Hoe was je weekendwip? (Deel 27)

Huwelijksperikelen in een serie. Vrachtwagenchauffeur Michael, bankbediende Monique. De vorige aflevering lees je hier

Langzaam wordt Michael wakker. Zijn hoofd bonkt, en zijn tong voelt aan als van leer. Hij rilt van de kou. Even moet hij nadenken waar hij nou precies is. Hij kijkt om zich heen. O ja, nou weet hij het weer. In het huis van Paul. En geen wonder dat hij het zo koud heeft. Hij ligt, gehuld in slechts een boxershort, op de koude leren bank van Paul. Hoe laat zou het zijn? Hij werpt een blik op de klok. Drie uur. Wat is er ook alweer gebeurd? Flarden van herinneringen komen boven. Hij had gedronken, vanmorgen al. Hij is jarig. Monique stond op de stoep met haar zus en met de kinderwagen waar zijn dochter in lag. Hij heeft de deur opengedaan in zijn onderbroek en met een bierflesje in zijn hand. Monique was boos. Waarom ook alweer? Hij is ook boos geworden en heeft heel veel dingen tegen haar geroepen, maar hij weet echt niet meer wat. Heeft hij nou ook lopen schreeuwen, of heeft hij dat gedroomd? In zijn beleving is Monique huilend weggelopen, en na een woedende blik heeft ook Stella rechtsomkeert gemaakt met de kinderwagen. Maar het lijkt zo irrealistisch, dat hij niet meer zeker weet wat er nou echt gebeurd is.
Voorzichtig komt hij overeind, en wrijft met een pijnlijk gezicht zijn nek. Tjonge, wat heeft hij in een rare houding liggen pitten. En wat voelt hij zich beroerd! Gaan zitten was niet zo’n goed idee. Michael voelt zijn maaginhoud omhoogkomen. Met zijn hand voor zijn mond spurt hij naar het toilet. Halverwege de gang kan hij het niet meer ophouden, en een groot deel van zijn maaginhoud golft over de plavuizen. Hij rukt de deur van het toilet open, en op zijn knieën, met zijn handen om de wc-bril geklemd, kotst hij totdat hij alleen nog maar gal voelt opkomen. De tranen rollen over zijn wangen, en het kippenvel staat op zijn hele lijf.
Op dat moment hoort hij de sleutel in het slot. O nee, dat kan Paul toch nog niet zijn? Die werkt toch tot vijf uur? Maar het is Paul wel. Hij steekt zijn hoofd om het hoekje van de wc en kijkt Michael zwijgend aan.

“Kom maar meisje, jij gaat lekker naar bed,” zegt Stella tegen haar nichtje. “Even nog een luier, en dan ga jij lekker slapen. Kom maar.” Stella loopt met Lisa op haar arm de kamer uit. Sinds hun terugkomst heeft Stella alles geregeld. “Ga jij maar even lekker op de bank liggen, even bekomen van de schrik,” heeft ze tegen haar zus gezegd. Monique voelt zich leeg. En klote. Wát een afknapper zeg, die Michael. Dacht ze even gezellig op verjaarsbezoek te gaan, krijg je dit! Een dronken man in zijn onderbroek die alleen maar liep te schelden. Over Paul, die op haar zou geilen, over het feit dat hij, Michael, maar één keer een scheve schaats had gereden, terwijl zij natuurlijk al heel lang een verhouding zou hebben met Paul, dat zij hém excuses zou moeten maken in plaats van hij háár en nog allemaal meer van dat soort dingen. En natuurlijk, hij was dronken, maar waarom had hij dit soort dingen gezegd? Hij wist toch al lang, dat Paul en zij alleen maar vrienden waren? Toen zij de straat al uit was gelopen, had Stella haar ingehaald. “Het gaat niet goed daar, hoor! Toen Michael de deur dicht deed, hoorde ik een knal en glasgerinkel. Leuk voor Paul, als hij thuiskomt en zijn halve interieur is naar de klote!” had ze gehijgd. “Je moet Paul echt even op de hoogte brengen, het is wel zijn huis.”

Terwijl Stella boven is met Lisa, belt Monique met Paul. Huilend vertelt ze hem haar verhaal. “Ik ben er zo klaar mee, Paul! En ik denk echt, dat je even naar je huis moet, om te kijken wat daar gaande is. Stella was er ook niets gerust op.” Paul stelt haar gerust, en belooft haar om meteen even thuis poolshoogte te nemen.
Een paar minuten later is Stella weer beneden. “Ik heb Paul gebeld en hij gaat even thuis kijken. O, ik ben zó klaar met Michael! Ik wil echt weg bij hem,” huilt Monique. Stella knikt. “Ik kan me het levendig voorstellen. Wát een loser is die gozer, zeg!” Ondanks alles gaat  Monique hier toch niet in mee. “Michael is geen loser. Het mag hem dan allemaal tegenzitten, en hij zoekt naar de verkeerde oplossingen; hij is wél de vader van mijn kind!” zegt ze fel.

“Wat ben jij vroeg thuis,” zegt Michael, terwijl hij nog een sliert speeksel uit zijn mondhoek veegt met de palm van zijn hand. “Ik ruim het zelf allemaal weer op hoor, ik weet niet wat ik heb. Een buikgriepje, denk ik.” Meteen loopt hij naar de keuken om een emmer te pakken. “O ja? Denk je dat? Heb je buikgriep?” vraagt Paul, met een cynische ondertoon in zijn stem. “Een uur geleden had ik jouw vrouw aan de telefoon. Huilend. Ze wilde even op verjaardagsbezoek komen, maar haar jarige echtgenoot deed open in zijn onderbroek met een bierflesje in zijn hand en schold haar helemaal verrot. Jij doet er ook werkelijk álles aan hè, om je huwelijk te verkloten! En dan geef ik jou onderdak. Wat tref ik aan? Mijn gang helemaal ondergekotst, bierflesjes in de kamer, in je woede heb je kennelijk ook nog lopen gooien met van alles, want moet je eens even kijken!” Michael kijkt rond. Op het dressoir van Paul stond eerst een Boeddhabeeld, maar die ligt nu in scherven op de grond. Ernaast ligt een bierflesje ook in scherven met een grote plas bier eromheen. “Dat noem ik pas alcoholmisbruik,” grinnikt Michael, maar Paul ziet er de humor niet van in.
“Ik wilde je echt helpen, Michael. Jou en Monique. Daarom heb ik je onderdak geboden in mijn huis. Maar jij doet er echt alles aan om Monique nog verder tegen je in het harnas te jagen. Ik heb er geen zin meer in. Jij gaat je spullen pakken, en binnen een uur wil ik jou uit mijn huis hebben. Sorry, maar hier kan ik echt niet tegen. Ik heb nog geprobeerd om er voor jou een zo leuk mogelijke verjaardag van te maken, maar jij hebt alleen maar misbruik gemaakt van die situatie. Het is toch belachelijk, dat je die fles champagne hebt leeg gezopen en met flesjes bier hebt lopen smijten? Wat had ik aangetroffen als Monique mij niet had gebeld?”
Michael wordt kwaad. Nou moet hij hier óók al weer weg! Wat een klootzak, die Paul! “Weet je wat? Pak jij je spullen maar! En neem mijn plaats maar in, dat wil je toch zo graag? En Monique toch ook? Ga jij nou maar naar mijn huis, ga lekker gezinnetje spelen met Monique, dan blijf ik wel lekker hier. Oké? Zolang ik je ken, zit je al achter mijn wijf aan. Nou, je mag haar hebben! En die zus van haar erbij. Maar laat mij met rust!”
Paul staat op. Met een dreigende houding komt hij tegenover Michael staan. “Mijn huis uit. Binnen een uur,” zegt hij, met een dreigende klank in zijn stem. Michael haalt uit en slaat Paul boven op zijn neus. “Ik wil hier ook geen minuut langer blijven,” zegt hij kwaad, en met een triomfantelijk gevoel kijkt hij naar Paul die met een tissue zijn hevig bloedende neus probeert te stelpen.

Met betraande ogen laat Monique Paul binnen. Ze kijkt naar zijn opgezette gezicht. “Heeft Michael je geslagen?” vraagt ze beschaamd. “Hij is weg. Dat is het belangrijkste,” antwoordt Paul. “Hoe is het met jou?” Monique kan het niet helpen. De tranen stromen over haar wangen. “Kut,” zegt ze met hese stem. “Stella was hier vandaag. Zij denkt er zó gemakkelijk over. Ze vindt, dat ik weg moet gaan bij Michael. Maar hoe moet het dan verder? Hoe moet het met Lisa, met het huis, met mijn baan? Ik wil niet fulltime werken. Dan heb ik helemáál geen tijd meer voor Lisa. En zie je mij al op een flatje zitten met een kind? Zij moet toch lekker in de tuin kunnen spelen, als ze wat groter is?”
“Je hebt het nooit aan Michael verteld, hè?” zegt Paul opeens. “Hij denkt echt, dat ik erop uit ben om zijn plek in te nemen. Waarom heb je het hem niet verteld, gezien zijn jaloezie?” Monique kijkt peinzend voor zich uit en probeert haar antwoord zo zorgvuldig mogelijk te formuleren. “Kijk. Jij hebt het me in vertrouwen verteld. Ik ben Michael altijd trouw geweest, en wilde hem er ook van overtuigen, dat ik best mannelijke vrienden kon hebben, zonder daar wat mee te willen. Als ik meteen had verteld dat jij homo was, dan was dát het argument geweest voor Michael om te snappen, dat ik nooit met jou vreemd zou gaan. Maar ik wilde gewoon, dat hij me sowieso zou vertrouwen, snap je?” Paul knikt. “Ja, ik snap het. En ik waardeer het ook. Maar ik heb wel nieuws. Een maand geleden heb ik aan mijn ouders verteld dat ik homo ben. En dat had een reden. Je weet, mijn ouders zijn streng gelovig. Maar ik heb sinds een paar maanden een vriend. Ja, ja, ik had het je eerder moeten vertellen, maar jij had even genoeg aan je eigen verhaal. Maar Matthijs en ik komen er steeds meer achter, dat wij zo veel van elkaar houden, dat we steeds bij elkaar willen zijn. Hij woont in Den Haag, in een fantastisch huis. Hij wil heel graag dat ik bij hem kom wonen. Toch wil ik mijn huis hier in Delft nog niet opgeven. Je weet maar nooit. Dus heb ik een voorstel voor jou. Als jij echt weg wil bij Michael, dan mag je voor een klein bedrag per maand in mijn huis komen wonen. Ik zal mijn meubels in de opslag doen, en jij mag het inrichten zoals je wilt. Ook weet je, dat ik bij de bank vaak de hypotheken doe, dus ik kan je ook helpen bij de verkoop van dit huis, mocht dat nodig zijn. Denk er maar over na.”
Monique staat op en slaat haar armen om Paul heen. “Daar hoef ik niet over na te denken. Geweldig, wat een aanbod! En wat fantastisch, dat je een relatie hebt, ik gun het je van harte!”

Michael zit op het bankje bij de bushalte. Het enige dat hij heeft, is zijn weekendtas en zijn mobieltje. Bij Paul heeft hij het verpest. Bij Monique hoeft hij ook niet aan te kloppen, laat staan bij zijn ouders. Waar moet hij naartoe? Waar moet hij de nacht doorbrengen? Heeft hij ooit eerder zo’n verschrikkelijke verjaardag meegemaakt? Hij scrolt door de contacten in zijn mobieltje. Er zit niks anders op. Er is maar één persoon die hij nu kan bellen. Even later heeft hij haar aan de telefoon. “Hallo Shirley. Met Michael.”

De volgende aflevering lees je hier.