Blote billetjes op het strand

Citaat uit het rapport van de commissie-Gunning, geschreven naar aanleiding van het zedenschandaal van het Hofnarretje:
Wellicht de grootste belemmering om seksueel misbruik te voorkomen, is onze natuurlijke neiging om deze mogelijkheid te ontkennen en als risico te onderschatten. Geen van ons wil geloven dat die mogelijkheid bestaat en daarmee worden signalen die achteraf en in samenhang duidelijk lijken vaak op het moment zelf niet gezien, door ouders, door leidsters, door directies en door hulpverleners.

Mijn buurvrouw Erna vond mij maar een preutse moeder. Ik ben die discussie die we voerden op het strand nooit vergeten. Haar dochter en mijn zoon schelen maar een paar maanden in leeftijd, en toen waren het leuke, mollige peuters van twee jaar oud. Haar peuter dartelde bloot rond; mijn peuter had een zwembroekje aan. We kregen er een gesprek over. Erna vond het maar zielig, dat mijn zoon een zwembroekje aan had. “Laat dat kind toch lekker in zijn blote gat rondrennen!” zei ze, ietwat geïrriteerd. “Die kinderen lopen de hele dag al rond in zo’n luier waardoor ze in hun bewegingen beperkt worden, laat ze dan nou lekker van die vrijheid genieten!” Ik vond het lastig, om het aan haar uit te leggen, maar ik kreeg meteen weer visioenen uit mijn jeugd.

Ik was een jaar of negen en speelde met mijn vriendinnetje op de speelweide. Eigenlijk mochten wij hier helemaal niet komen van onze ouders. De speelweide lag namelijk iets buiten het dorp en was bedoeld voor gezinnen. Picknicktafels stonden er uitnodigend opgesteld, verder waren er schommels, klimrekken en duikelrekken. Wij vonden het heerlijk om de wereld ondersteboven te bekijken en hielden met onze knieholtes het duikelrek omklemd. Om het duikelrek heen bloeiden madeliefjes en wij maakten er een sport van om vanuit die ondersteboven-houding zo veel mogelijk madeliefjes te plukken. Totdat we een man zagen. Hij deed niks, maar stond op een afstandje naar ons te kijken. Wij hingen daar eigenlijk in onze onderbroekjes, want onze rokjes hingen natuurlijk óók ondersteboven. De man haalde een fotocamera tevoorschijn en begon foto’s van ons te maken. Dit voelde niet goed. Het was raar. Mijn vriendinnetje en ik gingen vlug van het duikelrek af, en toen de man ons ook nog aansprak, renden wij zo snel mogelijk naar onze fietsen en maakten we ons uit de voeten. In feite is er niets gebeurd, maar ik ben het voorval nooit vergeten.

Op het strand vertelde ik dit verhaal aan mijn buurvrouw. Zij haalde haar schouders op. “Wat heeft dit verhaal hier nou eigenlijk mee te maken?” Ik probeerde het haar uit te leggen. “Stel je nou voor, dat er hier op het strand een pedofiel zit. En die zit zich te verlekkeren aan jouw kind. Wat zou je daar van vinden? Ik zou dat niet willen. Moet je nou eens om je heen kijken, het stikt hier werkelijk van de blote billetjes op het strand. Een paradijs voor pedofielen, daar moet je toch niet aan denken? Dat je daar zelf nog aan mee werkt ook?” Mijn buurvrouw vond mijn zienswijze maar overdreven. Ik niet. En nog steeds niet. Een kind kan zich trouwens ook best prettig voelen in een zwembroekje. Wij als volwassenen zijn snel geneigd om zaken in te vullen voor kinderen. Zodra een kind geboren wordt, krijgt het een luiertje om. Het kind weet niet beter. En ja, als een kind wat ouder wordt, en mobieler, dan wordt zo’n luier een belemmering. Dus in feite is het voor een kind inderdaad prettiger om bloot op het strand te kunnen lopen. Het kind wordt in feite de dupe van de lustgedachten van een of andere viezerik. Maar het kind kan beter een zwembroekje dragen dan op een andere manier de dupe worden van een pedofiel. Ja toch?

Na de zomer gaat de Tweede Kamer debatteren over pedofielenvereniging Martijn. Het gaat dan met name om de vraag of de pedoclub kan worden vervolgd of verboden. Nou, wat mij betreft: allebei! Leden van deze club zouden steun hebben betuigd aan Robert Mikelsons, hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak. De vereniging zou mogelijk ook tips hebben gegeven aan de veroordeelde pedoseksueel Geert B. over het uitwissen van sporen na misbruik bij kinderen. Te gruwelijk om over na te denken.

De bekende Hagenaar Henk Bres heeft een grote pluim verdiend. Met een burgerinitiatief kan een onderwerp op de Kameragenda komen. Bres heeft genoeg handtekeningen weten te verzamelen voor een debat in de Tweede Kamer over een verbod van Martijn.

Door wat zich heeft afgespeeld in het Hofnarretje, hebben veel ouders hun vertrouwen in de kinderopvang even verloren. Begrijpelijk. In het kindercentrum waar ik werk, geef ik regelmatig rondleidingen aan aanstaande ouders. Zij vragen vaak, of er ook mannen werkzaam zijn in ons kindercentrum. En ook, of het vaak voorkomt dat pedagogisch medewerkers alleen zijn met een kind. Ik probeer ouders altijd gerust te stellen. Wij hebben een zeer transparant kindercentrum en leidsters zijn nooit alleen met een kind.

Toch ben ik steeds weer verbaasd, als ik mijn Hyves open en ik al die filmpjes zie die mensen plaatsen op YouTube en op hun Hyves. Op YouTube stikt het van de filmpjes van kinderen. Ook van blote kindertjes. Kindjes die in bad gaan, of uit bad komen, of op het strand lopen. Ik stuitte op dit filmpje.
Dit is wel een bewustwording: waar ben je nou eigenlijk mee bezig? Als er iemand aanbelt bij je, en vraagt of je kinderen hebt, dan word je toch al wantrouwig? Laat staan, als iemand vraagt, of hij een foto van je kind mag zien! Dan denk je toch meteen, wat is dat voor een pervers iemand? Maar op het World Wide Web tonen we trots de foto’s van onze kinderen, kleinkinderen en buurkinderen alsof het niets is!

Binnen de kinderopvang wordt aan ouders gevraagd of hun kind gefotografeerd mag worden. Zij moeten middels een handtekening hun toestemming geven. Sommige ouders willen dit echt niet. Dat is hun goed recht. En dan heb ik het alleen nog maar over foto’s die in het kinderdagverblijf worden opgehangen.  Foto’s van buitenactiviteiten, zoals fietsen op het plein. Of foto’s van koekjes bakken. We gaan zeer zorgvuldig om met deze foto’s. Ze komen niet buiten het kinderdagverblijf. We gaan daar zeer zorgvuldig mee om. Dat zouden ouders zich op Hyves en YouTube en Flickrr misschien wat beter moeten realiseren. Dat niet iedereen dat doet. Dat er gewoon viezeriken rondlopen die zich voor het beeldscherm van hun computer zitten te verlekkeren aan dit soort beelden.
Waarom zijn we ons daar dan nog maar zo weinig van bewust? Lees het citaat uit het rapport van de commissie Gunning dan nóg maar eens een keer: het komt in onze kop gewoon niet op.