Je moeder is een McProstitute

Aan haar hoekloze postuur te zien, was dit zeker niet de eerste keer dat ze de hamburgertent bezocht. Niet de eerste keer deze maand, wellicht niet de eerste keer deze week en misschien niet eens de eerste keer vandaag. Je mag dat eigenlijk niet zeggen, maar je denkt het toch. Natuurlijk kan ze ook zo dik zijn geworden door een ziekte of medicijnen, twintig lagen kleding omdat het koud is, zware botten of een uit de hand gelopen sumoworstelpakkenfetisjisme. Ik denk dat mijn vermoeden van een McAbonnement niet helemaal uit de lucht gegrepen is.

Het is enorm druk in het restaurant waar je een eendenborstfilet gratis met een blauw petje krijgt als je het kindermenu bestelt. Het is zo druk dat ik me kan voorstellen dat er nu in ploegendiensten rundersperma gemolken wordt om in de toekomst nog aan de vraag naar hamburgers te voldoen. Morgen lopen er fokstieren in de wei die hun ballen over de sneeuw slepen om de pijn van overbelasting te temperen.

Met de feestdagen en de daarbij horende gegaarde gourmetboerderijen, uitgedropen oliebolbergen en tonijnsaladesalsa’s nog in de dunne darm lijkt iedereen vandaag een snelle hap-dag te hebben. Na vier Staatsbossen aan hertenbiefstuk, vijf aquariums zalmfilet, drie Volendamse sporthallen vol garnalen, acht megastallen varkenshaasjes en een bakfiets bavarois met een trolleybus slagroom is er toch niks lekkerder dan een simpele McCheap met dubieuze saus en een grote cola, veertien ijsklontjes in een papieren beker?

Ik wacht even op mijn vriendin, die ik dus in zekere zin nu mee uit eten heb genomen, en haar vriendin die samen, want vrouwen gaan nooit alleen, de wc bezoeken. God weet, maar wil het niet weten, wat vrouwen daar dan doen wat niet in de eenzaamheid van een goede poepbeurt gedaan kan worden. Net achter de rij leun ik op een muurtje en probeer uit te zoeken in welke rij geen gezinnen (traaaaaaag, geen keuze kunnen maken) wachten. De dame met naar het schijnt een eigen maan (grapje uit het boek Stand-Up Comedy for Dummies) in rij één heeft haar bestelling afgerond. Haar feestmaal is netjes met zeker dertig servetjes verstopt in een papieren zak. De zak staat bol en heeft zich behalve met een flinke maaltijd ook met behoorlijk wat lucht gevuld. Haastig wurmt ze zich een weg door de rijen hongerigen.

Dan volgt er een knal. De vetkwab van de bovenarm, of een loszittend deel van het sumoworstelpak, botst op de zak als een stier die nog niet langs de spermabank is gemoeten op een torero met een black-out. Een ontploffing waarvoor de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding uit zijn schnabbel bij de Internationale Federatie voor Belhuizen gehaald wordt. 'Erik, je moet even wachten met Somalisch sms'en, we worden aangevallen.' Een boem waar Handige Harrie nat van droomt.

Een moment van stilte in de ruimte en gesuis in mijn oor volgt. Ik besef dat ik door de knal op de grond gesmakt ben. Zonder direct waarneembaar letstel sta ik weer op. Om mij heen zie ik kwakjes milkshake toegeven aan de zwaartekracht. De Sperminator lijkt op bezoek te zijn geweest en hij had zijn hele leger meegenomen. Een plakje kaas hangt aan mijn wang. Een rietje steekt tussen wijs- en middelvinger. Tientallen servetjes zweven als gieren door de ruimte. Een kleuter begint te huilen. Ze veegt de witte drap van haar gezicht. Een man die waarschijnlijk haar vader is, zegt dat het meisje nu op haar moeder lijkt. Ik wil het niet horen, maar de man begint een verhaal op te steken over zijn ex-vrouw, de moeder dus van het kindje dat na enige tijd ontdekt dat de milkshake best lekker is. Terwijl pappa klaagt over alimentatie heeft dochter al zelf voor voedsel gezorgd en likt ze de melk als een kitten van de vloer. Ik wil aan de man vragen of mamma dat ook doet, maar ik word afgeleid. Het Hoofd Dweil van het restaurant stoot zijn mobiele schoonmaakstation tegen mijn enkels. De puisterige jongen begint aan de klus. Als hij dit binnen een dag weer netjes krijgt, mag hij van mij solliciteren bij Thialf. Planet Earth heeft geen enkele intentie het eenmansdweilorkest te helpen. Met haar nieuwe maan, een McKroket aan een rietje, baant ze een weg door de vloeibare meteorenregen naar de wc om zichzelf schoon te vegen en een nieuwe laag ozon op te doen. Vanachter de deur van het toilet hoor ik vloeken die nog niet op de zwarte lijst van de Bond tegen het Vloeken staan. Ik maak notities op mijn mobiel die ik nu hier zou publiceren, ware het niet dat mijn mobiel door een lek in het dak net boven mijn bureau verzopen is. Die hou je tegoed.

Thialf kan rekenen op een brief want binnen vijf minuten is de McBoem verdwenen in een sopje. De vloer glimt als het ingewaxte uiteinde van de Toren van Pisa van Berlusconi. Of die ook scheef is, weet ik niet. Terwijl de kleuter met gescheiden ouders een te groot stukje augurk ophoest, zie ik de hoofdrolspeelster van dit verhaal voorzien van een nieuwe laag granol uit de toiletruimte komen. Ze glijdt bijna weg over het stuk glimmende tegelvloer, alsof ze niet weet wat er zojuist gebeurd is. En alsof ze dat dus niet weet, gaat ze als een verse bezoeker in een rij staan. Ik kijk iets te opzichtig naar haar. ‘Heb ik wat van je aan?’, vraagt ze op een toon die ervoor zorgt dat ik mijn antwoord ‘dat past niet’ net op tijd inslik. ‘Nee, hoor’, zeg ik met een glimlach groter dan die van Berlusconi als de wax weggesmolten is.

De twee toiletvriendinnen zijn ook klaar met wat ze dan ook doen in die toiletruimte en lopen naar mij. We gaan in de kortste rij staan achter de augurk-kleuter. ‘Wist je dat de moeder van dat meisje een hoer is?’, vraag ik aan de hongerige wolvinnen naast me. Ze negeren me als een meisje van zeventien zondere enige kennis van Italiaanse politiek in een Italiaans buitenhuis Berlusconi probeert te negeren. ‘En wist je dat die dikke mevrouw in de laatste rij al voor de tweede keer binnen een half uur bestelt?’ Dan voel ik een klap. De arm van één van de onwetende vriendinnen slaat tegen mijn net ontvangen milkshake. De dweilpuber zucht en begint weer opnieuw.