nog nooit van gehoord had. Ik kon het ook nogal moeilijk volgen, want ik was steeds afgeleid door haar blote voeten in de teenslippers, haar blauwe badpak en de prille maar al welgevormde tieten erachter. En dan dat lachje.
"Wat kun je daar later nou allemaal mee doen? Heb je al ideeën over de toekomst, wat je precies wil gaan doen?" Ik had me voorgenomen om haar zo lang mogelijk aan de praat te houden, zodat ik zo lang mogelijk van het uitzicht kon genieten.
"O, een heleboel," begon ze. Ineens piepte er iets van onder haar badlaken. Ze draaide zich half om, grabbelde aan haar zijde en haalde een modebiele telefoon te voorschijn. Ze drukte op een knopje, een nieuw piepje klonk en ze bracht het apparaatje naar haar oor.
"Hee, hallo, met mij!" zei ze iets te hard. Ze draaide haar rug naar me toe. "Hoe gaat het? Waar ben jij? Ik zit nog steeds op de camping. Ik was juist op weg om te gaan zwemmen. Het is harstikke warm vandaag, weer!"
Zonder nog om te kijken liep ze al pratend van me weg in de richting van het zwembad. Jammer dat haar badhanddoek om d'r kont gewikkeld zat.

Ook jammer dat mensen altijd bellen als ik net aan tafel ga.
"Jongens, de soep staat klaar!"
"Ringgggggggg!"
Ik ben gestopt met opnemen. Als het aan mij zou liggen, zou ik helemaal geen telefoon meer in huis hebben. Momenteel is mijn antwoordapparaat stuk, en daar baal ik ook al zo gigantisch van. Iedere keer als de telefoon rinkelt, heb ik het gevoel dat ik wel op móét nemen. En ik wíl helemaal niet de telefoon opnemen. Dat kloteding geeft me dus zelfs een schuldgevoel. Nee joh, de kans dat als ik de telefoon opneem, dat ik dan een callcentre aan de lijn krijg, of iemand die mij iets wil verkopen, daar moet ik niet aan denken. Ik heb geen zin meer in "Nee" zeggen. Ik heb geen zin meer om beleefd te blijven en uit te leggen dat we onlangs onze hypotheek opnieuw hebben overgesloten en dat ik al mijn financiële zaken nu écht goed op orde heb en geen behoefte heb aan een second opinion en dat ik al een abonnement op een ander dagblad heb én een zaterdagabonnement op een tweede dagblad en dat ik er écht niet over na wil denken en dat ze mij écht niet terug mogen bellen morgenavond en ik wil zelfs dít verhaal niet meer vertellen. Het liefst zou ik de hele telefoon het raam uit gooien.

Bijna net zo erg zijn die kötkinderen die aan de deur staan als je net wilt eten.
"Kan Luc spelen?" is de lispelende vraag dan.
Voor je het weet zitten die zeikkoters aan je eettafel jouw luxe weekendbroodjes weg te kanen. Zonde. En te praten over de meest onzinnige Playstationspellen die je je maar kunt bedenken. Je krijgt de complete soundtrack met alle tekenfilmgeluiden er overigens gratis bij.

Lieve Tim, ik stop nu, want ik moet mijn mailbox controleren en er staan twee kinderen aan de voordeur te bellen. Bovendien gaat de telefoon. Groet,


Apeldoorn, maart 2007